Analisten en economen zijn unisono: tenzij de Omikron-variant roet in het eten gooit, liggen alle kaarten goed voor een sterk economisch jaar in de Verenigde Staten, met een groei ruim boven 4 procent. Dit is waarom ze zo optimistisch zijn.
1. Vermogenden zetten geld klaar om uit te geven
De studiedienst van ING becijferde dat het opgetelde vermogen (vastgoed en beleggingen, maar ook auto’s en juwelen) van de Amerikaanse gezinnen sinds het begin van de pandemie gestegen is met ruim 35.000 miljard dollar, tot bijna 163.000 miljard dollar.
De waarde van het niet-financieel vermogen, vooral vastgoed, zat in de lift, net als de financiële beleggingen die meestegen met de beurs. Er zijn ook indicaties dat er meer gespaard werd, bijvoorbeeld omdat sommige reizen en andere toeristische uitgaven toch niet mogelijk waren.
Vooral rijkere gezinnen konden hun vermogen zo verder opbouwen. De verwachting van de ING-economen en ook andere experten is dat die vermogende gezinnen bereid zullen zijn om grote sommen te besteden aan entertainment, toerisme en de horeca eens de crisissfeer rond corona wegebt.
2. Ook minder begoede klasse is beter af
Uit dezelfde studie blijkt dat de koopkracht van de lagere inkomens hun financiële situatie konden verbeteren, dankzij de steuncheques van de regering-Biden en de uitbreiding van de werkloosheidsuitkeringen. Volgens een vroege studie door het Amerikaanse onderzoeksinstituut NBER is een ruime meerderheid van de steuntrekkers zelfs beter af dan voorheen.
De ondersteuning van de laagste inkomens is goed nieuws voor de producenten en verdelers van basisgoederen, omdat de consumptie ervan zo op peil blijft.
3. Bedrijven investeren weer
Met de gezinsconsumptie lijkt het dus snor te zitten. Maar ook een andere groeimotor, de bedrijfsinvesteringen, slaat aan. Volgens analist Bob Kaynor van vermogensbeheerder Schroders gaan Amerikaanse bedrijven meer dan de voorbije jaren weer investeren in nieuwe machines en technologieën, de zogeheten kapitaalbestedingen of capex (capital expenditure).
“De capex-cyclus in de VS is opmerkelijk. Het is al een aantal jaren geleden dat bedrijven het vertrouwen hadden om langetermijnkapitaal te investeren. Ze gebruikten overtollige liquide middelen om eigen aandelen terug te kopen, wat op korte termijn een impuls geeft aan de waarderingen. De bedrijven zullen voortaan meer gaan uitgeven dankzij de lage kapitaalkosten en het toegenomen vertrouwen. Bovendien zijn de bedrijven nu voorzichtiger met hun toeleveringsketens. Ze halen productie en toeleveranciers dichterbij.”
De algemene verwachting is dat de internationale problemen in de toeleveringsketen in de loop van 2022 zullen afnemen, maar dat de prijzen voor containertransport op een hoog peil zullen stabiliseren.
4. Biden lanceert stimulusplannen
Het jaar 2022 wordt mogelijk ook de start van twee grootschalige stimulusplannen die president Joe Biden wil lanceren: het recent goedgekeurde infrastructuurplan en het nog niet volledig geratificeerde Build Back Better-plan, met onder meer steunmaatregelen voor projecten in hernieuwbare energie en een hervorming van de sociale zekerheid.
Het gaat om een Keynesiaans recept uit de oude doos: grote overheidsbestedingen moeten de economische vraag aanzwengelen, binnenlandse jobs creëren en het basisskelet van de Amerikaanse economie moderniseren. De begrotingstekorten die zo’n stimulusbeleid kunnen veroorzaken, zal Biden er als noodzakelijk kwaad even bij nemen.
5. Powell beseft dat hij oververhitting moet voorkomen
Volgens sommige economen worden er zoveel turbo’s op de Amerikaanse economie gezet, dat oververhitting dreigt. Dat zou de recordinflatie naar nieuwe hoogtes kunnen jagen. Er is zo een belangrijke rol weggelegd voor centraal bankier Jerome Powell van de Federal Reserve om via geldverkrappend beleid en renteverhogingen de inflatie onder controle te houden.
Hoewel het voor Powell een huzarenstukje zal worden om steeds de juiste dosering te vinden, pleiten twee zaken in zijn voordeel. Terwijl ECB-voorzitter Christine Lagarde bij haar wait-and-see-beleid blijft, is Powell al begonnen met de monetaire stimuli af te bouwen. Bovendien is de combinatie van hoge groei en hoge inflatie makkelijker te managen – het volstaat stevig op de rem te staan – en dan de combinatie lage groei-hoge inflatie, waarbij een renteverhoging misschien wel de inflatie indamt, maar ook de lage groei kan beknotten.