In Italië leefden vorig jaar 4,6 miljoen mensen in absolute armoede. Daarmee heeft de armoede in het land het hoogste niveau bereikt sinds midden vorig decennium met de metingen van start werd gegaan. Dat blijkt uit cijfers van Istat, het Italiaanse bureau voor de statistiek.De cijfers geven aan dat vorig jaar 7,6 procent van de Italiaanse bevolking met absolute armoede werd geconfronteerd, tegenover 6,8 procent het jaar voordien. Waarnemers waarschuwen dat de toenemende armoede ook bijzonder slecht nieuws is voor de Italiaanse premier Matteo Renzi, die tweeënhalf jaar geleden aan de macht kwam en een nieuwe economische groei beloofde.Renzi heeft door het uitblijven van economische groei en bijkomende tewerkstelling al een groot deel van zijn populariteit verloren. “Er worden weliswaar geregeld positieve berichten over een herstel de wereld ingestuurd, maar die hoopgevende boodschappen worden nu door Istat tegengesproken,” aldus een aantal waarnemers.
Zuiden
“Bovendien wordt Renzi ervan verdacht zijn centrum-linkse Partito Democratico (PD) te ver naar rechts te hebben laten uitwijken, zodat het contact met de werkende klasse en de armen verloren is gegaan.”Mensen in absolute armoede zijn niet in staat om goederen en diensten te kopen die hen voor zware vormen van sociale uitsluiting zouden kunnen behoeden. In het achtergebleven zuiden leeft inmiddels 10 procent van de bevolking in absolute armoede, tegenover 9 procent twee jaar geleden. In het noorden werden een toename van 5,7 procent naar 6,7 procent gemeld.Tegelijk is de relatieve armoede, met een loon dat minder dan de helft van het nationaal gemiddelde omvat, van 12,9 procent naar 13,7 procent gestegen. (mah)