Aan de Amerikaanse Atlantische kust is de acht weken durende periode begonnen waarin zich de meeste grote tropische stormen voordoen. Deze stormen worden in andere werelddelen ook wel tyfoons en cyclonen genoemd.
Amerikanen spreken gewoon over het orkaanseizoen. De primeur komt dit jaar op naam van Franklin, die donderdag koers zette naar Mexico.
Druk orkaanseizoen verwacht
Het belooft een druk orkaanseizoen te worden. Het water in de Atlantische Oceaan is ongewoon warm, terwijl het El Niño-effect in de Grote Oceaan – een fenomeen dat stormen afremt – zich dit jaar amper heeft doen gelden.
Volgens de NOAA (National Oceanic and Atmosperic Administration) is er dit jaar 60% kans op een bovengemiddelde activiteit, met 14 tot 19 tropische stormen, 5 tot 9 orkanen en 2 tot 5 grote orkanen (major hurricane of categorie 3, 4 en 5).
Nog volgens het NOAA kent een gemiddeld orkaanseizoen – dat loopt van 1 juni tot 30 november – 12 stormen, waarvan er zes zich tot een orkaan ontwikkelen, 3 grote orkanen inbegrepen.
De Tropical Meteorology Project (Colorado) schat de kans dat een van die orkanen aan land komt op 62%. Het gemiddelde voor vorige eeuw was 52%. Grootste kanshebber op een major hurricane is traditiegetrouw de staat Florida (27%), vóór Texas en Louisiana (beide 15%).
Mensenlevens en veel geld
Uit studies blijkt dat de intensiteit van de stormen de voorbije 3 decennia is toegenomen en dat de klimaatwijziging dat fenomeen versterkt. De kosten die deze orkanen met zich meebrengen zijn – uiteraard naast het verlies van mensenlevens – kolossaal: Sandy richtte 5 jaar geleden aan de Amerikaanse oostkust voor 50 Ã 70 miljard dollar verwoestingen aan. In 2005 had Katrina, de meest vernietigende orkaan in de Amerikaanse geschiedenis, voor meer dan 108 miljard dollar vernielingen aangericht.
[media-credit name=”© Public Domain” align=”aligncenter” width=”2292″][/media-credit]