Silicon Valley heeft een probleem. De voorbije weken is het Californische tech-walhalla geen dag uit de actualiteit geweest vanwege het ranzige en vaak domme gedrag van zijn ondernemers.
De zakenwereld sloot altijd al graag de ogen voor het haantjesgedrag van deze wereldverbeteraars (lees: ambulante cashmachines), maar een reeks schandalen betekent nu hopelijk een keerpunt in deze trend.
De ene na de andere top executive nam de voorbije dagen ontslag. Eerst werd Uber-stichter Travis Kalanick(foto) naar de uitgang van zijn eigen bedrijf begeleid. Kalanick werd de verpersoonlijking van de uiterst arrogante, agressieve en ambitieuze cultuur die de Valley beheerst, al was hij ontegensprekelijk uiterst succesvol. Op amper 8 jaar tijd slaagde hij er in de transportwereld op zijn kop te zetten en maakte hij van Uber met een waarde van om en bij de 70 miljard dollar de meest waardevolle start-up ter wereld.
Uber, Tesla and friends
Doch Kalanick zou uiteindelijk het gebouw langs een achterdeur moeten verlaten, nadat het ene na het andere schandaal aan het licht was gekomen. Zo lopen er ondertussen al 200 klachten tegen Uber omdat er binnen het bedrijf een cultuur van seksisme en discriminatie heerst. Ook loopt een rechtszaak tegen Uber omdat het bedrijf de technologie die toelaat een voortrekkersrol te spelen op vlak van zelfrijdende wagens, gestolen zou hebben.
Na Kalanick volgde David McClure, de CEO van de investeringsgroep 500 Startups. Nadat het voorbije weekeinde een voor hem fataal artikel in de New York Times was verschenen, gaf McClure in een blogpost (“I’m a Creep. I’m Sorry”) toe verschillende vrouwen in zijn werkomgeving op ongepaste wijze te hebben benaderd.
De bal was aan het rollen gegaan toen op 22 juni durfkapitalist Justin Caldbeck ontslag moest nemen vanwege ongewenste intimiteiten met talrijke vrouwen. Ondertussen lijkt een cascade van ontslagen op gang zijn gekomen. Het exposé van de Amerikaanse krant bevatte dan ook verhalen van verschillende vrouwen die door investeerders en andere big shots in de Valley waren lastig gevallen. Toch dreigt het merendeel van de schandalen nooit aan het licht te zullen komen. In Silicon Valley wordt de carrière van de man nog altijd belangrijker gevonden dan de veiligheid van de vrouw.
In februari al had de krant The Guardian het verhaal gebracht van een vrouwelijke ingenieur die klacht had neergelegd tegen haar werkgever, de elektrische autobouwer Tesla. Ze werd niet enkel minder betaald dan haar mannelijke collega’s; ze leed ook onder ‘een cultuur van ongewenst gedrag tegen vrouwen’.
De schaduw van Steve Jobs
Het haantjesgedrag in de Valley is geen recent fenomeen. Was het niet de ondertussen bijna heilig verklaarde Steve Jobs die bekend stond om zijn onwaarschijnlijk ruwe en kleinerende omgang met zijn werknemers, vele onder wie publiekelijk in hun hemd werden gezet wanneer ze niet exact hadden gedaan wat hij hen had opgedragen. In zijn drang naar perfectie zette Jobs beleefdheid en empathie graag opzij.
De Apple-stichter verdedigde de idee dat sommige zakenlui zo briljant zijn dat voor hen andere wetten gelden. De Amerikaanse ondernemer, duizendpoot en auteur James Altucher omschreef het ooit als volgt:
“Je wordt enkel een artiest als Steve Jobs wanneer je alles in je leven ondersteboven gooit, lelijke, afgrijselijke fouten maakt en zaken zo verschillend aanpakt dat anderen je nooit zullen kunnen volgen. Door te falen, vals te spelen, te liegen, ervoor te zorgen dat iedereen je haat en dan aan de andere kant van het spectrum opnieuw boven te komen met iets meer wijsheid dan de rest”.
Maar dit soort gedrag heeft ondertussen de perceptie gecreëerd dat innovatie en valsheid noodzakelijkerwijze hand in hand gaan.
Ook consumenten zijn betrokken partij. Technologie heeft zulke impact op onze levens, dat de mensen die de apps en gadgets ontwikkelen die onze levens steeds meer bepalen, mogen worden verondersteld het verschil te kennen tussen goed en kwaad. Iets anders is onaanvaardbaar.