President Donald Trump heeft in interviews met buitenlandse kranten aangegeven de militaire samenwerking afhankelijk te maken van de financiële inspanningen die de partners doen.
Verschillende keren noemde hij de NAVO ‘verouderd’ en maakte hij zijn beklag over de gebrekkige financiering er van, wat maakt dat de VS het grootste gedeelte van de kosten voor de werking ervan op zich moeten nemen. Zijn vice-president Mike Pence (op de foto met NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg) deed vorig weekeinde Brussel aan en verklaarde daar dat “de Verenigde Staten onwrikbaar zullen zijn in hun engagement jegens het trans-Atlantische bondgenootschap.”
Hoewel landen die niet aan de voorwaarden voldoen, officieel niet kunnen worden gesanctioneerd, zou Donald Trump de druk op die landen kunnen verhogen door vanaf 2017 een grotere militaire samenwerking aan te bieden aan de landen die de vooropgestelde normen wel halen.
Mocht iedere lidstaat van de Navo aan de gestelde voorwaarden zou voldoen, zou de militaire capaciteit van het verbond volgens sommige bronnen met 100 miljard dollar per jaar stijgen.
“Er is nochtans voldoende geld beschikbaar,” zegt Bruno Lété, defensie-expert bij het German Marshall Fund of the United States in Brussel. “Het probleem ligt bij de bestedingen, die een bijzonder gebrek aan efficiëntie vertonen. Elke Europese lidstaat van de Navo heeft een eigen luchtmacht, zeemacht en landmacht. Er is een grotere nood aan eenheid en samenwerking.”
Trump heeft ook verschillende keren aangegeven werk te willen maken van een verbetering van de relaties met Moskou.