De erfgenamen van de vorig jaar overleden voormalige Belgacomtopman Didier Bellens eisen 11 miljoen euro van het bedrijf, dat ondertussen Proximus heet. Het gaat om achterstallige salarissen, bonussen en schadevergoeding.
Didier Bellens volgde in 2003 John Goossens op aan de top van Belgacom en zou het bedrijf 10 jaar lang blijven leiden. Na verschillende keren te hebben gebotst met de politiek en het systeem van politieke benoemingen en nadat hem in een ganse reeks dossiers voorkennis en machtsmisbruik werden verweten, werd hij op 15 november 2013 door de regering van Elio Di Rupo ontslagen ‘om dringende redenen’. Bellens ontving bij Belgacom een jaarsalaris van ongeveer van 2,5 miljoen euro. Bellens bleef die ‘dringende redenen’ altijd betwisten, maar omdat geen minnelijke schikking mogelijk bleek vroeg hij zijn advocaten in 2014 om een gerechtelijke procedure tegen zijn voormalige werkgever in te leiden. Bellens overleed exact een jaar geleden op amper 60-jarige leeftijd. De rechtszaak wordt nu door zijn kinderen verdergezet.
De band Bellens – Dilissen
De debatten werden dinsdag voor de rechtbank van Brussel geopend en draaien rond het statuut van Bellens bij zijn toenmalige werkgever. Bellens advocaten maken gewag van een hiërarchische band, waardoor Bellens statuut van zelfstandige moet worden begrepen als dat van een werknemer, wat het ontslagplaatje ingrijpend zou veranderen. Ze hameren daarbij vooral op de correspondentie tussen Didier Bellens en Theo Dilissen, de voormalige voorzitter van de Raad van Bestuur van Belgacom. Dilissen overleed eind juni vorig jaar.
Maar volgens Proximus was van een hiërarchische band nooit sprake en deed Bellens exact waar hij zin in had. Advocaat Herman Craeninckx:
“De heer Bellens dacht enkel en alleen aan zichzelf en wilde altijd zijn profijt maximaliseren. De rode draad doorheen dit dossier is Bellens onstilbare honger naar geld.’