Japan gaat de kerncentrale van Monju ontmantelen, die 22 jaar geleden werd geopend, maar in totaal slechts 250 dagen actief is geweest. De kerncentrale ligt in de stad Tsuruga in de prefectuur Fukui. Sinds de reactor in 2010 werd stilgelegd heeft de centrale de Japanse belastingbetaler ruim 9,8 miljard euro gekost.
De verwachtingen waren nochtans hooggespannen, want bij zijn opening in 1995, was de reactor voorzien van spitstechnologie inzake de reductie van kernafval, Maar de reactor werd geconfronteerd met een reeks problemen.
Na een ongeval waarbij een natriumlek een grote brand veroorzaakte, werd de reactor in 1995 stilgelegd. Het ging om het ergste incident in de nucleaire geschiedenis van het land, tot de ramp van Fukushima in 2011.
Doofpotoperatie
De heropstart liep grote vertraging op nadat een doofpotoperatie aan het licht was gekomen. Een half jaar na de heropstart in mei 2010 gebeurde alweer een ongeval, waarbij een tonnen wegend apparaat in het reactorvat viel. Pas een jaar later kon dit apparaat uit het vat worden opgetakeld.
De Japanse regering heeft nu geoordeeld dat het goedkoper is (3,1 miljard euro) om de kerncentrale te ontmantelen dan ze aan de nieuwe veiligheidsnormen aan te passen (4,1 miljard euro), die na de catastrofe van Fukushima van kracht werden.
Publieke houding tegenover kernenergie maakte na Fukushima een grote bocht
Verder is de publieke houding tegenover kernenergie na de kernramp van Fukushima diepgaand veranderd. In totaal blijven in Japan nu nog 2 kerncentrales actief, een fractie van de 54 die tot aan het ongeluk in Fukushima operationeel waren.