10 opmerkelijke zaken die u niet wist over… uw hond

De relatie tussen mens en hond is uniek. Want welk ander dier kan zo’n diverse reeks taken vervullen als schapen hoeden, drugs en explosieven opsporen, ons huis bewaken of gewoon onze beste vriend zijn? 10 zaken die de wondere wereld van het hondenrijk extra accentueren: 1. Het universum van de hond is één grote verzameling complexe geuren. Heeft de menselijke neus zo’n 6 miljoen receptoren, dan heeft de hondenneus er meer dan 300 miljoen. Wij kunnen ruiken dat een koffie een lepeltje suiker bevat; een hond kan diezelfde dosis suiker detecteren, ook wanneer ze werd achtergelaten in 3,7 miljoen liter water. 2. Hondenliefhebbers zijn vertrouwd met het gebruik van hun huisdier om overal urinesporen achter te laten.  Meestal wordt gezegd dat de hond hiemee zijn territorium afbakent. Maar onderzoek trekt die theorie in twijfel. De chemicaliën in de urine geven andere honden informatie over zijn seksuele paraatheid. Urineren geeft andere honden details over wie de plasser is, hoe vaak hij op deze plek komt, wat zijn recente successen zijn en wat zijn interesse in geslachtsgemeenschap is. De urine vormt een soort van gezondheidsbulletin, die oudere berichten continu vervangt door nieuwe. 3. Honden denken niet als mensen. Wanneer ze objecten zien en ruiken zijn dat voor hen hondenzaken eerder dan mensendingen. Het is niet omdat wij weten dat een stoel dient om op te zitten dat de hond eenzelfde verband maakt. Enkel wanneer de hond getraind wordt om op een stoel te zitten zal hij de stoel een zitfunctie toebedelen. Maar indien dat niet het geval is zal hij zetels, tafels, bedden en canapés eerder als obstakels ervaren, die hem de weg versperren op zijn tocht naar zijn eetfunctie, die zich  in de keuken bevindt. 4. Honden houden er van mensen in hun gezicht te likken. Vele hondeneigenaars zien dit als een vorm van affectie. Dan is hier wat slecht nieuws: uit onderzoek blijkt dat de jonge hondachtigen het gezicht en de snuit van hun moeders aflikten wanneer die terugkwamen van de jacht. Die handeling zou het uitbraken van nog maar half verteerde etensresten hebben versneld. Verder zijn honden gek op de smaak van onze mond. Honden hebben smaakreceptoren voor zout, zoet, bitter, zuur en nog vele anderen. Wanneer een hond probeert je mond te likken gaat hij dus op zoek naar de etensresten die daar zopas in zijn verdwenen. 5. Een hond kan gemiddeld 165 woorden en gebaren begrijpen: dat is evenveel als een tweejarig kind. Ze blijken ook over een rudimentair wiskundig talent te beschikken. Een aantal rassen blijkt intelligenter dan andere: Bordercollies,  Poedels, Duitse herdershonden, Golden Retrievers en Dobbermannen. Zij kunnen tot 250 woorden begrijpen (het equivalent van een kind van tweeënenhalf jaar oud). Afghaanse windhonden, Bulldogs en Pekinezen zijn dan weer de dommeriken van het hondenras. 6. Honden zijn intelligenter dan katten. Dat moet blijken uit een studie van een paar wetenschappers aan de universiteit van Oxford. Die hebben de hersenen van 500 soorten zoogdieren vergeleken over een periode van 60 miljoen jaar. Ze concluderen dat in tegenstelling tot wat algemeen wordt gedacht de omvang van de hersenen niet noodzakelijk bij alle dieren is gegroeid. Wel is de omvang van de hersenen bij dieren die veel sociale contacten hebben sneller toegenomen dan bij dieren die alleen leven. De hond is daar het beste voorbeeld van, aldus de onderzoekers. Net omdat honden afhankelijker zijn van mensen en zich socialer gedragen groeiden hun hersenen meer dan die van katten. Volgens de onderzoekers is leven binnen een gemeenschap moeilijker en veeleisender en zijn de hersenen daarom over de jaren ook meer gaan groeien. Dat geldt ook voor andere sociale dieren als apen, dolfijnen, paarden en honden. Dieren die de eenzaamheid opzoeken zagen hun hersenenen in dezelfde tijdsspanne minder groeien. 7. Honden delen 99,6% van hun DNA met de wolven, terwijl mensen slechts 96% van hun DNA gemeenschappelijk hebben met chimpansees. Toch betekent dat niet dat het brein van de hond werkt als dat van een wolf. Hun afhankelijkheid en minzaamheid tegenover mensen en soortgenoten staat in scherp contrast met de mengeling van angst en agressie die wolven tonen wanneer ze andere dieren ontmoeten. 8. Hoezeer mensen ook opscheppen over de intelligentie van hun hond, hun emotionele intelligentie blijft beperkt. Gedeeltelijk omdat ze weinig notie van tijd hebben en bijna volledig in het heden leven. Honden ervaren vreugde, angst en boosheid, maar emoties die een vorm van zelfreflectie vergen, zoals schuldgevoelens en jaloezie, zijn hen vreemd, in tegenstelling tot wat vele van hun baasjes denken. 9. Honden ruiken dus 10.000 tot 100.000 keer beter dan een mens. Dat kan een pasgeverfde kamer tot een marteling maken, maar hun reukzin en veelvuldige oefening maken dat honden onwaarschijnlijke taken kunnen vervullen. Zo kunnen ze kankercellen ruiken in hun allervroegste stadium en lang voor een normaal medisch onderzoek dat kan. 10. Omdat honden vandaag nog zelden worden gekweekt voor hun oorspronkelijke vaardigheden (jagen, schapen hoeden, bewaken), maar eerder voor hun uiterlijk, sluipen steeds meer fysieke en karakteriële tekortkomingen in de verschillende rassen. Ook de verstedelijking en het feit dat eigenaars lange uren werken maken dat 20% van de honden lijden onder ‘verlatingsangst’, wanneer hun baasjes het huis uitgaan. (Bronnen: ‘From Inside of a Dog: what dogs See, Smell and Know’, Alexandra Horowitz  en ‘In Defence of Dogs: Why Dogs Need Our Understanding’, Allen Lane.)