10 opgemerkte uitspraken van ‘IJzeren Dame’ Margaret Thatcher

In hun boek ‘Getuigenissen omtrent 20 jaar Leiderschap‘ (2006) vroegen de auteurs Dominique Dewitte en Alain Renier naar de politieke persoonlijkheden die minister van Staat Mark Eyskens het meest had bewonderd:

‘Margaret Thatcher was dan de dame in het gezelschap. Wanneer er vrouwen in politiek gezelschap zijn gedragen mannen zich altijd wat deftiger. Er wordt minder gevloekt, ze proberen een goede indruk te maken en zijn wat beleefder (lacht).

Margaret Thatcher was verdorie een harde tante, hé. Het was iemand die heel stug was in het verdedigen van haar standpunt: ze nam een standpunt in en week daar niet vanaf. Ze zei altijd hetzelfde, maar dan steeds in een andere vorm. Ze bezat ook die typische Britse charme en een grote zin voor humor. Ze was opgeleid in de techniek van het debat. Debating wordt in Engeland aan de universiteiten onderwezen Ze was dan ook zeer snel op de bal. In discussies rond de tafel van de ministerraad las ze geen briefjes voor. Sommige eerste ministers lezen briefjes voor van hun adminsitratie. Alles valt dan plat, niemand luistert. Zij niet, ze discussieerde en deed dat meesterlijk.

Ze was geen intellectuele, wat geen kritiek is, integendeel. Intellectuelen rond zo’n tafel hebben de neiging om te veel in nuanceringen over te gaan. Intellectuelen twijfelen wel eens. Dat siert ze, maar in de politiek is dat soms gevaarlijk.

Margaret Thatcher had nooit twijfels. Ze koos haar standpunt en bleef dat verdedigen. Finaal ging ze soms wel eens door de knieën en aanvaardde ze een compromis, maar in de regel was ze zeer stug en daardoor ook vrij indrukwekkend. Iedereen luisterde als zij het woord had. Een echte persoonlijkheid.’

10 opgemerkte quotes van de maandag overleden IJzeren Dame. Ze werd 87.

1. ‘Ik zal het socialisme altijd bekritiseren en me er tegen verzetten omdat het slecht is voor Groot-Brittannië- en Groot-Brittannië en socialisme niet hetzelfde zijn. De Labour-regering heeft ons de hoogste belastingen in vredestijd gebracht. Ze heeft de gewoonlijke socialistische ziekte – ze zit zonder andermans geld.’

2. ‘Weet je, als je alleen maar graag gezien wil worden, ben je bereid over alles compromissen te sluiten, niet? En bereik je niets.’

3. ‘Ik denk niet dat er zo lang ik leef een vrouwelijke premier zal komen.’ (5 maart 1973)

4. ‘Indien een Tory (een conservatief) niet gelooft dat privé-eigendom een van de grondslagen van de individuele vrijheid is, kan hij beter socialist worden en er mee ophouden.’

5. ‘Socialistische regeringen maken er altijd een financiële puinhoop van. Ze zitten altijd zonder andermans geld. Het is echt typerend voor hen. ‘

6. ‘Geld valt niet uit de hemel, het moet hier op aarde verdiend worden.’

7. ‘Mijn beleid is niet gebaseerd op een of andere economische theorie, maar op waarden waarmee miljoenen mensen als mezelf zijn opgegroeid: een eerlijke werkdag voor een eerlijk loon; leef niet boven je stand; spaar voor moeilijkere tijden; betaal je rekeningen op tijd; steun de politie.’

8. ‘Socialisten roepen ‘Alle macht aan het volk’ en ballen hun vuist terwijl ze dat zeggen. Maar we weten allen dat wat ze echt bedoelen is: ‘Macht over het volk, macht aan de Staat.’

9. ‘Men legt het probleem bij de samenleving. Maar er bestaat niet zoiets als een samenleving. Er zijn mannen en vrouwen en er zijn families. Geen enkele regering kan iets realiseren, uitgezonderd via het volk en dat volk moet eerst naar zichzelf kijken. Het is onze plicht eerst naar onszelf te kijken en pas dan naar onze buurman. Mensen zijn zich te zeer bewust van hun rechten, zonder hun plichten, want er bestaat niet zoiets als een recht indien niet eerst een plicht is vervuld.’

10.  ‘Europa’, in alles behalve de aardrijkskundige zin, is een totaal artificiële contructie. Het is volledig zinloos om Beethoven en Debussy, Voltaire en Burke, Vermeer en Picasso, Notre Dame en St Paul’s, gekookte biefstuk en bouillabaisse op een hoop te gooien en ze voor te stellen als elementen van een Europese muzikale, filosofische, artistieke, architecturale of gastronomische realiteit. Indien Europa ons charmeert, zoals het mij zo vaak heeft gecharmeerd, dan is het vanwege zijn contrasten en tegenstellingen niet vanwege zijn coherentie en continuïteit.’

Extra: ‘Wat bedoelt u met het oprichten van een speciaal departement voor het probleem? Ik heb u gevraagd het probleem op te lossen, niet het erger te maken. Eens we een gans overheidsdepartement hebben wiens omvang, loon en voordelen van dat probleem afhangt, raakt het nooit meer opgelost.’

(Bron: Wikiquote)