Zuid-Korea, Japan en de Verenigde Staten verbieden de invoer van producten uit Noord-Korea, maar kunnen toch niet beletten dat visproducten van die gemeenschappelijke vijand op hun markten te koop worden aangeboden. Het probleem is vooral te wijten aan een aantal Chinese visbedrijven die zich grotendeels over de grens in Noord-Korea bevoorraden. De producten blijken vaak afkomstig uit Yanji, een Chinese stad in het grensgebied met Noord-Korea. Handelaars in Yanji erkennen hun voorraden in Noord-Korea te kopen en vervolgens in hun eigen fabrieken met een Chinees label te verpakken voor de export naar diverse landen, waaronder Zuid-Korea, Japan en de Verenigde Staten.
Verenigde Naties
De overheidskrant van de Chinese provincie Jilin, die ook Yanji omvat, maakte in september al bekend dat in de regio Noord-Koreaanse en Russische visproducten worden verwerkt voor onder meer de export naar Zuid-Korea, Japan en de Verenigde Staten. In die drie naties geldt een verbod op de verkoop van producten uit Noord-Korea, maar de import is ook geblokkeerd van goederen uit andere landen, maar die van Noord-Koreaanse ingrediënten gebruik hebben gemaakt. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties vaardigde recent nieuwe sancties uit tegen Noord-Korea als reactie op nieuwe nucleaire test die het land in september heeft uitgevoerd. China mag van de Verenigde Naties wel Noord-Koreaanse visproducten invoeren, op voorwaarde dat die handel daadwerkelijk ten goede komt aan de vissers van zijn buurland. In praktijk blijkt het echter quasi onmogelijk te achterhalen of de producten werden geleverd door onafhankelijke vissers of afkomstig zijn van staatsbedrijven. China zegt in een commentaar de sancties van de Verenigde Naties te respecteren, maar zich niet gebonden te voelen door unilaterale maatregelen die door landen zoals de Verenigde Staten, Japan en Zuid-Korea werden genomen. Visproducten zijn na steenkool, textiel en mineralen het vierde grootste product in de export van Noord-Korea naar China. (mah)