Bij crowdfunding voor wetenschappelijke onderzoek blijken vrouwen meer fondsen te kunnen verzamelen dan mannen. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers aan de European School of Management and Technology Berlin, de MIB Politecnico di Milano en de University of Florida. De studie toonde dat mannelijke wetenschappers 43 procent van hun doelstellingen op het gebied van financiering konden bereiken. Bij hun vrouwelijke collega’s bleek dat aandeel echter op te lopen tot 57 procent.
De onderzoekers baseerden zich daarbij op een analyse van meer dan zevenhonderd campagnes op Experiment.com. Dat is het grootste gespecialiseerde platform voor crowdfunding van wetenschappelijk onderzoek. Uit het onderzoek kwam tevens naar voor dat studenten en beginnende onderzoekers bij crowdfunding meer kans op slagen hebben dan oudere en gevestigde wetenschappers.
Andere criteria
“De studie suggereert dat het publiek bij zijn beslissingen over de financiering van wetenschappelijke projecten andere criteria hanteert dan de traditionele bronnen,” zegt onderzoeksleider Henry Sauermann, professor strategie aan de ESMT Berlin. “De meeste indieners van wetenschappelijke campagnes op de site zijn mannen. Vrouwen bleken bij de financiering van hun projecten over het algemeen echter grotere successen te boeken.”
De onderzoekers benadrukken dat crowdfunding in de wetenschappelijke sector een aantal belangrijke voordelen kan bieden. “Onder meer blijkt het mogelijk om ook voor minder conventionele projecten de nodige middelen te verzamelen,” benadrukt professor Sauermann. “Bovendien kan de financiering ook veel sneller gebeuren.”
“Crowdfunding is voor de financiering van zakelijke, artistieke en sociale projecten al een belangrijk platform gebleken. Hoewel dit type van financiering voor wetenschappelijk onderzoek nog in de kinderschoenen staat, blijkt uit de studie dat het kanaal aan onderzoekers grote mogelijkheden kan bieden. Een aantal universiteiten moedigen hun wetenschappers zelfs aan om voor de realisatie van hun projecten naar campagnes met crowdfunding te grijpen.”
Kleine bedragen
De onderzoekers betogen verder dat de wetenschappers met crowdfunding relatief kleine bedragen ophalen. In de studie was er sprake van een gemiddeld bedrag van 6.460 dollar per project. Verder bleek dat professoren bij de indiening van projecten slechts 33 procent van hun doelstellingen konden halen. Bij wetenschappers met een lagere graad loopt dat echter op tot 61 procent. Deze groep vroeg in het algemeen wel kleinere budgetten. Ook een vermelding van eerdere wetenschappelijke publicaties rond het project bleek niet tot grotere successen te leiden.
Een concrete verklaring voor het fenomeen is volgens professor Sauermann moeilijk te geven. “Jonge wetenschappers zijn misschien meer vertrouwd met nieuwe media,” zegt de onderzoeker. “Misschien lukken ze er daardoor in op sociale media efficiënter contact te leggen met het publiek. Mogelijk hebben ze ook meer creatieve ideeën. Men kan echter ook niet uitsluiten dat het publiek liefst een underdog steunt. Verder onderzoek moet de achterliggende reden voor de verschillen kunnen achterhalen.”
“Crowdfunding biedt de wetenschap ongetwijfeld nieuwe opportuniteiten,” concludeert Sauermann. “Er is hier echter sprake van een relatief nieuw fenomeen. Het is dan ook nog niet duidelijk waar de limieten zouden kunnen liggen. Het zou onder meer mogelijk kunnen zijn dat crowdfunding vooral uitmondt in projecten die vooral heel sexy lijken, maar daarom niet noodzakelijk een belangrijke bijdrage tot de wetenschap leveren.”
