Afschrikkingsdilemma’s in de moderne wereld

We leven in een wereld waar geopolitieke stabiliteit grotendeels berust op afschrikking. Maar hoe kunnen we bewijzen dat afschrikking werkt?

Neem de huidige oorlog in Europa. Vanaf december 2021 waarschuwde de Amerikaanse president Joe Biden de Russische president Vladimir Poetin dat Rusland zware nieuwe sancties tegemoet zou kunnen zien als hij Oekraïne zou binnenvallen, maar dat mocht niet baten. Toen de Verenigde Staten en hun Europese bondgenoten de plannen van Rusland dwarsboomden door wapens te leveren aan Oekraïne, dreigde Poetin met de nucleaire optie. Maar de westerse hulp ging onverminderd door.

Is de afschrikking nu mislukt of juist geslaagd? Het beantwoorden van deze vraag is een probleem omdat je dan moet beoordelen wat er zonder de dreiging gebeurd zou zijn. Het is moeilijk iets dergelijks te bewijzen. Als ik een bordje op mijn voordeur hang met ‘Geen olifanten’ en er geen olifanten in mijn huis zijn, heb ik ze dan afgeschrikt? Dat hangt af van de kans dat er überhaupt geletterde olifanten binnenkomen.

Niet altijd zwart-witkeuze

De oorlog in Oekraïne toont aan dat risicobeperking niet altijd een zwart-witkeuze is, maar vaak een kwestie van gradaties. Misschien geloofde Poetin, rekenend op een zwak westers bondgenootschap, dat de sancties zouden mislukken. Maar hij heeft er tot dusver van afgezien bevoorradingslijnen in NAVO-landen aan te vallen. En hoewel het Westen van zijn kant Oekraïne is blijven bewapenen ondanks Poetins nucleaire dreigementen, is het terughoudend geweest om raketsystemen met een groter bereik of moderne gevechtsvliegtuigen te leveren.

Geloofwaardigheid is essentieel om afschrikking te laten werken: dreigen met een maximale reactie om een minder belangrijk belang te verdedigen, tast de geloofwaardigheid aan. Dit geldt in het bijzonder wanneer een nucleaire mogendheid belooft haar paraplu uit te breiden om een ver land te verdedigen.

Tijdens de Koude Oorlog breidden de VS en de USSR op geloofwaardige wijze hun nucleaire afschrikking uit tot respectievelijk West- en Oost-Europa. Terwijl sommige analisten sceptisch waren dat de VS New York zouden riskeren om de geïsoleerde enclave West-Berlijn te verdedigen, werkte de dreiging, deels vanwege de Amerikaanse troepen die in Berlijn gestationeerd waren. Hoewel de zogenaamde Berlijnse Brigade te klein was om de stad tegen een Sovjetinvasie te verdedigen, zorgde zij ervoor dat een kernaanval op de stad Amerikaanse slachtoffers zou eisen. (Tegelijkertijd bleken de Amerikaanse strijdkrachten in Europa, zowel nucleair als conventioneel, geen geloofwaardig afschrikmiddel tegen de militaire interventies van de Sovjet-Unie in Hongarije in 1956 of Tsjecho-Slowakije in 1968).

Situatie in Korea

Deze geschiedenis is relevant voor de huidige situatie in Korea, waar Noord-Korea kernwapens heeft en Zuid-Korea gebonden blijft aan het Non-Proliferatie Verdrag. Uit een recente opiniepeiling bleek dat ruim zeventig procent van de Zuid-Koreanen er voorstander van is dat hun land een eigen kernwapenarsenaal ontwikkelt. Toen de Zuid-Koreaanse president Yoon Suk-yeol in april een ontmoeting had met Biden, kwamen zij overeen dat de VS een nucleair bewapende onderzeeër in de buurt van het Koreaanse schiereiland zou stationeren en het overleg met Zuid-Korea over nucleaire en strategische planning zou verdiepen, vergelijkbaar met de betrokkenheid van de VS bij de NAVO-bondgenoten tijdens de Koude Oorlog.

De geloofwaardigheid van de uitgebreide afschrikking van de VS wordt in dit geval, net als in het voorbeeld van Berlijn, versterkt door de aanwezigheid van 28.500 VS-troepen in Zuid-Korea. De twee landen zijn verenigd in een ‘lotsgemeenschap’ omdat Noord-Korea Zuid-Korea niet kan aanvallen zonder Amerikanen te doden. Voorbereidingsbases in Japan bieden dezelfde garantie. Daarom waren de veelvuldige overwegingen van de voormalige Amerikaanse president Donald Trump over de terugtrekking van troepen uit landen als Japan en Zuid-Korea zo schadelijk.

Ineffectiviteit van nucleaire intimidatie

Het presidentschap van Trump benadrukte ook de ineffectiviteit van nucleaire intimidatie en steekpenningen. Toen Noord-Korea in 2017 met succes een intercontinentale ballistische raket testte, dreigde Trump met ‘vuur en woede zoals de wereld nog nooit heeft gezien,’ zonder enig effect te sorteren. Vervolgens probeerde hij directe diplomatie. Na een ontmoeting met de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un in 2018 – een lang gezocht doel voor het buitenlands beleid van het Noorden – voorspelde hij onbeschaamd een snel einde van het kernwapenprogramma van het land. Tot niemands verrassing ontwapende Noord-Korea niet. Volgens Kim hangen zijn reputatie en het lot van zijn familiedynastie af van kernwapens.

Het geval Taiwan, dat China als zijn grondgebied beschouwt, laat zien hoe veranderende omstandigheden beproefde afschrikkingsstrategieën op de proef kunnen stellen. Toen president Richard Nixon en voorzitter Mao Zedong elkaar in 1972 ontmoetten om de betrekkingen tussen de VS en China te herstellen, werden zij het niet eens over de status van Taiwan. Uiteindelijk ontwierpen de twee partijen een formule om de kwestie uit te stellen: de VS zouden ‘één China’ erkennen, de Volksrepubliek op het vasteland, maar ook verklaren dat de mensen aan beide zijden van de Straat van Taiwan Chinezen waren. De VS leverde wapens aan Taiwan in overeenstemming met de Taiwan Relations Act, maar erkende het land niet als soeverein land.

Jarenlang weigerden de VS te zeggen of zij Taiwan zouden verdedigen. Toen ik tijdens de regering-Clinton als functionaris van het Pentagon Beijing bezocht, vroegen mijn gastheren of ons land oorlog zou voeren om Taiwan. Ik antwoordde dat niemand dat kon weten en merkte op dat, hoewel minister van Buitenlandse Zaken Dean Acheson in zijn toespraak van 12 januari 1950 verzuimde Zuid-Korea in Amerika’s verdedigingsperimeter op te nemen, de VS slechts zes maanden later aan de Koreaanse oorlog zouden gaan deelnemen. Vertrouwend op wat de afschrikkingstheoreticus Thomas Schelling ‘de dreiging die iets aan het toeval overlaat’ noemde, waarschuwde ik de Chinezen om ons niet op de proef te stellen.

‘Dubbele afschrikking’

Wat sommigen een beleid van ‘strategische ambiguïteit’ noemen, kan beter worden omschreven als ‘dubbele afschrikking,’ niet alleen bedoeld om te voorkomen dat China geweld gebruikt tegen het eiland, maar ook om Taiwan ervan te weerhouden de jure onafhankelijkheid uit te roepen. Sommige analisten vrezen nu dat deze strategie erodeert naarmate de militaire macht van China toeneemt en Amerikaanse wetgevers Taiwan in steeds grotere getale bezoeken. Bij vier afzonderlijke gelegenheden heeft Biden verklaard dat de VS Taiwan zouden verdedigen, waarna het Witte Huis telkens een verklaring aflegde waarin het vasthield aan het ‘één China’-beleid. In deze context zal het uitstippelen van een route die geen zwakte of escalatie uitlokt doorslaggevend zijn om een totale oorlog te vermijden.

De geschiedenis herinnert ons eraan dat de beoordeling van het succes van afschrikking moeilijk kan zijn. Er zijn sommige factoren, zoals geloofwaardigheid, die cruciaal zijn voor het bereiken van de gewenste resultaten. Maar aangezien de afschrikkingsdilemma’s zich blijven ontwikkelen en vermenigvuldigen, is het onderzoeken van de grenzen van de strategie even belangrijk voor het vinden van een aanpak die werkt.


Vertaling: Menno Grootveld

Joseph S. Nye, Jr., hoogleraar aan de Harvard Universiteit en voormalig onderminister van defensie van de VS, is de auteur van het recent verschenen Do Morals Matter? Presidents and Foreign Policy from FDR to Trump (Oxford University Press, 2020).
Copyright: Project Syndicate, 2023
www.project-syndicate.org

Meer