Tijdens haar bezoek aan Oekraïne heeft de Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen gezegd dat de acties van Rusland in onder meer Boetsja en Kramatorsk oorlogsmisdaden lijken te zijn. “Advocaten moeten nu de vermeende incidenten onderzoeken”, klonk het zaterdag.

Von der Leyen was vrijdag en zaterdagvoormiddag aanwezig in Oekraïne als symbool voor de Europese steun aan het belegerde land. “Het Oekraïense volk verdient onze solidariteit”, zei ze donderdag op een persconferentie in Stockholm alvorens door te reizen naar Oekraïne. “Ik wil een boodschap van niet-aflatende steun sturen naar het Oekraïense volk en hun moedige strijd voor onze gemeenschappelijke waarden.”

Tijdens het bezoek aan het Oost-Europese land heeft ze onder meer een envelop met aanvraagformulier voor een EU-lidmaatschap aan de Oekraïense president Volodimir Zelenski overhandigd. Ze beloofde daarbij dat die onderhandelingen versneld kunnen opgestart worden.

Oorlogsmisdaden

De commissievoorzitter heeft vrijdag Boetsja bezocht. In die stad zijn na het vertrek van de Russen talloze burgerslachtoffers gevonden. Verschillende partijen hebben intussen opgeroepen om een onderzoek te starten naar de oorlogsmisdaden.

Ook in andere steden, waaronder Borodjanka, is er sprake van oorlogsmisdaden. Daar komt nog eens bij dat een treinstation in de stad Kramatorsk, in het oosten van Oekraïne, vrijdagochtend getroffen werd door een raketaanvaL Volgens de lokale gouverneur zouden daarbij al minstens vijftig doden gevallen zijn.

“Zorgvuldig onderzoek is nodig”

Na haar bezoek aan Oekraïne zei von der Leyen zwaar onder de indruk te zijn van wat ze gezien heeft in het Oost-Europese land. “Mijn instinct zegt: als dit geen oorlogsmisdaad is, wat is het dan wel, maar ik ben arts van opleiding en juristen moeten zorgvuldig onderzoek doen”, klonk het zaterdag net voor haar treinrit huiswaarts.

“Ik zag de foto’s die de Oekraïense premier Denys Shmyhal me liet zien: het doden van mensen terwijl ze voorbij lopen. We konden ook met eigen ogen zien, dat de verwoesting in de stad bedoeld was om de burgers te treffen. Woongebouwen zijn geen militair doelwit”, zei ze, verwijzend naar hetgeen zich heeft afgespeeld in Boetsja.

Tot op vandaag blijft Moskou volhouden dat het zich niet heeft schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden. Het land ontkent burgers als doelwit te nemen in wat het Kremlin een “speciale militaire operatie” noemt om het buurland te demilitariseren en te “denazificeren.”