Erdogan heeft de Turkse staat naar zijn ideaal geboetseerd, maar heeft tegelijkertijd alle kennis die in overheidsrangen zat, weggezuiverd. Na de mislukte coup van 2016, die door Erdogan werd toegeschreven aan de in ballingschap levende geestelijke Fethullah Gulen, begon de Turkse staat aan een massale zuivering van zijn ambtenarenkorps. Met een gigantisch verlies van kennis en expertise als gevolg, schrijft Semra Alkan op de website Karar.

Tienduizenden ambtenaren, waaronder meer dan 2.000 rechters, werden gearresteerd of ontslagen. Bijkomende zuiveringscampagnes volgden en tegen 2018 – toen de herkozen Erdogan het Turkse parlementaire politieke systeem begon te transformeren in een systeem waarbij alle macht bij de president kwam te liggen – was al 10 procent van de 2 miljoen Turkse ambtenaren op straat gezet.

Dat waren voornamelijk mensen die buiten het Turkse “pensée unique” dachten. Als gevolg daarvan lijkt elke vooruitgang geblokkeerd en verzinkt het land stilaan in chaos. “Wie zijn de mensen die hen hebben vervangen? Ongekwalificeerde lakeien van de heersende politieke klasse?”, vraagt Alkan zich af. 

Galopperende inflatie

Als gevolg daarvan verliest het Turkse volk zijn geloof in het rechtssysteem. Erdogan clasht ook keer op keer met zijn westerse- en NAVO-bondgenoten. Dan is er de economie. Een galopperende inflatie (bijna 20 procent in oktober) en de Turkse lira die elke dag verder ontwaardt tegenover de Amerikaanse dollar en de euro, weerhouden Erdogan er niet van de rentevoeten verder omlaag te halen. Erdogan stelt dat de hoge rente een hoge inflatie veroorzaakt, maar dat gaat in tegen de gangbare economische theorie. Normaliter zal een renteverlaging leiden tot hogere prijzen. Vorige maand had Erdogan nog twee belangrijke toplui van de Turkse centrale bank de laan uitgestuurd. Erdogan had eerder al toplui van de centrale bank vervangen.

Steeds meer ambitieuze, jonge Turken verlaten ondertussen het land en zoeken elders hun toekomst. “De Turkse staat is afgemaakt”, besluit Alkan.

(jvdh)