Tijd voor een ernstige pensioenhervorming

Verschillende eerdere regeringen namen al maatregelen om ons pensioenstelsel voor te bereiden op de impact van de vergijzing, maar die maatregelen waren onvoldoende. Nu ligt de hervorming van de pensioenen op tafel voor deze regering. De eerste signalen op dat vlak zijn weinig geruststellend.  

Een van de belangrijke dossiers voor de toekomst van onze welvaartsstaat op de agenda van deze regering is de hervorming van de pensioenen. De veroudering van de bevolking zet ons pensioenstelsel immers onder druk. In 2022 (na de coronacrisis) zullen de jaarlijkse overheidsuitgaven voor pensioenen 3% van het bbp, of een kleine 15 miljard euro, hoger liggen dan in 2000. Volgens raming van de Studiecommissie voor de vergrijzing komt daar tegen 2040 nog eens 2% van het bbp, of zo’n 10 miljard euro, aan jaarlijkse uitgaven bij. Voor de duidelijkheid, die ramingen zijn gebaseerd op vrij optimistische hypothesen rond economische groei en langer werken, en houden nog geen rekening met de beloftes van hogere (minimum)pensioenen. Het zit er dik in dat de factuur dus nog verder oploopt. 

Vorige regeringen namen al maatregelen zoals het Zilverfonds (2001), het Generatiepact (2005) en de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd (2015), maar die waren ruimschoots ontoereikend om de impact van de vergrijzing op te vangen. Nu is het aan deze regering om een geloofwaardig en houdbaar pensioenstelsel uit te werken. Voorlopig focuste de regering vooral op bijkomende pensioenbeloftes, zoals een minimumpensioen van 1.500 euro, zonder aandacht voor de financiering. Het eerste ballonnetje over die financiering ging in de richting van extra belastingen op aanvullende pensioenen, wat de geloofwaardigheid van het hele systeem niet ten goede zou komen.  

De pensioenhervorming wordt een lastig dossier voor deze regering, maar we hebben op dit vlak al veel te veel tijd verloren. De eerste ernstige analyses van de impact van de vergrijzing zijn ondertussen al 30 jaar oud. En volgens de Europese Commissie kijken wij de komende decennia aan tegen één van de zwaarste vergrijzingsfacturen in Europa. Niet omdat de vergrijzing hier zoveel harder toeslaat, maar omdat we ons er te weinig op voorbereid hebben. Een verregaande pensioenhervorming is belangrijk om onze overheidsfinanciën onder controle te krijgen, om de houdbaarheid van onze welvaartsstaat te verzekeren, en vooral om het vertrouwen in het pensioenstelsel te herstellen. 

Een paar suggesties voor die pensioenhervorming:

  • Verbreed en versterk de aanvullende pensioenpijlers gebaseerd op kapitalisatie: ons huidige pensioenstelsel steunt bijna volledig op repartitie (d.w.z. bijdragen van de huidige werkenden financieren de huidige pensioenen), een evenwichtigere verdeling tussen financiering op basis van repartitie en van kapitalisatie (waarbij reserves opgebouwd worden) zou de risico’s in het pensioenstelsel beter spreiden
  • Versterk de financieringsbasis van de pensioenen door incentieven in te bouwen om mensen langer aan het werk te houden en door het gewicht van gelijkgestelde periodes (dit zijn periodes waarin niet gewerkt wordt, maar toch pensioenrechten opgebouwd worden, en die zijn vandaag goed voor een derde van de pensioenopbouw in het werknemersstelsel) te verlagen
  • Breng de ambtenarenpensioenen in lijn met het werknemersstelsel: het kernargument voor een veel genereuzer ambtenarenpensioen, m.n. als een soort van uitgesteld loon om de lagere lonen in de publieke sector te compenseren, gaat al lang niet meer op. Volgens verschillende studies zijn de lonen in de publieke sector voor vergelijkbare profielen op een gelijkaardig niveau als in de privé
  • Vermijd extra pensioenbeloftes zonder uitgewerkte financiering: zoals eerder aangegeven is de financiering van het huidige pensioenstelsel nog niet verzekerd, laat staan dat er ruimte is voor extra pensioenbeloftes
  • Bundel de maatregelen in één grote hervorming met een duidelijke doelstelling: de geloofwaardigheid en de houdbaarheid van het pensioenstelsel verzekeren   

De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek ‘Terug naar de feiten’

Meer