In het nieuws: De Universiteit van St. Gallen en de IMD Business School berekenden in een studie dat minder dan 9 procent van de westerse bedrijven effectief Rusland verlieten.

• Al een week na de Russische invasie kondigden vele grote bedrijven en multinationals uit de economieën van de G7-leden aan dat ze hun ondernemingstakken in Rusland zouden afweren. Daartoe behoren grote namen zoals McDonalds, Renault en Siemens.
• Het onderzoek bekeek een totaal van 2.405 dochterondernemingen van 1.404 bedrijven uit de EU en G7 die actief waren in Rusland tijdens de invasie. Tegen november 2022 kwam het aantal afgestoten dochterondernemingen in Rusland neer op slechts 8,5 procent. Dat is iets minder dan een op de tien (of ongeveer 120 ondernemingen).
• Het aantal Amerikaanse bedrijven dat Rusland verliet lag hoger dan die uit Europa en Japan. Al ligt dat cijfer nog steeds maar op 18 procent afgestoten dochterondernemingen, dus ook niet zo bijzonder hoog. Dat betekent dat ondanks de druk van politici, ngo’s en de media, bedrijven zich niet ten volle hebben ingezet op Rusland verlaten.
• Toch een kleine kanttekening: het is niet zo simpel om als bedrijf een land te verlaten. Het aantal geïnteresseerde kopers om de onderneming aan over te dragen, is niet zo groot. Ook de onderneming laten nationaliseren is niet altijd een optie, want dat zou soms gepaard kunnen gegaan met een verlies van intellectueel eigendom – te zeer gegeerd door elk moederbedrijf.
  • Tot slot speelt ook mee dat het soms te verlieslatend is voor een bedrijf om zich terug te trekken uit Rusland. Maar zolang het conflict blijft aanslepen, en bedrijven door de sancties evengoed pijn lijden, zullen die toch de moeilijke keuze moeten maken.
  • Andere bedrijven worden niet geraakt door de sancties, zoals de farmaceutische firma’s Roche en Novartis, en willen mogelijk hun werknemers en klanten niet in de steek laten.

(kg)