Pfizer weigerde elke overheidssubsidie voor een coronavaccin en voelt zich daar zeer goed bij

Begin maart 2020 besloot Albert Bourla, de CEO van farmabedrijf Pfizer, om zo’n 2 miljard dollar op het spel te zetten om een vaccin tegen het coronavirus te ontwikkelen. In een interview met de Engelse website The Conversation zei Bourla dat het bedrijf daarvoor een aantal specifieke beslissingen nam, zoals de introductie van nieuwe technologie en de keuze geen overheidsgeld te aanvaarden.

Ondanks dat het nooit eerder een goedgekeurd vaccin opleverde, koos Pfizer ervoor om een specifieke technologie te gebruiken die de naam mRNA draagt. Bourla legt die keuze uit: ‘Mijn team heeft elke technologie grondig bestudeerd en daaruit bleek dat mRNA de beste keuze was. Zodra het vaccin met die technologie ontwikkeld was, zou het zeer snel kunnen worden opgeschaald. Als het succesvol was, zouden we de eerste zijn.’ 

Lees ook: Europa bestelt 200 miljoen extra dosissen van Pfizer-vaccin

Snel aanpasbaar

De behoefte om snel te kunnen werken, was dus een van de redenen om voor zo’n mRNA-vaccin te kiezen. Een ander voordeel is dat het genetische recept voor het vaccin ontzettend snel gewijzigd kan worden. ‘Zowel snelheid als flexibiliteit was van essentieel belang. Daarom zou dit ook goed zijn voor griep. Elk jaar zijn de vaccins daarvoor anders dan het jaar voordien. Met andere technologieën duurt het maanden om ze te ontwikkelen. Met de mRNA-technologie zou je daar maar een paar weken voor nodig hebben’, verduidelijkt Bourla. 

Daarom is een vaccin met dergelijke technologie ontwikkeld ook een potentieel wapen tegen de opduikende varianten van het coronavirus. Volgens Bourla kan je nu heel snel een nieuwe versie van het vaccin ontwikkelen die de huidige immunogeniciteit, het vermogen van de antigenen om antistoffen aan te maken, vergroot. Je kan ook snel een heel ander vaccin maken dat de nieuwe mutaties zal dekken. Al is die snelheid relatief. ‘Dit hangt van verschillende factoren af, zoals onder andere het regelgevend kader. Maar ik denk dat we binnen twee maanden wel een nieuw vaccin kunnen hebben’, aldus Bourla.

Niet aan banden gelegd door overheid

Toen Pfizer in oktober zijn vaccin voorstelde, kreeg het bedrijf te maken met de Amerikaanse politiek. Het kwam in het middelpunt te staan van een heftig gevecht in de presidentiële campagne. Bourla deelt zijn ervaring daarover: ‘Oktober was ons doel toen we aan het vaccin begonnen in maart, omdat ik dacht dat het dan griepseizoen was. Ik had er niet aan gedacht dat er verkiezingen waren in november. Uit presidentiële debatten bleek dat sommigen wilden dat we sneller gingen en anderen net dat we trager gingen. Zo werkt het niet. Wij werken aan de snelheid die de wetenschap ons toelaat.’ 

Bij het begin van de ontwikkeling van het vaccin maakte Bourla samen met zijn team de keuze om geen overheidsgeld ter financiering te aanvaarden. Dat zou volgens Bourla consequenties gehad hebben. ‘Ik realiseerde me dat als je geld van de overheid aanneemt, het onmogelijk wordt ze een plaats aan tafel te weigeren. Ze willen dan inspraak.’

‘Ik moet ook zonder subsidies al mijn best doen om Pfizer door het politieke mijnenveld te loodsen.’

‘Mijn doel was net om alle bureaucratie uit het bedrijf te halen. Ik wilde zelf beslissingen nemen.’ Als Pfizer had gefaald zonder hulp van de overheid, dan zou dat volgens Bourla wel pijnlijk geweest zijn. ‘Zou dat daarentegen het einde van Pfizer hebben betekend? Absoluut niet.’ De Amerikaanse presidentsverkiezingen waren volgens de CEO van Pfizer nog een reden om geen overheidsgeld aan te nemen. ‘Als je dan geld hebt aangenomen, dan wordt alles wat je doet nog meer politiek geladen. Ik moet ook zonder subsidies al mijn best doen om Pfizer door het politieke mijnenveld te loodsen’, besluit Bourla. (jvdh)