Paus maakt zich zorgen over homoseksualiteit binnen de Kerk

Paus Franciscus maakt zich zorgen over homoseksualiteit binnen de katholieke kerk. Dat heeft Franciscus gezegd in een interview met pater Fernando Prado, auteur van het boek ‘The Strength of Vocation’. Franciscus stelde dat al bij de vorming en evaluatie van toekomstige geestelijken een grote aandacht aan dit gegeven moet worden besteed.

“De kwestie van homoseksualiteit is een zeer ernstig vraagstuk dat vanaf het begin met de kandidaten adequaat moet worden benaderd,” zegt Franciscus in het boek. “We moeten ons veeleisend opstellen. In onze samenleving lijkt homoseksualiteit momenteel een modieus concept, maar die mentaliteit beïnvloedt op een of andere manier ook het leven van de kerk.”

“Dit is een gegeven waarover ik me zorgen maak, misschien ook al omdat homoseksualiteit binnen de kerk lange tijd niet veel aandacht kreeg. De menselijke en affectieve vorming van kandidaten voor het priesterschap of het religieuze leven moet heel omzichtig worden aangepakt.”

Genegenheid

“Wanneer aan deze aspecten geen aandacht wordt besteed, dreigen de problemen toe te nemen,” benadrukt de paus nog. “Men moet ermee rekening houden dat sommige kandidaten tijdens hun vorming nog niet bewust zijn van hun eventuele homoseksuele geaardheid en dat besef pas later krijgen.”

“Homoseksualiteit is een realiteit die we niet kunnen ontkennen. Er is in het religieuze leven ook geen gebrek aan voorbeelden. Sommige religieuze oversten vinden dat er geen probleem is en gaan ervan uit dat homoseksualiteit slechts een uiting was van genegenheid. Dat is een vergissing. Homoseksualiteit is veel meer en in het godgewijde en priesterlijke leven is er voor dat soort genegenheid geen ruimte.”

“De kerk moet dan ook aanbevelen dat homoseksuele mensen niet tot een religieus leven kunnen worden toegelaten,” beklemtoont Franciscus. “Een homoseksueel is in de beleving van een godgewijd leven niet op zijn plaats.”

Celibatair

“Bovendien moeten homoseksuele geestelijken worden aangespoord om celibatair te leven,” betoogt de paus. “Ze moeten een integer en onberispelijk verantwoordelijk gedrag tonen. Bovendien moeten ze te allen prijze vermijden dat ze door een dubbelleven hun gemeenschap en de gelovige samenleving schade zouden kunnen toebrengen.”

In het gesprek met Fernando Prado zei Franciscus verder nog dat er verschillende grenzen zijn aan de tolerantie die tijdens de opleiding van nieuwe geestelijken kan worden gehanteerd. “Wanneer men geconfronteerd wordt met kandidaten die duidelijke tekenen van neurose of mentaal onevenwicht tonen en moeilijk kunnen worden gekanaliseerd, moet men concluderen dat deze mensen niet geschikt zijn voor het priesterschap of het religieuze leven.”

“Ze moeten worden geholpen om een andere richting uit te gaan, maar men hen niet aan hun lot overlaten. Deze mensen moeten worden begeleid, maar ze mogen niet tot een religieus ambt worden toegelaten. “Men moet altijd in gedachten houden dat religieuzen de personen zijn die ten dienste staan van de kerk, de christelijke gemeenschap en het volk van God.”

“Dat perspectief mogen wij niet uit het oog verloren. We moeten echter voor deze mensen zorgen, zodat ze een psychologisch en affectief gezond leven kunnen leiden.”

Meer