De kans dat we op de verkeerde plek van afspraak belanden, is behoorlijk reëel. We ontmoeten Darren Tu namelijk tijdens de plechtige overhandiging van de officiële auto voor Miss België— jarenlang het privilege van Peugeot. Tot overmaat van verwarring staat de Franse showroom in Beersel pal naast die van Omoda en Jaecoo. Maar laat dat geen twijfel zaaien. Tegenwoordig hijst Karen Jansen haar ranke benen niet langer in een dakloos modelletje met een klauwende leeuw op de neus, maar gracieus in een Omoda 5. Of het symbolisch is dat de Chinezen het kroontje van de Fransen hebben afgepakt? “We vinden Miss België een geknipte ambassadrice om Omoda de broodnodige bekendheid te geven", steekt Tu van wal.
Nodig inderdaad, want Omoda en Jaecoo zijn sinds vijf maanden aanwezig op de Belgische markt, dus zijn ze nog lang niet ingeburgerd en bekend. Hoe zou u ze voorstellen?
Omoda mikt meer op een jonger publiek, wat stedelijker, en modieuzer. Het is SUV-gericht en stelt zich wat hipper voor. Jaecoo verbindt zich meer met luxe en outdoor. Dat is een van de redenen waarom we een versie met verbrandingsmotor hebben van de Jaecoo 7. Deze auto kan ook zijn mannetje staan op het zware terrein. In prijs, en toegankelijkheid ontlopen ze elkaar niet zo fel; het gaat meer om verschillende doelgroepen.

Wie ziet u als de voornaamste concurrenten?
We meten ons in de eerste plaats met Kia. MG heeft een vergelijkbaar profiel, maar draait meer volume. Aan de elektrische kant kijken we vooral naar BYD. In Spanje, bijvoorbeeld, verkopen we momenteel 2.000 wagens per maand – dat is vergelijkbaar met BYD. We zitten elkaar op de hielen. Ons voordeel? We bieden niet alleen hybrides, plug-inhybrides en elektrische modellen aan, maar ook nog klassieke verbrandingsmotoren. Al is het wel de bedoeling om die de komende jaren geleidelijk uit te faseren. Onze focus ligt op new energy vehicles (geëlektrificeerde modellen, nvdr.).
Mede door scherpe prijzen richten Omoda en Jaecoo zich vooral op privéklanten. Wat verwacht je dan van de volledig elektrische 5, een aandrijving die vooral op professionelen mikt?
Wel, we volgen een tweeledige strategie. In een eerste fase richten we ons op particuliere klanten – we zijn er namelijk van overtuigd dat ze op dit moment nog vaak de voorkeur geven aan een verbrandingsmotor. Pas in een tweede fase zullen we ons focussen op het professionele segment. De B2B-markt biedt in België immers enorm veel potentieel. In Vlaanderen vertegenwoordigt die sector zo’n 70% van de autoverkoop – dat kunnen we simpelweg niet negeren. Voor dat kanaal zetten we vooral in op onze plug-inhybrides en volledig elektrische modellen.

U heeft een mooi parcours in Spanje achter de rug, met een verkoop die Omoda boven bijvoorbeeld Alfa Romeo en Land Rover plaatst. Wat is het geheim van dat succes?
Drie pijlers. Eerst en vooral: het product is echt goed. Daarnaast klopt ook de prijs. Voor mij bepaalt de juiste prijs mee of een product als ‘goed’ wordt ervaren of niet. Ten tweede hebben we in Spanje een sterk netwerk uitgebouwd, met tachtig showrooms. De meeste van onze dealers behoren tot de top van de markt. En ten derde hebben we zwaar ingezet op aftersales: we garanderen een toeleveringslijn naar de dealers van maximaal 24 uur.
Speelt het daar dan niet mee dat jullie moederholding Chery lokaalt produceert in Spanje, in een oude Nissan-fabriek?
Uiteraard. Ook dat is aftersales: lokaal produceren bouwt consumentenvertrouwen op en ontzorgt de klanten.

Chinese merken hebben geen al te beste naam op het vlak van reserveonderdelen en herstellingen. Jullie pakken het anders aan?
We hebben ons lesje geleerd van andere Chinese beginnende merken. Omoda en Jaecoo beschikken daarom over een onderdelenmagazijn in Nederland voor de Benelux, en nog één vlak bij Madrid voor Spanje en Portugal. Daardoor kunnen we onderdelen tijdig bij de dealers krijgen. Bovendien zorgen we voor voldoende voorraad én bieden we de dealers een kredietlijn. Zo hebben ze genoeg onderdelen op stock om herstellingen vaak nog dezelfde dag uit te voeren. Wij nemen aftersales heel serieus.
Waarom heeft u ervoor gekozen om de verkoop direct via dealers te organiseren, en niet via een importeur, zoals BYD?
Ten eerste: de Belgische markt is met een capaciteit van 500.000 wagens per jaar best groot. Ten tweede: als we goede service en een aantrekkelijke prijs willen bieden, moeten we het aantal tussenschakels beperken. Wie echt naar de klant wil luisteren, werkt beter rechtstreeks via dealers. In België hebben we vandaag 18 dealers, en we zijn nog met 17 in gesprek — Luxemburg inbegrepen. Tegen het einde van het jaar mikken we op een dertigtal actieve verkooppunten.

Restwaardes zijn voor nieuwe merken een struikelblok. Met welke mechanismen kunnen jullie de twijfel daaromtrent wegnemen?
We hanteren in de eerste plaats een stabiele prijsstrategie. We laten ze bewust niet schommelen, zodat de restwaarde van onze wagens op peil blijven. We leggen momenteel ook geen prioriteit op de rentalmarkt die gevoeliger is voor restwaardes.