SUV’s zijn almaar populairder bij Europeanen. De cijfers liegen er niet om: hun marktaandeel steeg van 12% in 2010 naar 56% vorig jaar. Ze zijn dus goed voor de meerderheid van de verkopen. En net als bij andere autotypes of koetswerkvormen, zijn ook zij jaar na jaar gegroeid. Dat blijkt uit een studie van milieuorganisatie Transport & Environment (T&E). In 2024 lag de gemiddelde motorkaphoogte van nieuwe SUV’s op 83,8 cm, tegenover 76,9 cm in 2010. Dat is een stijging van 7 cm.

Onzichtbare kinderen?
Volgens T&E, dat in zijn conclusies wordt gesteund door milieuorganisaties zoals Canopea, zou de toegenomen grootte van SUV’s ertoe leiden dat bestuurders van de hoogste modellen een kind van negen jaar niet meer kunnen zien als het recht voor de bumper staat. De organisaties wijzen op het gevaar van hoge voertuigen voor zwakke weggebruikers: hoe hoger de motorkap, hoe groter het risico op ernstige inwendige verwondingen bij een aanrijding. Bovendien is de kans groter dat slachtoffers onder de wagen belanden in plaats van opzij te worden gekatapulteerd bij een impact.

Dat is geen nieuwe vaststelling. Ook andere studies tonen aan dat SUV’s gevaarlijker zijn bij een ongeval met een voetganger, wat vermoedelijk ook geldt voor fietsers, al wordt dat hier niet besproken. Volgens het Imperial College London en de London School of Hygiene & Tropical Medicine (LSHTM) verhogen SUV’s het risico op dodelijke afloop voor voetgangers met 44%, vooral bij kinderen.

SUV’s verbieden?
Voor de organisatie Canopea is de situatie ernstig, en ze stelt zelfs voor dat federale, regionale of lokale overheden maatregelen nemen zoals het verbieden van de meest imposante SUV’s in bepaalde straten of wegen. Vergelijk het met een lage-emissiezone die vervuilende auto’s uit de stad weert. Zo’n maatregel doet natuurlijk de wenkbrauwen fronsen, want ze is behoorlijk radicaal. En misschien wel té radicaal, want door almaar meer verboden op te leggen – alsof je met kinderen te maken hebt – kom je waarschijnlijk niet tot een werkbare situatie.
Niemand ontkent dat SUV’s in sommige situaties het veiligheidsrisico verhogen. Of dat ze meer verbruiken en meer grondstoffen vergen bij de productie. Maar het is ook belangrijk om te benadrukken dat automobilisten weinig verantwoordelijkheid dragen in dit verhaal. Het zijn vooral de marketingafdelingen van de autobouwers die de overconsumptie van SUV’s in de hand hebben gewerkt.
Het marketingverhaal? SUV’s zouden veelzijdiger zijn, robuuster ogen en je een beter overzicht geven op de weg dankzij de hogere zitpositie. Maar eerlijk: dat is vooral gebakken lucht. SUV’s zijn in de eerste plaats een manier om de winstmarge te verhogen: groter, hoger, zwaarder... ze vragen meer materialen en grondstoffen, wat automatisch hogere prijzen rechtvaardigt. Het is zoals bij de slager: als het een beetje meer mag zijn, doen we het erbij. Bovendien is hun veelzijdigheid relatief. Vergelijk je ze met een break van hetzelfde formaat (of een monovolume, voor wie dat segment nog kent), dan bieden SUV’s minder binnenruimte. En dus ook minder veelzijdigheid. Kunnen ze beter over hobbelige paden? Dat klopt. Maar wie maalt daarom? België is nu eenmaal geen Texas of Australië, en de Ardennen zijn geen Himalaya.

Wat we wél nodig hebben, is meer bewustwording bij het publiek en mogelijk ook Europese regelgeving die de autoconstructeurs verplicht tot een evenwichtiger aanbod van klassieke koetswerken en SUV’s. Want de alternatieven voor SUV’s zijn de voorbije jaren bijna volledig verdwenen. En we weten waarom. Precies daarom pleit T&E voor een Europese limiet op de motorkaphoogte: maximaal 85 cm. Dat klinkt al een stuk verstandiger. Vergeet niet: een totaalverbod werkt vaak averechts en leidt zelden tot het gewenste gedrag. Mensen sensibiliseren, uitleg geven en dingen tastbaar maken vraagt meer tijd, maar het effect is grondiger en duurzamer. En is dat niet exact wat we nodig hebben?
