Bestuurders van een auto met verbrandingsmotor hebben momenteel reden tot juichen: een liter benzine of diesel kost vandaag 1,5 euro, of zelfs minder bij tankstations die scherp concurreren op prijs. Dergelijke tarieven zijn al maanden niet meer voorgekomen. In sommige gevallen zie je zelfs 1,42 euro/liter voor benzine 95 en 1,47 euro/liter voor diesel. Daarmee zitten we mijlenver van de pieken tijdens het uitbreken van de oorlog in Oekraïne in 2022, toen Euro 95 piekte op 1,95 euro/l en diesel zelfs op 2,28 euro/l.
Het is een paradoxale situatie. Enerzijds werd ons verteld dat goedkope fossiele brandstof definitief verleden tijd was. Anderzijds zetten alle overheden volop in op de elektrische auto, die zo snel mogelijk de norm moet worden. Dan lijkt goedkope brandstof toch een stap terug in de tijd. Al is het onmiskenbaar goed nieuws voor de portemonnee.
Waarom die prijsdaling?
De officiële prijzen van de FOD Economie schommelen momenteel rond 1,6 euro/l voor benzine 95 en 1,66 euro/l voor diesel. Die daling is het gevolg van onzekerheid op de markten, veroorzaakt door uitspraken en beslissingen van de Amerikaanse president Donald Trump. Zijn invoerheffingen – of de dreiging ermee – hebben geleid tot fors bijgestelde groeiprognoses bij economische analisten. En bij economische vertraging hoort minder vraag naar energie. Dat drukt automatisch de prijzen.

Maar er is meer dan alleen de vrees voor een recessie. Ook de OPEC speelt een rol: de organisatie brengt momenteel 411.000 vaten per dag méér op de markt. Die extra toevoer vergroot de kloof tussen vraag en aanbod, wat de prijzen verder onder druk zet.
Blijft dit duren?
Maar blijven die prijzen echt duren? Volgens Brafco, de federatie van brandstofhandelaars die geïnterviewd werd door SudInfo, kunnen er altijd onverwachte gebeurtenissen optreden, vooral in het Midden-Oosten, dat nog altijd een van de belangrijkste bevoorradingsbronnen is. De spanningen in Israël, Iran en andere delen van de regio blijven groot, en een klein incident kan al volstaan om de markten te doen keren, zelfs als er in werkelijkheid niets gebeurt. De markten anticiperen immers altijd op risico’s, en dat vertaalt zich automatisch in de prijzen, zelfs als de productie gelijk blijft.
Toch verwacht men dat de prijzen zich de komende weken zullen stabiliseren. Tenzij Donald Trump natuurlijk al zijn invoerheffingen zou loslaten. In dat geval zouden de markten helemaal opveren door de vooruitzichten op hernieuwde groei, wat opnieuw tot een hogere vraag naar energie kan leiden. Tot die tijd kunnen automobilisten even op adem komen, al is het duidelijk dat prijzen zoals tijdens de coronaperiode (1,2 euro/l) definitief verleden tijd zijn.