In december vorig jaar werd Carlos Tavares, de markante topman van Stellantis en de architect van de fusie tussen PSA, Chrysler en de Fiat-groep, met onmiddellijke ingang ontslagen als hoofd van de groep met veertien merken. Eerst leek het om een vertrek in onderling overleg te gaan, maar dat klopte niet. De raad van bestuur had genoeg van zijn harde aanpak: de brutale besparingen en de aanhoudende krachtmetingen met leveranciers en personeel waren de druppel.
Het vertrouwen in de groep moest dringend hersteld worden, ook bij de klanten die jarenlang problemen ondervonden met onder andere de betrouwbaarheid (zoals bij de 1.2 PureTech), waarvoor Stellantis nauwelijks of helemaal geen verantwoordelijkheid opnam.

Toch een jackpot
Tavares vertrekt echter niet met lege handen. Tijdens de algemene vergadering stemden de aandeelhouders in met een eerste vergoeding van 23,1 miljoen euro voor Carlos Tavares. Daar komt nog eens 12 miljoen euro bij in de komende maanden, waaronder een ontslagvergoeding én een bonus van 10 miljoen euro. In totaal strijkt de voormalige CEO dus 35 miljoen euro op.
Dat soort bedragen blijft verbazen – en ergeren – zeker bij het personeel. Alleen al met zijn loon van 23,1 miljoen euro voor 2024 (dat overigens 37% lager ligt dan in 2023, toen het 36,5 miljoen euro bedroeg), verdient Tavares 350 keer meer dan de gemiddelde werknemer binnen de groep.
Logisch of niet?
Sommige organisaties roepen aandeelhouders op om niet langer in te stemmen met dit soort gouden parachutes. Zo ook Proxinvest, een adviesbureau dat werd geïnterviewd door Bloomberg. Zij vinden het onaanvaardbaar dat een bestuurder die een bedrijf naar een mislukking leidt, toch een vertrekvergoeding krijgt. Een redenering die best logisch klinkt.

Maar de situatie bij Stellantis is uiteraard bijzonder, want Tavares was jarenlang de bestbetaalde autobaas ter wereld. Dat geldt trouwens ook voor andere leidinggevenden binnen de groep, of zelfs voor externe consultants. Uiteraard twijfelt niemand aan het talent en het werk dat Tavares geleverd heeft. Maar niemand is onfeilbaar, en als het spel eindigt met schaakmat, dan voelt het uitkeren van zulke bedragen toch aan als een ongepaste beloning. Natuurlijk is de autosector niet de enige waar dit soort praktijken voorkomt. Het is begrijpelijk dat een vertrekclausule in het contract van een CEO staat. Maar maatschappelijk gezien is het moeilijk te aanvaarden dat bij een fout – zoals hier het geval is – zulke gigantische bedragen worden uitbetaald.
Stellantis zoekt intussen nog altijd een opvolger voor Tavares. Het bedrijf heeft beloofd om de naam van de nieuwe CEO in de eerste helft van 2025 bekend te maken. Tot nu toe is er nog geen witte rook. We zullen moeten afwachten of de groep zijn verloningsbeleid voor de topman herziet. Dat lijkt alvast logisch, want Stellantis blijft worstelen met een zwakke Europese vraag én een verkoopdaling van 20% in de Verenigde Staten. Intussen stelt Carlos Tavares het uitstekend. Hij kondigde aan dat hij zich voortaan wil inzetten voor de Portugese economie – zijn thuisland – met een sleutelrol bij luchtvaartmaatschappij TAP. Bovendien kocht hij een wijndomein in de Douro waar hij porto produceert. Tavares lijkt dus zorgeloos – én goed betaald – te genieten van het leven, ver weg van de storm die hij zelf bij Stellantis veroorzaakte.