Hoe de overheid haar lot in de handen van de privésector heeft gelegd en de verregaande gevolgen hiervan

Vandaag heeft iedereen de mond vol over regulering. Er is geen nieuwe technologie die zich aanbiedt of de overheden staan klaar om deze nieuwe sectoren codes en boetes op te leggen. Het is niet altijd zo geweest. De grootste innovaties vonden dikwijls plaats in overheidsbedrijven waardoor de controle op die nieuwe technologie in de handen van de maatschappij bleef. Nu moet de overheid achter de feiten aanhollen.

Er gaat geen dag voorbij of er is wel een nieuwe rechtszaak tegen een techgigant. Apple mocht recent mee in de klappen delen. Tech-entrepreneurs vragen vandaag zelf om deze regels want ze beseffen dat ze dikwijls beter anticiperen dan achteraf grote boetes te moeten betalen. Google, de grote cryptospelers, Facebook, allemaal hebben ze recent bijna gesmeekt om te worden gereguleerd met een nieuw hoogtepunt: de opkomst van AI dat een manna lijkt te worden voor overheidsinitiatieven en reguleringen.

De overheid als cashmachine

Maar is het niet jammer dat de overheid nauwelijks meer in staat is te innoveren? Vandaag is de overheid verworden tot een cashmachine voor consultants die er vrolijk op los factureren terwijl onze overheidsdiensten niet echt verbeteren. Het is immers zo dat alleen interne verandering leidt tot structurele verandering. Je hebt een kampioen nodig binnen het bedrijf of de administratie om op lange termijn succesvolle veranderingen te realiseren. Je hebt een kampioen nodig om grote dromen te realiseren die in principe onbereikbaar zijn. Dat betekent dat je moet toelaten dat je intrapreneurs hebt in je organisatie. Alles wat van buitenaf komt is eerder cosmetica.

Een rijke traditie van overheidsinnovatie

Vroeger lagen overheden, in de vorm van keizers, koningen maar later ook in de vorm van grote democratieën aan de basis van innovatie. De ontdekkingsreizigers waren nooit vertrokken zonder de steun van de koningen.  De nucleaire bom, die het einde betekende van de Tweede Wereldoorlog met weliswaar andere nare gevolgen, kwam er op aangeven van het militaire apparaat, dat in de laatste honderd jaar meer dan eens doorbraaktechnologieën sponsorde. En ook het internet zou er niet zijn zonder overheidsgeld. 

In 1969 was de Amerikaanse staat al in staat om te landen op de maan, wat nog altijd moet gelden als de strafste en meest gedurfde prestatie in de laatste 100 jaar. Hier was ex-president John F. Kennedy de intrapreneur die deze grote droom verkocht aan de NASA. Het ruimteagentschap deed de rest.

Privébedrijven hebben het heft in handen genomen

Nu zijn het een aantal rijke entrepreneurs die de rol van de overheden hebben overgenomen. De overheid holt dan ook telkens achter de feiten aan.  De nieuwe maanvluchten worden voorbereid door privé-bedrijven, het metaverse is in handen van een mediabedrijf en AI, de laatste doorbraaktechnologie, wordt beheerd door een aantal spelers uit Silicon Valley.  

Disruptie zonder rem

Op zich zou dit nog allemaal niet zo erg zijn als het niet zo was dat al die nieuwe technologieën zeer ontwrichtend zijn voor de maatschappij. AI heeft verregaande ethische implicaties op de domeinen van gezondheidszorg, defensie en klimaat. Deze technologie zou eigenlijk niet in handen mogen zijn van bedrijven met winstdoeleinden. 

Beeld je in dat de nucleaire bom was ontwikkeld door een privé-bedrijf. Dit is van dezelfde orde. AI is in staat om gebruikt te worden voor malafide doeleinden. Nu is de overheid verplicht om te trachten deze technologie te kaderen in een keurslijf om de voornaamste excessen te vermijden, terwijl deze technologie gemakkelijk kan worden gecommercialiseerd om te verkopen aan spelers met slechte bedoelingen. 

Bovendien komt de overheid meestal te laat. TikTok heeft de breinen en de privacy van de westerse jeugd ondertussen al gecapteerd. Meta heeft er eigenhandig voor gezorgd dat het aantal mentale depressies is gestegen en het zelfbeeld van de jeugd schrikwekkend is aangetast. 

Er is geen pasklare oplossing omdat kapitaalmarkten vandaag bepalen welke technologieën doorbreken, iets wat pakweg 50 of 100 jaar geleden veel minder het geval was. Omdat rentes lange tijd zo laag zijn geweest, waren vooral ‘private equity’ spelers bereid om meer risico te nemen, ook in onzekere nog niet bewezen techbedrijven.

De overheden daarentegen dienen vandaag om schulden aan te gaan om een basisservice te leveren aan de maatschappij terwijl de grote innovaties gefinancierd worden door privé-investeerders. Reguleren dan maar?


Xavier Verellen is auteur en mede-eigenaar van www.qelviq.com 

Meer