Olieprijzen nu zo laag dat oppompen te veel kost

De olieprijzen blijven in elkaar zakken, nu door de coronacrisis de vraag naar ruwe olie en brandstoffen sterk gedaald is. Daarnaast blijven Rusland en Saoedi-Arabië verwikkeld in een prijzenslag, waardoor er een overaanbod is.

De olieprijzen beleefden een historisch kwartaal. De prijzen zakten met 55 procent in maart, dat is een recorddaling. Op maandag stond de prijs per vat op het laagste peil sinds 2002.

Negatieve olieprijzen

Elke dag worden er 5 miljoen vaten olie opgepompt, maar momenteel is de prijs lager dan de kostprijs van het pompen, zegt het Internationale Energie Agentschap (IEA) in Parijs.

De prijzen van sommige producenten in Canada zijn richting de enkele cijfers aan het bewegen en er zijn ook al zogenaamde negatieve olieprijzen gemeld in Noord-Amerika, zegt het IEA.

Olieproducenten proberen daarom de kosten voor nieuwe olieproductie sterk te reduceren, tot 35 procent minder dan oorspronkelijk voorzien was.

85 procent verlies

Het IEA had oorspronkelijk een vermindering van 50 tot 85 procent in het netto-inkomen van de olielanden voorspeld, in vergelijking met 2019, maar voorziet nu nog grotere verliezen. Vooral de vraag naar olie krijgt namelijk zware klappen.

Grotere oliebedrijven bekijken nu al hoe ze hun portfolio’s moeten diversifiëren, mogelijk leidt dat tot meer sluitingen van raffinaderijen.

Het agentschap heeft ook gewaarschuwd voor de gevolgen van de instorting van de olieprijs op andere sectoren. Zo zou een lange periode van lage olieprijzen volgens het IEA een impact kunnen hebben op de overgang naar CO2-neutrale energiebronnen.

Meer