Lissabon: terug naar de basis

Lissabon is de nieuwste darling van Europa, hoewel de stad het zelf nog niet echt doorheeft. Terwijl boven de Taag volgeladen vliegtuigen af- en aanvliegen en gigantische cruiseschepen dokken, is het in de meeste eettentjes en barretjes business as usual. Ons advies? Ga nu, do like the locals do, voor het te laat is.

Een decennium geleden was Lissabon de ultieme underdog citytripbestemming van Europa. Het best bewaarde geheim in het zuiden, werd er gefluisterd. Allen naar Barcelona of Parijs! Maar niet naar die toch wat onbekendere hoofdstad van Portugal, een zuiders land dat vroeger vooral symbool stond voor de zonnige Algarve en niks meer.

Wie toen, zoals wij, wél naar Lissabon trok, kreeg een charmante, authentieke stad in ruil. Betaalbaar, niet te druk, een beetje met een hoek af, maar wel een stad waar je na een halve dag serieus verliefd op kon worden.

Lissabon zag er toen wat uit alsof het nog in heropbouw was na die desastreuze aardbeving van 1755 die bijna de hele stad platlegde. Prachtige herenhuizen en paleisjes in verval, oude trammen die door nauwe straatjes tjokten. Lokale dametjes op leeftijd die, gepakt met zakken vol fruit en groenten, de ontelbare heuvels beklommen alsof het niks was.

Een eerste boetiekhotel in Bairro Alto opende stilletjes de deuren. Wat verder een hippe bar, naast een restaurantje dat al drie generaties lang bestond. Je voelde toen al de zinderende ambitie en de gerichte blik op de toekomst. Er hing iets in de lucht.

Chic et pas cher

Maar dat was vroeger. Lissabon is vandaag cool, populair, druk en vanaf april tot oktober bijna compleet volgeboekt. Citytrippers komen hier nu graag omdat het nog altijd authentiek en betaalbaar is. Een gezellige lunch van verse vis met twee, karafje wijn inbegrepen voor 15 euro, waarom niet?

Bovendien is er geen arrogantie of attitude, het is hier ook veilig en Portugal wordt door niemand of niets in het vizier gehouden. Uitgenomen door de bon vivant. Die heeft door dat Portugal een bourgondisch paradijs is voor wie van een simpele, eerlijke keuken houdt.

Het mooie aan Lissabon is dat je in elk authentiek en eenvoudig restaurantje goed en goedkoop kunt eten. Nochtans zijn er tal van nieuwe adressen bijgekomen en is er genoeg keuze uit luxueuze sterrenrestaurants zoals de klassieker Belcanto van celebchef Jose Avillez.

Volgens insiders en Lisboeta’s zijn de beste adresjes in de stad diegenen die alle trends, restaurantgidsbeoordelingen en modegrilletjes doorstaan. Obers werken in deze etablissementen hun hele leven, zijn zo vlug als de bliksem en bedienen even snel locals als toeristen. Misschien stormen ze niet op je af met brede glimlach en open armen, maar neem het niet persoonlijk: dit blijven topadresjes waar je de echte Portugese keuken proeft.

Op het bord krijg je fantastische gerechten: van gegrilde sardientjes of zwaardvis tot heerlijke stukken varkensvlees van het Iberische zwarte varken. Smaakbommetjes! Een prato del dia voor 8 euro, voorgerechtje, hoofdgerecht, glaasje wijn en nagerecht inbegrepen. Sim, por favor!

In Lissabon hoef je niet zo nodig de hippe adresjes te doen. Die vallen gegarandeerd veel duurder uit, zijn minder authentiek en misschien volgend jaar alweer verdwenen.

Lissabon

Onder de palmboom

Herken je het dilemma? In een zuiderse stad een authentiek restaurantje kiezen waar je op een zonovergoten dag binnen moet zitten? Want de locals zien de zon elke dag en hebben geen zin om op een terrasje hun smakelijke prato op te eten. Of dan maar een toeristisch restaurant uitkiezen, met terras en menu vertaald in tien verschillende talen. In Lissabon is het niet anders.

Veel van de tasca’s bevinden zich in de binnenstad, goed verstopt in nauwe straatjes. Je vindt er overheerlijke gerechten, betaalbaar en sfeervol, maar van de zon en blauwe lucht genieten zit er niet altijd in. Ofwel ga je langs de Taag zitten, met uitzicht en in de open lucht, maar betaal je te veel voor een maaltijd die helemaal niet authentiek is.

Los het dilemma op door naar Restaurante Palmeira te trekken in de minder bekende Olivais Velho-buurt. Te voet geraak je er niet, het beste is om een (goedkope) taxi of Uber te nemen of te fietsen.

Palmeiras ligt op een charmant plein met een eeuwenoude palmboom die schaduw biedt aan de tientallen tafeltjes op het terras van het restaurant. Verwacht hier geen toeristen, maar enkel en alleen locals die hier op hun gemak of tijdens hun pauze een dagschotel komen eten. Naast ons zitten enkele verpleegsters die in het nabije ziekenhuis werken, wat verder weg enkele mannen in maatpak.

Eten op een terrasje tijdens een zonnige lentedag vraagt gewoon om een flesje Vinho Verde van het huis voor nog geen 8 euro en een riante schotel vol met gegrilde delicatessen uit de oceaan. Nochtans is de specialiteit van het huis mooie stukken gegrild vlees, vers van de grill en geserveerd met versgebakken aardappelchips en een grote, frisse salade.

Zowel ’s middags als ’s avonds is Restaurante Palmeira een populair adres waar er veel gegeten, gedronken en gelachen wordt. Kom naar hier wanneer je eens de sfeer van een buitenwijk van Lissabon wil meemaken en geen zin hebt om een andere toerist tegen te komen. Budgetgewijs zit je ook goed: hier betaal je gegarandeerd de helft minder dan in in het stadscentrum zelf.

Zicht op de rivier

De stroom, de wijde ‘Tejo’, brengt vernieuwing met zich mee. Bijna over de hele lengte van de rivier zijn dingen te zien en te doen. Eettentjes, muziek, terrasjes en kraampjes met souvenirs. Wat verder weg zijn er de Alcântaradokken, niet ver van de imposante 25 de Abril-brug die ook wel de Golden Gate van Europa wordt genoemd.

De dokken en de kleine jachthaven onder de brug hebben natuurlijk te lijden onder het constante lawaai van het verkeer op de brug. Het ene restaurant naast het andere, allemaal met terras dat uitgeeft op de marina en de rivier. Wie houdt van veel volk, een levendige drukte en een goed aantal bars en restaurants om uit te proberen, is hier aan het goede adres. Wie hier minder van houdt, kan overdag langs de dokken passeren en een bica, een klein koffietje, drinken in de bar die op het uiteinde van het dok ligt.

Op zo’n twintig minuten wandelen of vijf minuutjes met de fiets ligt Belém. Vanaf hier scheepten de meeste Portugese ontdekkingsreizigers in op zoek naar avontuur en onbekende landen.

Toeristen trekken naar Belém om de beroemde pastéis hier te proeven in de originele patisserie waar het allemaal begon. Locals eten hun pastéis in de honderden andere patisserietjes in de stad waar deze mierzoete taartjes ook huisgemaakt zijn. Ze smaken heerlijk bij een snelle koffie, die vaak al rechtstaand aan de toog gedronken wordt.

Lisboeta’s komen wel naar Belém om op hun vrije dag iets te eten bij adresjes zoals Ristaurante Clube Naval of naast de deur bij mijnheer Pina in restaurant O Pedrouços. Vers gegrilde vis, een ouderwetse salade erbij, een perfect gekookt aardappeltje, uitstekende huiswijn voor 9 euro per fles, … Met zicht op de Taag natuurlijk en het autovrije pad waar wandelaars en fietsers op hun doodse gemak voorbij flaneren.

Op zondag dobberen zeilbootjes en misschien het occasionele luxejacht voorbij. Dit soort adresjes zijn de klassiekers langs de Taag. Geen hippe toestanden maar betaalbaar en heerlijk Portugal op het bord. Exact zoals we het graag willen.

Lissabon

Het Alfama van vroeger

Er wordt meestal geschreven of gezegd dat het een must is om in Alfama een restaurant uit te proberen waar er ook fadomuziek gespeeld wordt. Insiders zullen je vertellen dat je op deze plaatsen meestal (maar zeker niet overal) bedrogen wordt: er is een minimum te besteden bedrag en wat je betaalt is veel te duur voor wat er op het bord verschijnt.

Locals gaan ná het avondeten naar een fadoclub, liefst in de Bairro Alto, waar het een stuk goedkoper en authentieker is. Sommige nieuwe boetiekhotels geven ook jazz- of fado-soirees, zoals het nieuwe Valverde Hotel. Hier weerklinkt de fado op zwoele avonden op het binnenpleintje met zwembad.

Alfama is vandaag de dag niet meer de authentieke buurt van tien jaar geleden. Veel vastgoed werd opgekocht door buitenlandse investeerders en je vindt hier meer Airbnb-adressen dan locals die hier nog wonen.

Het blijft natuurlijk een mooie buurt. Alfama is een labyrint van klimmende en dalende witgekalkte straatjes, pleintjes en trappen die nergens naartoe lijken te leiden.

Nog altijd fijn om doen is bijvoorbeeld op een zaterdagochtend, heel vroeg (lees: voor negen uur) naar Campo Santa Clara trekken en er door de Feira da Ladra wandelen, de lokale vlooienmarkt. Soms kan je nog altijd een mooi souvenirtje op de kop tikken, maar wees er snel bij.

Daal je historisch Alfama helemaal af tot beneden, dan kom je uit op de Taag waar tegenwoordig gigantische cruiseschepen gedokt liggen. Contrasterend, maar de realiteit: oud en nieuw, vlak naast elkaar.

Selfie hotspots

Terug in het centrum is de Baixa de jongste buurt van de historische stad. De wijk wringt zich tussen het Rossio-plein en het Terreiro de Paço-plein aan de rivier en werd in 1755 compleet verwoest door de grote aardbeving. Alles werd daarna liniaal en aardschokbestendig ontworpen: drie parallelle straten waarvan de middelste autovrij is en de meeste winkels heeft.

Vroeger diende het mooie Terreiro de Paço-plein als parking. Toen het stadsbestuur de charme en de meerwaarde van deze locatie inzag, transformeerde ze het tot een ruimtelijk plein waar in de zomer vaak concertjes en events plaatsvinden. Tegenwoordig is het plein, samen met de rivier, de selfie-hotspot van de stad.

Het is een steile klim om vanaf de rivierkant naar de Bairro Alto te wandelen. De oudste wijk van Lissabon had tot voor kort een minder fraaie reputatie: prostitutie, drugs, armoede, … Sinds de jaren 90 investeerde het stadsbestuur in renovatie en openden een hele reeks restaurants, bars en boetieks hun deuren.

De grootste verandering is ongetwijfeld het autovrij maken van de nauwe straatjes, want nu kunnen enkel de bewoners de wijk nog in. Tegenwoordig is de Bairro Alto, samen met de rivierkant en Alfama, de meest toeristische wijk van de stad. Shoppen bij internationale ketens of lokale boetiekjes, coole koffiebars (vaak gerund door buitenlanders die hier een nieuw leven opbouwen), sushi-bars, souvenirwinkeltjes, …

Terwijl vroeger het stadsbeeld van deze buurt gedomineerd werd door de ouderwetse, gele trams rijdt het nu vol met tuk tuks (elektrische buggy’s), sightseeing dubbeldekbussen en zelfs oude trams die enkel en alleen maar toeristen vervoeren.

Ontsnap even aan de drukte door bij de klassieker Casa da India iets te eten, net iets verder dan het Largo de Camões-plein. Buiten aan het raam zie je een grote grill waar frango asado (gegrilde kip) ligt te sizzelen terwijl het binnen een drukte is van Portugezen en buitenlanders die aan de lange tafels aanschuiven en zich tegoed doen aan eenvoudige gerechtjes om de vingers bij af te likken. Ga voor de gamba’s met look, overheerlijk. Of konijn op de grill voor 8,5 euro. Fijn met de huiswijn die wat parelt en nog geen 3 euro kost voor een karafje.

In restaurantjes zoals deze cervejaria kan het er chaotisch druk aan toe gaan. De bar (waar je ook kunt aan eten) zit hier afgeladen vol en de bediening is vlot maar zonder ‘blabla’. Casa da India is een typische eettent die al generaties lang meegaat en waar je het echte, franjeloza Lissabon proeft.

Met blik op de stad

De Taag oversteken is een must-do. Zo zie je Lissabon eens van een andere kant en snuif je de sfeer op van de rustigere Almadabuurt. De ferry neem je in het Estación marítima “Cais de Sodre”. Vijftien minuten later en 1,75 euro lichter ben je aan de overkant van de Taag. De pakhuizen langs het water zijn nog niet gerenoveerd en langs de kade zie je nog vissers en locals die niet echt wakker liggen van toeristen. Dit stuk behoort trouwens niet tot de stad Lissabon maar tot de regio Sétubal.

Wie wat verder wandelt, komt enkele gezellige restaurantjes tegen, zoals het mooie Ponto Final. In een oud pakhuis worden er heerlijke gerechten geserveerd en als het weer het toelaat, versieren gele tafeltjes en stoelen de kade langs de Taag. Vlak ervoor ligt het iets hippere Restaurante Atira-te ao rio, met een meer internationaal menu dan de buurman. Fijn om bij zonsondergang iets te drinken.

Lissabon

Een snelle lift of een slingerende weg brengt je van de waterkant naar het hoger gelegen Almada. Verscholen in het park ligt restaurant Amarra à Tejo, een juweeltje dat alleen maar bezocht wordt door lokale epicuristen. Topchef-kok Ferran Adrià riep dit restaurant uit tot een van zijn favoriete plekjes. De gerechten hier zijn authentiek op een inventieve en speelse manier, zonder te veel gedoe. De wijnen werden met veel passie voor het vak uitgekozen en het uitzicht over Lissabon en de machtige Tejo is onbeschrijfbaar. Wat wil een levensgenieter nog meer?

Dit is misschien wel de mooiste afsluiter voor een bezoek aan beminnelijk Lisboa. Met nostalgische blik op de stad, al genietend van het beste van wat dit ietwat geheime restaurantje en Lissabon te bieden hebben: een charmante mix van oud en nieuw, een cocktail van rijkelijk verleden tot veelbelovende toekomst.

TIP: No stiletto’s!

Vergeet maar om hoge hakken mee te nemen maar Lissabon en laat de Manolo’s of fancy schoenen met fijn, lederen zooltje maar thuis. Lissabon verkennen doe je best te voet. Met goeie wandelschoenen welteverstaan, want de ontelbare heuvels en de gladde straatstenen zijn er om beklommen en overwonnen te worden.

Het centrum van Lissabon is nog steeds een van de meest authentieke stadscentra van Europa, hoewel het omtoveren van oude pakhuizen en gebouwen tot dure lofts en appartementen volop aan de gang is. 

Achter de eeuwenoude gevels wordt er soms met vernieuwende architectuur gespeeld. De oevers van de Taag verkennen kan je te voet doen maar de beste manier is om een fiets te huren. Toegegeven, om de zeven heuvels van Lissabon per tweewieler te verkennen is er enige wilskracht nodig, daarom kan je tegenwoordig e-bikes huren.

Fietsen langs de rivier daarentegen, naar bijvoorbeeld Belém of het Parque das Nações, de plaats van de Wereldexpo ’98, is ideaal. Bike Iberia is dan weer een fijne organisatie die je alles vertelt over fietsen in en rond de stad. Didier, de eigenaar en lid van de fietsorganisatie The Critical Mass, is een gedreven voorstander van de fiets en kent elke route die zowel het verkeer als de heuvels omzeilt. Hij verhuurt niet alleen alle soorten fietsen en accessoires maar geeft ook een schat aan tips om per fiets de stad en zelfs de regio daarbuiten te verkennen.

Praktisch

Brussels Airlines vliegt iedere dag naar Lissabon.  www.brusselsairlines.com

De handigste manier om van en naar het stadscentrum te geraken is een taxi of een Uber nemen. In Lissabon zijn taxi’s in vergelijking met andere grote steden zeer goedkoop en een taxirit van de luchthaven naar het centrum zal niet meer dan 10 euro kosten.

Een (elektrische) fiets/scooter of mountainbike huren voor in en rond de stad te toeren kan via www.bikeiberia.com

Wil je een reis door Portugal of in Lissabon laten samenstellen door lokale experts, check dan Portuguese Ways: www.portugueseways.com

Restaurants

Restaurante do Clube Naval: Avenu Brasília
restaurantedoclubenavaldelisboa.pt

O Pedrouços: Doca de Belém
opedroucos.hi5.com

Palmeira: Praça da Viscondessa, 25, in Olivais Velho.

Casa da India: Rua do Loreto 49

Ponte Final, langs de waterkant in Almada

Atira-te ao Rio: R. do Ginjal 69, Almada
www.atirateaorio.pt

Restaurant Amarra ò Tejo. Almada, Jardim do Castelo