Het volgende schandaal binnen de katholieke kerk: er zijn overal kinderen van priesters

De Ierse psychotherapeut Vincent Doyle heeft een document ontdekt waarin het Vaticaan richtlijnen uitstippelt voor priesters die ontdekken vader te zijn van een kind. Een woordvoerder van het Vaticaan bevestigt het bestaan van die richtlijnen ondertussen aan de krant New York Times.

Volgens Doyle wordt dit het volgende grote schandaal binnen de kerk. “Er zijn overal kinderen,” zegt hij. Toen de Ier was 28 had zijn moeder nieuws voor hem. De rooms-katholieke priester die zijn peter was, bleek in werkelijkheid zijn biologische vader te zijn. Later richtte Doyle een wereldwijde steungroep op om mensen in vergelijkbare situaties te helpen.

Geestelijken en progressieven binnen de kerk stellen zich opnieuw de vraag of er niet eindelijk werk moet worden gemaakt van de problematiek rond het celibaat.

Celibaat is een uitvinding van de kerk

De vereiste van het celibaat werd voor het eerst als wetgeving vermeld in de Synode van Elvira in het jaar  306, waarna verschillende concilies in het Westen deze wetgeving overnamen. Onder paus Leo I (440-461) en paus Gregorius de Grote (590-604) werd zelfs een bij wet vastgelegde celibaatsplicht opgelegd. Maar pausen die uit relaties met maîtresses diverse kinderen hadden slaagden er in de vijftiende eeuw dan in de leiding over de katholieke kerk over te nemen. Het kerkelijk Concilie van Trente (1545-1563) beslist dan uiteindelijk dat geestelijken het celibaat moeten respecteren.

De kerk moet kiezen: het celibaat of een toekomst

Indien de wil bestaat kan de katholieke kerk het gehuwd priesterschap opnieuw invoeren zonder dat dit trauma’s veroorzaakt. Zowel binnen als buiten de kerk zullen velen zo’n maatregel verwelkomen. Dat zou niet enkel zou de geloofwaardigheid van de priesters ten goede komen. Het zou de kerk ook op eenzelfde lijn brengen met de praktijken en ervaringen binnen vele andere katholieke instellingen.

Verder is dit een domein waarin paus Franciscus zelf zowat unilateraal verandering kan brengen, vermits zulke maatregel geen dogma vereist. (Dogma’s zijn als de centrale grondregels, die door alle gelovigen van een religie onderschreven dienen te worden.)

De kerk moet dus kiezen: het celibaat of een toekomst.

Celibaat is geen dogma

Al in 2013 zei aartsbisschop Pietro Parolin, de staatssecretaris van het Vaticaan en in die functie de facto de rechterhand van paus Franciscus, in een interview met een Venezolaanse krant dat het celibaat geen kerkelijk dogma is en daarom open staat voor discussie.

‘Het celibaat is geen instituut, het kan besproken worden, want het is geen dogma,’ zei de aartsbisschop toen in een gefilmd interview met El Universal.

Hij voegde er wel aan toe ‘dat hoewel geen dogma, het priesterlijke celibaat diep in de katholiek traditie is ingebet’. Volgens Parolin kan men niet zo maar kan zeggen dat het celibaat iets van het verleden is.

De commentaren van Parolin waren opmerkelijk want vele van zijn voorgangers hebben het celibaat altijd onbespreekbaar gevonden.

Een database van priesters tegen wie geloofwaardige aanklachten van seksueel misbruik lopen

Een Amerikaanse kerk, the Southern Baptist Convention, maakt de creatie van een gegevensbank waarin alle data zouden worden verzameld van priesters tegen wie geloofwaardige aanklachten van seksueel misbruik lopen, nu opnieuw bespreekbaar. Tien jaar geleden was dat idee nog kansloos afgevoerd.