Elke week vragen wij een bekend en/of interessant persoon uit over zijn of haar reisavonturen en -gewoontes. Deze week Lize Spit, auteur van de besteller ‘Het smelt’. Haar nieuwste roman ‘Ik ben er niet’ ligt nog maar een dikke maand in de winkelrekken, maar lijkt nog een groter succes te worden dan haar meermaals bekroonde debuut.
1. Naar welke reisbestemming wil je na de coronacrisis het snelst mogelijk terugkeren en waarom?
Naar Frankrijk, meebepaald naar de Morvan, omdat mijn beste vriendin daar naartoe geëmigreerd is. Ze heeft afgelopen jaar een kindje gekregen, waarvan ik meter werd. Ik heb haar door de strenge coronamaatregelen sindsdien slechts één keer kunnen zien, en ik kan niet wachten om hen eindelijk nog eens in de armen te sluiten.
2. Welke essential mag niet ontbreken in je handbagage?
Ik heb diabetes, dus de helft van mijn bagage bestaat uit medisch materiaal. Wanneer ik buiten de landsgrenzen reis, moet ik mijn medisch materiaal ook zo over de (hand)bagage verspreiden dat, wanneer een van de koffers gestolen zou worden, ik alsnog genoeg overhoud om niet in de penarie te komen. En een koptelefoon, zodat ik me kan afsluiten van alle geluid, om muziek te luisteren.
3. Waar had je het meest memorabele uitzicht?
Op Mount Koya in Japan, waar je aankomt na een lange, trage reis langs steile bergwanden, met trammen en kabelliftjes.
4. Wat doe je het allereerst wanneer je in je hotel/Airbnb/vakantiehuis of op je appartement arriveert?
Uit het raam kijken naar de omgeving, kijken of er gezellig licht aan te knippen valt en beslissen wie aan welke kant in bed slaapt.
5. Wat is volgens jou de meest ondergewaardeerde reisbestemming?
Reizen in eigen land, of met de trein Frankrijk doorkruisen in de herfst. Hoeveel mensen stappen op het vliegtuig om een andere cultuur te ontdekken, maar zijn nog nooit een weekendje in Brussel geweest om zich te verdiepen in de veelzijdigheid van onze hoofdstad?
6. Welk gerecht/etentje in het buitenland doet je nog steeds watertanden als je eraan denkt.
Spicy ramen in Tokyo.
7. Welk boek kan je onze lezers aanraden om op vakantie te lezen?
Ik lees op reis graag dikke of meeslepende boeken. Ik kan me zelf nog goed herinneren op welke reislocatie ik welk boek uitlas. ‘Bonita Avenue’ in Zuid-Italië. ‘Joe Speedboot’ in Frankrijk. ‘Alsof het voorbij was’ in Portugal. Ik heb zelf net een nieuw boek afgewerkt, ‘Ik ben er niet’ – ik zou het mensen ook niet afraden dit ergens in alle rust te lezen.
8. Op reis kan ik écht niet zonder …
De zee. Als ik geen golven heb gezien – en liefst pootje heb gebaad – voelt het alsof ik niet echt ‘weg’ ben geweest.
9. Wie/wat mis je het meest als je op reis bent?
Mijn (t)huis. Het fijnste aan reizen vind ik het nadien in een keurig achtergelaten huis weer thuiskomen en na een nachtje slapen de orde van de dag weer oppakken.
10. Wat is je favoriete hotel ter wereld en waarom?
Op promotournéé door Duitsland heb ik eens mogen overnachten in een Duits sterrenhotel, samen met mijn Duitse redacteur. Althoff Grandhotel Schloss Bensberg is gelegen in een oud kasteel, het had veel weg van het Grand Budapest Hotel uit de film van Wes Anderson. Het was zo mooi om daar te slapen, dat het jammer was dat ik m’n kamer niet met iemand kon delen. ’s Ochtends aan het ontbijt stond er honing, niet verpakt in plastic kuipjes maar vers af te schrapen van de graat. En slapen in een waterdichte tent heeft ook wel iets.
11. Wat is jouw favoriete vakantietenue?
Ik zoek nooit meer mouwloos de zon op, nadat ik eens tot blaren toe verbrandde. Dus een dun hemd en een losse lange broek: ideaal.
12. Wat is je favoriete reisactiviteit?
Rondslenteren. En bij een citytrip: een museum van Moderne of Hedendaagse Kunst bezoeken, indien aanwezig.
13. Welke reisblooper zal je nooit vergeten?
Vijftien jaar geleden, toen ik aan een winkelbediende in Parijs vroeg of ze ook Nederlands sprak (omdat ik me in Brussel waande, en niet uit mijn woorden kwam.)