Grotere fysieke activiteit zou Europese Unie jaarlijks 8 miljard euro besparen

Indien hun burgers meer zouden bewegen, zouden de lidstaten van de Europese Unie jaarlijks gezamenlijk 8 miljard euro kunnen besparen. Dat staat in een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Waarom is dit belangrijk?

Lichaamsbeweging is een belangrijke pijler van de menselijke gezondheid. Een grotere fysieke activiteit zou dan ook duizenden vroegtijdige sterfgevallen kunnen voorkomen. Maar een studie van Eurobarometer wees uit dat slechts de helft van de Europeanen fysieke inspanningen meldt. Om de gezondheid van de Europese bevolking verder te verbeteren, zullen acties moeten worden ondernomen om de burgers tot een grotere lichamelijke activiteit aan te sporen.

Vroegtijdige sterfgevallen vermijden: Uit modellen bleek dat met minstens 150 minuten per week matig intensieve lichamelijke activiteit – de minimumaanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie – in de Europese Unie jaarlijks meer dan 10.000 voortijdige sterfgevallen zouden kunnen worden voorkomen.

  • Bovendien zouden volgens de onderzoekers tegen het midden van deze eeuw in de Europese Unie 11,5 miljoen nieuwe gevallen van niet-overdraagbare ziekten kunnen worden voorkomen.
    • Daarbij wordt gewag gemaakt van 3,8 miljoen cardiovasculaire aandoeningen, 3,5 miljoen depressies, bijna 1 miljoen spierziektes en meer dan 400.000 kankers.
  • Bovendien levert volgens de onderzoekers elke euro die in lichaamsbeweging wordt geïnvesteerd een bijna tweevoudig rendement van 1,7 euro aan economische voordelen op.
    • Opgemerkt wordt dat de lidstaten van de Europese Unie bijna 8 miljard euro per jaar zouden kunnen besparen indien zij gezamenlijk de lichamelijke inactiviteit van hun gehele bevolking zouden aanpakken.
    • Dat is meer dan de totale gezondheidsuitgaven die Litouwen en Luxemburg jaarlijks gezamenlijk laten optekenen.
  • Een verdubbeling van de tijd voor matige lichaamsbeweging tot 300 minuten per week zou de positieve effecten op de bevolking verdubbelen of zelfs verdrievoudigen.
    • Dat komt neer op het vermijden van 30.000 vroegtijdige overlijdens per jaar en 27 miljoen nieuwe gevallen van niet-overdraagbare ziektes die over een periode van drie decennia zouden kunnen worden voorkomen.
    • De uitgaven voor gezondheidszorg zouden daardoor bovendien met 17 miljard euro per jaar verminderen.
    • “Het rapport bewijst dat investeringen in de promotie van lichaamsbeweging niet alleen het individuele welzijn en de volksgezondheid verbetert, maar ook economische voordelen oplevert”, betoogt Hans Kluge, Europees directeur van de Wereldgezondheidsorganisatie.

Bijna helft Europeanen beweegt niet: Ondanks de vele voordelen voor de gezondheid, blijkt volgens een enquête van Eurobarometer een op de drie Europese volwassenen niet aan de aanbevolen hoeveelheid lichaamsbeweging te komen.

  • Uit de enquête bleek dat tot 45 procent nooit beweegt of aan lichaamsbeweging doet. Minder dan 40 procent sport of beweegt minstens één keer per week, terwijl bijna 20 procent minder dan één keer per week beweegt.
  • Er kunnen tussen de lidstaten echter sterke verschillen worden vastgesteld. In de Europese Unie blijkt gemiddeld 40 procent van de volwassenen regelmatig aan lichaamsbeweging te doen.
    • In Finland loopt dat cijfer echter op tot meer dan 66 procent. In andere landen blijkt dat daarentegen vaak beperkt tot 20 procent.
  • De belangrijkste belemmering tegen lichaamsbeweging blijkt een tekort aan tijd, gevolgd door een gebrek aan motivatie en een gemis aan interesse in de sport.
  • Anderzijds blijkt het verbeteren van de gezondheid de belangrijkste motivatie om aan lichaamsbeweging te doen, gevolgd door de wens om de conditie te verbeteren en het zoeken naar ontspanning.
  • Nog moest worden vastgesteld dat vrouwen en ouderen minder geneigd zijn regelmatig aan sport of lichaamsbeweging te doen. In de categorie tussen vijftien en vierentwintig jaar doet 73 procent van de mannen minstens wekelijks aan sport of lichaamsbeweging, tegenover 58 procent van de vrouwen.
  • In vergelijking met zes jaar geleden is de hoeveelheid lichaamsbeweging door volwassenen in verschillende lidstaten van de Europese Unie wel aanzienlijk toegenomen.
    • In Tsjechië, Oostenrijk, Litouwen, Slovenië, Slowakije, Luxemburg en Finland konden in verschillende activiteiten een stijging worden opgemerkt.
    • In Portugal, Polen, Hongarije, België, Duitsland, Denemarken en Zweden was er echter sprake van een achteruitgang.

“Gedragsverandering is nooit gemakkelijk”, erkent Ulrik Knudsen, adjunct-secretaris-generaal van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. “We weten allemaal dat, om mensen in beweging te krijgen, het bewustzijn over het belang van lichaamsbeweging moet worden beklemtoond. Daarvoor moeten gerichte inspanningen worden gedaan.”

Meer