Grote parken vaak geen voorbeeld van een optimaal natuurbeleid

Steden met het meest groene imago bieden hun inwoners niet noodzakelijk ook de meest gezonde leefomgeving aan. Dat is de boodschap van een studie van wetenschappers aan het Institute for Global Health (ISGlobal) in Barcelona, die een analyse maakten van de impact van de stedelijke omgeving op de gezondheid van de burgers.

Uit het onderzoek, dat een analyse maakte van meer dan duizend Europese steden met minstens honderdduizend inwoners, kwamen een aantal verrassende conclusies naar voor.

Mortaliteit

“Met hun statige parken, compacte lay-outs en straten vol fietsers, kunnen Europese metropolen zoals Parijs en Kopenhagen zich manifesteren als voorbeelden van de stedelijke leefbaarheid, vooral in vergelijking met hun uitgestrekte tegenhangers, vaak door de auto gedomineerd, in Noord-Amerika en andere regio’s in de wereld”, merken de onderzoekers op.

“Dat verhaal moet echter enigszins worden genuanceerd. Vele Europese steden worden immers geconfronteerd met een groot gebrek aan toegankelijke groene ruimte, waardoor de mortaliteit gevoelig kan worden opgedreven.”

De onderzoekers suggereren dat de Europese steden jaarlijks 43.000 doden zouden kunnen voorkomen indien ze de richtlijnen van de World Health Organization over de toegang tot groene ruimte – minstens 0,5 hectare natuur binnen een straal van 300 meter van elke woning – zouden volgen.

De studie stelde vast dat de Europese steden slechts aan 40 procent van hun inwoners die voorwaarden konden aanbieden.

Mijnsteden

“De studie presenteert dan ook een ranglijst met een aantal opvallende resultaten”, stipt Mark Nieuwenhuijsen, analist stadsplanning van de ISGLobal, aan. “Diverse steden die om hun schoonheid en aangename omgeving bekend staan, halen in realiteit slechte scores. Daarentegen blijken steden met minder glamoureuze reputaties verrassend positieve resultaten te kunnen melden.”

Slechte scores zijn er onder meer voor de Italiaanse steden Triëst en Turijn of voor de Deense hoofdstad. Daarentegen behoren de voormalige mijnsteden Rotherham in Engeland en Wałbrzych in Polen tot de tien locaties met de beste verdeling van groene ruimtes.

“Ook wanneer alleen naar de hoofdsteden wordt gekeken, komen er verrassende resultaten naar boven”, werpt Nieuwenhuijsen op. “Parijs beschikt weliswaar over veel beroemde parken, maar staat in Europa op het gebied van mortaliteit door een gebrek aan groene ruimte toch op een vierde plaats. De slechtste prestatie wordt echter opgetekend in Brussel, gevolgd door Kopenhagen.”

“Al deze steden hebben weliswaar groene ruimtes, maar die zijn over hun grondgebied slecht verdeeld”, verduidelijkt de onderzoeker. “Er is vaak een duidelijke opsplitsing tussen groene wijken met rijke inwoners en arme buurten zonder natuur. Vaak zijn de groene ruimtes te vinden aan de randen van de stad, waar slechts een klein deel van de bevolking woont.”

Ook de aanwezigheid van water kan echter op de score van de steden een impact hebben. “Deze locaties halen in de studie vaak slechte resultaten”, beklemtoont Nieuwenhuijsen. “Waar water voorradig is, zal immers geen groen beschikbaar zijn.”

“Water kan nochtans op het gebied van welzijn een aantal voordelen bieden, maar gegevens over die concrete impact zijn zeldzaam. Daarom zouden steden met grote waterpartijen – zoals Triëst of Kopenhagen – mogelijk een betere score verdienen dan in de studie naar voor komt. Bovendien kunnen steden ook andere maatregelen nemen – zoals de strijd tegen luchtvervuiling – om de gezondheid van zijn inwoners te beschermen.”

Groene gentrificatie

“Groene ruimtes kunnen verschillende voordelen opleveren voor de gezondheid van de bevolking”, stipt de wetenschapper aan. “Sommige openbare ruimtes bieden voorzieningen om te sporten, wat de gezondheid van omwonenden verbetert.”

“Bomen helpen de luchtvervuiling tegengaan en zullen de stedelijke hitte-eilanden afkoelen. Tevens kunnen ze de stress en slaapproblemen verminderen door een buffer tegen de geluidshinder van het verkeer aan te bieden.”

“Om de gezondheid van de volledige bevolking te verbeteren, moet de groene ruimte over het stedelijk gebied evenwichtig zijn verdeeld”, zegt Nieuwenhuijsen. “De aanleg van grote parken kan het probleem uiteindelijk nog verergeren.”

“Deze groene ruimtes kunnen immers een groene gentrificatie teweegbrengen. In de aanpalende wijken dreigen immers de huisvestingskosten sterk te stijgen, waardoor bewoners met een lager inkomen naar goedkopere, minder gezonde buurten in de stad worden verdreven.”

“Om efficiënt te zijn, zouden de groene ruimtes moeten worden ingeplant in gebieden waar de grootste delen van de bevolking wonen en zouden zich als een lappendeken over de hele stad moeten verspreiden. De metropolen zouden zich moeten richten op het terugwinnen van stedelijk gebied voor de inrichting van nieuwe groene ruimtes.”

Nieuwenhuijsen pleit daarbij ook voor oplossingen zoals groene daken en verticale tuinen. Anderzijds denkt hij aan het omleiden van het autoverkeer en het weghalen van asfalt, dat volgens hem zou moeten worden vervangen door natuur, groene corridors, bomenrijen en kleine parkgebieden over het hele grondgebied.”

(NS)

Meer