Europa’s ingewikkelde relatie met China: “Beide kanten kunnen veel van elkaar leren”

In een interview met de Chinese staatsmedia, haalt Chinees minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi uit naar de Europese Unie. Volgens de minister bevindt de Unie zich in een zekere ‘cognitieve dissonantie’. Europa onderhoudt zeer dubieuze relaties met de Volksrepubliek China, tussen verzoenend en rivaliserend. Welk pad moet de EU bewandelen met de economische reus uit het Oosten?

De Europese Unie heeft een ingewikkelde relatie met China. Enerzijds probeert de EU zich niet te sterk te kanten tegen Peking, China vormt een enorme economische partner van Europa. Een goede handelsrelatie met het Oosten is dus enorm belangrijk. Maar op talloze vlakken is het niet evident voor de Unie om die vriendschappelijke relaties te onderhouden.

Cognitieve dissonantie

In een interview met Chinese staatsmedia komt Wang Yi, de minister van Buitenlandse Zaken van China, terug op die bipolaire houding. “Langs de ene kant wil Europa een strategisch partnerschap opbouwen met China, langs de andere kant beschouwt het China als een rivaal”, zegt Yi.

De toppoliticus erkent echter dat er sterk gewerkt is langs beide kanten om de relatie bij te schaven: “Dit jaar is er op vele vlakken heel wat vooruitgang geboekt in de relaties tussen de EU en China. De economische en handelsrelaties tussen beide machten heeft een positieve groei meegemaakt, ondanks enkele tegenvallers. Dat gezegd zijnde, merken we dat de Europese Unie aan een soort cognitieve dissonantie lijdt in zijn beleid met China.”

Economisch gesnuffel

Op economisch vlak ziet de EU enige samenwerking met China wel zitten. De Chinese markt is enorm aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven. Het grote bevolkingsaantal, opkomende middenklasse en jaarlijkse economische groeicijfers die stukken hoger liggen dan de onze, maken een vruchtbare bodem voor bedrijven om er initiatieven op te richten.

De Europese Unie sloot in december 2020 een handelsakkoord met China. Na zeven jaar onderhandelen kwamen beide kanten tot een besluit waardoor Europese bedrijven een betere toegang moeten krijgen tot de Chinese markt. Wegens China’s gesloten houding en stevige overheidscontrole op de markt, zijn er weinig openingen voor buitenlandse bedrijven om er voet aan grond te krijgen. In de Europese Unie geldt een ander verhaal, daar is de markt enorm geliberaliseerd. Hierdoor is er geen gelijk speelveld tussen beide grootmachten. Het akkoord moet dat speelveld min of meer effenen.

De Europese Unie wil op economisch vlak dus een zachtere houding aannemen met China dan bijvoorbeeld de VS. Vooral onder Trump namen de economische relaties tussen China en de Verenigde Staten een zure draai. Trump lanceerde een heuse handelsoorlog door strenge importheffingen in te voeren op Chinese en Europese producten. Onder Biden lijkt die bikkelharde concurrentiestrijd echter af te koelen.

Humanitaire tegenpolen

Terwijl de EU een voorzichtige toenadering zoekt tot China voor een betere economische samenwerking, liggen nog heel wat beleidspunten dwars. Op humanitair vlak vormen China en de Europese Unie tegenpolen. Daarom heeft Brussel het regelmatig moeilijk om een soepelere economische samenwerking met Peking te verantwoorden, wanneer de Communistische Partij regelmatig mensenrechten met de voeten treedt.

De persvrijheid en vrijheid van meningsuiting worden dagelijks op strikte wijze onderdrukt in China, zo verdwijnen regelmatig kritische journalisten achter de tralies. Begin december zaten verschillende lidstaten van de Europese Unie in dubio of ze wel of niet meestappen in het diplomatische boycot van de Olympische Winterspelen in februari 2022, waar de VS, het VK en Australië eerder al aankondigden aan om te nemen. De repressie van de Oeigoeren in de Chinese provincie Xinjiang vormt ook een urgente zaak waar de EU maar moeilijk een daadkrachtig antwoord op vindt.

Terwijl in 2020 het economisch gesnuffel op de voorgrond stond, werd 2021 meer gekenmerkt door deze humanitaire conflicten tussen de EU en China. Hierdoor kwam het soms tot botsingen, zoals de sancties van China tegenover Litouwen nadat de EU-lidstaat een Taiwanese ambassade opende in hun land.

Verzoenende woorden

Als zelfverklaarde vaandeldrager van de liberale democratie heeft de Europese Unie dus weinig gemeen met het Chinese regime, waar de Communistische Partij haar bevolking onder een strikt toezicht houdt. Maar die verschillen moeten volgens Wang Yi de pogingen tot verzoening niet dwarsbomen.

“Een verschil in systemen hoeft niet te betekenen dat China en Europa rivalen moeten zijn. Beide kanten kunnen veel van elkaar leren, elkaar respecteren en elkaar aanvullen. Europa en China kunnen, als twee grootse samenlevingen, drijvende krachten en grote markten, op elkaar kunnen rekenen en een synergie opbouwen op basis van wederzijds respect”, klinkt het bij de minister van Buitenlandse Zaken.

(bzg)

Meer