• Vandenkendelaere: “De snelheid van de ontwikkelingen is een probleem geweest. In 2021 bracht de Europese Commissie zijn wetgevend voorstel uit, en toen was er nog geen sprake van ChatGPT. Ondertussen zitten we aan meer dan 1 miljoen gebruikers. De uitdaging is om als wetgever een tekst te maken die zo goed mogelijk beantwoordt aan alle noden. Om nadien ook nog mogelijkheden open te laten om nog verbeteringen aan te brengen of rekening te houden met welke toekomstige evoluties er nog zouden kunnen zijn.”
• “Europa moet als derde speler zorgen dat we die concurrentie kunnen blijven aangaan met die twee andere, Amerika en China. We moeten niet alleen onze burgers beschermen voor de potentiële gevaren, maar tegelijk ook bedrijven toelaten om hier AI te ontwikkelen. We moeten zorgen dat we als continent competitief blijven.”

Eenduidig antwoord

• “Europa wil een een wereldwijde standaard zetten, die op een ethisch verantwoorde manier AI reguleert. We werken met risicocategorieën. Hoe hoger het risico op de mens, hoe meer voorwaarden er gesteld worden aan de producent van de toepassing. De spamfilter in je e-mail inbox is niet echt een een groot risico. Maar zelfrijdende busjes die vandaag ook al in stadscentra opduiken, dat zijn wel toepassingen van AI die goed gereguleerd moeten zijn”, haalt Vandenkendelaere aan. “Ook de verantwoordelijkheden voor de producenten moeten duidelijk uitgeklaard zijn op juridisch vlak.”
• “De lidstaten moeten niet apart met een eigen wetgeving komen, de bedoeling is om een eenduidig Europees antwoord te formuleren. Het moet de kans geven aan de Europese ontwikkelaars om hier snel mee aan de slag te gaan. Iedere ondernemer heeft de keuze om te ondernemen in werelddelen naar hun keuze. Maar op die manier doen we het als Europese Unie breder dan 27 aparte lidstaten of het online wilde westen zoals het in de VS bestaat.”