Een beleidsverklaring vol babystapjes

De regering kiest goeie pistes, maar de concrete maatregelen blijven vooral symbolisch. Of de regering de komende maanden en jaren echt kan doorzetten op deze weg, lijkt hoogst twijfelachtig. 

Na de gebruikelijke nachtelijke onderhandelingen en een last minute crisissfeertje presenteerde de regering De Croo deze week haar beleidsverklaring. Volgens sommigen pakte de regering uit met historische plannen. Dat is maar hoe je het bekijkt natuurlijk. Allicht was vooral het aantal maatregelen dat aangekondigd werd historisch. Veel van die maatregelen gaan ook effectief in de juiste richting.

  • Om meer mensen aan het werk te krijgen: lagere lasten op arbeid, activering van langdurig zieken, ontslagvergoedingen gedeeltelijk inzetten voor opleiding, goedkopere kinderopvang voor werkenden…
  • Voor de duurzame transitie: extra investeringen in het spoor, extra taks op korte vliegreizen, minder subsidiëring voor professionele diesel…
  • Voor de overheidsfinanciën: inspanningen om het begrotingstekort te verkleinen…

Maar voor de meeste van die maatregelen gaat het over symbolische bedragen die nauwelijks het verschil kunnen maken. Een lastenverlaging voor werkende alleenstaanden tot 50 euro en voor werkende koppels tot 150 euro op jaarbasis (dus tot 4,2 of 12,5 euro per maand)? Een potentiële sanctie voor langdurig werklozen van 2,5 procent van hun uitkering die ze kunnen vermijden door het invullen van een vragenlijst? Begrotingsinspanningen die het federale begrotingstekort in 2022 verkleinen van 3,26 procent van het bbp naar 3,1 procent? De juiste richtingen ja, maar het blijft allemaal heel erg mager.

Inspanningen versus uitdagingen

Het optimisme van de regering staat trouwens in schril contrast met de nieuwe economische vooruitzichten die het IMF op dezelfde dag publiceerde. In 2022 zou de economische groei in ons land nog stevig doorzetten met 3,1 procent, maar daarna wordt het terug heel wat minder. Volgens het IMF zou de economische groei in 2023-2026 uitkomen op gemiddeld 1,4 procent per jaar. Samen met Italië, Duitsland en Finland hangt België daarmee achteraan het Europese peloton. 

procent

Nog volgens het IMF zou het structurele begrotingstekort bij ongewijzigd beleid uitkomen op 5 procent van het bbp in 2026. En zou de overheidsschuld klimmen naar 120 procent van het bbp. De deze week aangekondigde begrotingsinspanningen zullen daar nauwelijks verandering in brengen. 

Ook voor de grote uitdagingen waar ons land voor staat – de krapte op de arbeidsmarkt, de vergrijzing, de vertragende productiviteitsgroei, de klimaattransitie – brengt deze beleidsverklaring zeker niet het antwoord. Belangrijke en noodzakelijke hervormingen op het vlak van de flexibilisering van de arbeidsmarkt, de pensioenen, de gezondheidszorg en de duurzame hertekening van onze economie en samenleving blijven uit. 

As good as it gets?

De regering geeft wel degelijk indicaties in de juiste richting. Mochten dit eerste stappen zijn waar de komende jaren op verder gebouwd wordt, dan zou het een veelbelovend begin zijn. De kans lijkt evenwel groter dat het dit zowat zal zijn voor deze legislatuur. Hopelijk pakt de regering de komende maanden nog uit met een grondige hervorming van de pensioenen en van de arbeidsmarkt. Maar volgend jaar zullen de economische vooruitzichten minder rooskleurig zijn, zal Europa allicht minder meegaand zijn, en vooral, zullen de volgende verkiezingen nog een jaar dichter zijn. Of deze regering in die omstandigheden dan wel belangrijke hervormingen (met volgende amplitude) kan doorvoeren, is hoogst twijfelachtig.

Mogelijk waren dit akkoord en deze maatregelen het hoogst haalbare voor deze ploeg. Maar in vergelijking met de uitdagingen waar we voor staan, is het veel te weinig. En dat is een verontrustende vaststelling.


De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten

Meer