Duitsland heeft opgeroepen tot een pauze in de ontwikkeling van de diepzeemijnbouwindustrie, omdat er momenteel onvoldoende bekend is over de mogelijke gevolgen voor de zeebodem.
In een verklaring aan de Internationale Zeebodemautoriteit in Jamaica, het agentschap dat verantwoordelijk is voor de regulering van diepzeemijnbouw, zei de Duitse minister van Milieu: “Diepzeemijnbouw zou de oceanen nog meer onder druk zetten en ecosystemen onherstelbaar beschadigen. Daarom vragen wij, als eerste stap, om een pauze in te lassen zodat overhaaste beslissingen niet ten koste gaan van het mariene milieu”.
Matthew Gianni, medeoprichter van de Deep Sea Conservation Coalition, die deze week de onderhandelingen over mijnbouwvoorschriften in Jamaica volgt, beschreef de Duitse verklaring als “belangrijk”. Volgens Gianni geeft Duitsland namelijk een belangrijk politiek signaal af aan andere landen die overwegen om de zeebodem te ontginnen.
Diepzeemijnbouw omvat de ontginning van gesteenten die rijk zijn aan kobalt, nikkel en andere materialen die onder meer voor de productie van batterijen kunnen worden gebruikt, en die op de bodem van de Stille Oceaan kunnen worden aangetroffen.
Juridisch kader
De oproep van Duitsland voor een “voorzorgspauze” in de opkomende industrie, volgt op eerdere vergelijkbare verzoeken van Spanje en Nieuw-Zeeland. Beide landen stellen namelijk dat de exploitatie van metalen op de zeebodem moet worden stopgezet, totdat verder onderzoek naar de milieueffecten is verricht.
Ook Frankrijk liet afgelopen zomer van zich horen. In juni riep de Franse president Emmanuel Macron op tot de invoering van wetten die diepzeemijnbouw een juridisch kader moeten geven. “We moeten activiteiten tegengaan die onze ecosystemen in gevaar brengen”, zei de Fransman. “Maar tegelijkertijd moeten we onze wetenschappers en ontdekkingsreizigers stimuleren om de volle zee beter te leren kennen. We moeten het beter begrijpen om het te kunnen beschermen”.
En hoewel de president zijn bezorgdheid uitsprak over diepzeemijnbouw, heeft Frankrijk via het Institut Français de Recherche pour l’Exploitation de la Mer (Nationaal Instituut voor Oceaanwetenschappen) een exploratiecontract voor een gebied van 75.000 vierkante kilometer in de Clarion-Clipperton Zone. Dat is een uitgestrekte zeebodem in het noorden van de Stille Oceaan die rijk is aan polymetaalknollen.
“Goede eerste stap”
Wetenschappers hebben meerdere malen gewaarschuwd dat de schade aan ecosystemen door de winning van nikkel, kobalt en andere metalen op de zeebodem “gevaarlijk”, “roekeloos” en “onomkeerbaar” zou zijn. Daarom hebben verschillende landen, waaronder de eilanden Palau en Fiji in de Stille Oceaan, maar ook Chili, opgeroepen tot een wereldwijd moratorium, op grond van milieuoverwegingen en een gebrek aan voldoende wetenschappelijke gegevens.
Till Seidensticker, de mariene deskundige van Greenpeace Duitsland, beschreef de Duitse verklaring als een “goede eerste stap” naar een effectieve bescherming van de diepzee. “Het is goed nieuws dat de Duitse regering oproept tot handhaving van het voorzorgsbeginsel voor de diepzee en zich daarmee aansluit bij landen als Spanje en Nieuw-Zeeland”, zei hij.
En ook het WWF sprak zich kritisch uit: “Mariene ecosystemen zijn met elkaar verbonden en veel soorten migreren. Daarom kan diepzeemijnbouw nooit geïsoleerd plaatsvinden en kunnen verstoringen gemakkelijk territoriale grenzen overschrijden. Negatieve effecten op de wereldwijde visserij zouden de belangrijkste eiwitbron van ongeveer 1 miljard mensen en het levensonderhoud van ongeveer 200 miljoen mensen, velen in arme kustgemeenschappen, bedreigen”.
De Duitse autofabrikanten Volkswagen en BMW hebben eerder gezegd dat zij geen metalen uit de zeebodem zouden kopen.
(bg)