Denemarken zoveelste Europese land dat zijn kar over nalatige defensiebudgetten keert

Na Duitsland heeft ook Denemarken besloten om zijn defensiebeleid compleet te herzien. Het Scandinavische land zal voortaan streven naar de 2 procent richtlijn van de NAVO en laat zijn bevolking beslissen om toch deel te nemen aan een gecoördineerd Europees defensieprogramma.

Zondagavond kondigde de Deense premier Mette Frederiksen een complete ommekeer van het Deense defensiebeleid aan. Dit houdt in dat het land voortaan het defensiebudget zal opdrijven, om tegen 2033 aan een niveau van 2 procent van het bruto binnenlandse product (bbp) te komen.

Daarbovenop zal de Deense bevolking in een referendum mogen stemmen over de deelname aan het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) van de Europese Unie. Ten slotte heeft de premier de ambitie bekend gemaakt om Denemarken volledig los te koppelen van Russisch gas.

Defensie als besparingspost

Denemarken mag daarin het lijstje van landen aanvullen die tot het inzicht zijn gekomen dat op defensie doorheen de jaren tot op het bot bespaard werd. Vanaf de jaren ’90, na de val van het IJzeren Gordijn, zijn de defensie-uitgaven van de Europese staten geleidelijk aan afgebouwd. De invasie van Rusland in Oekraïne heeft die landen wakker geschud uit de dagdroom dat vrede op het continent een vast gegeven was.

“Historische tijden vergen historische beslissingen”, zei Frederiksen toen ze de nieuwe ambities zondag aankondigde. Daarmee zal het defensiebudget jaarlijks met 18 miljard Deense kroon (ongeveer 2,42 miljard euro) toenemen. Bovenop die jaarlijkse budgetsverhoging zal de staat ook 7 miljard kroon (ruwweg 940.000 euro) opzij houden om de komende twee jaar de Deense defensie, diplomatieke missies en humanitaire hulp te verstevigen.

In 2019 kondigde de Deense regering al eens een verhoging van het defensiebudget aan. Toen moest het aandeel van de defensie-uitgaven in het bbp van 1,35 procent tegen 2023 opgedreven worden tot 1,5 procent.

Referendum over Europese defensie

Bovenop de extra investeringen voor defensie, zal de Deense bevolking in juni ook naar de stembus mogen trekken om in een referendum te beslissen of Denemarken al dan niet zal deelnemen aan het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) van de Europese Unie.

Het GVDB is een militair samenwerkingsverband tussen de EU-lidstaten met als doel om een gecoördineerd buitenlands- en defensiebeleid te voeren in naam van de Unie. Het samenwerkingsverband begon als een weg richting de droom van sommige eurocraten om tot een gemeenschappelijk Europees leger te komen. Zo ver is het GVDB echter nooit gekomen, in zijn huidige vorm valt het te vergelijken met een Europese versie van de NAVO.

Bij de oprichting van het GVDB dertig jaar geleden besliste Denemarken nog om geen deel uit te maken van die samenwerking. De Deense bevolking mag nu opnieuw beslissen of ze toch niet deel wil uitmaken van het Europees militair bondgenootschap.

“Poetins zinloze en brutale aanval op Oekraïne heeft een nieuw tijdperk in Europa ingeluid”, zei Frederiksen zondag. “Het gaat daarbij niet enkel en alleen om de strijd van Oekraïne, maar het is een test voor alles waarin we geloven, onze waarden, democratie, mensenrechten, vrede en vrijheid.”

Wat met het Russisch gas?

Als laatste punt haalde Frederiksen aan dat de hele regering akkoord ging dat Denemarken “zo snel mogelijk” onafhankelijk moet worden van Russisch gas. Hoe of wanneer het land zich wil loskoppelen van Rusland heeft de premier niet gezegd.

In het hele Westen kijken overheden hoe ze het zonder de Russische grondstoffen kunnen stellen. Zo lijkt er vanuit het Nederlandse Groningen – waar gaswinning nochtans wordt uitgedoofd omwille van aardbevingsgevaar – opnieuw bereidheid te bestaan om gas te leveren ter vervanging van Rusland. Ook in de Verenigde Staten doen zich bijzondere taferelen voor om niet langer van Rusland afhankelijk te zijn. Zo zou de regering Biden bereid zijn zich in zekere zin te verzoenen met Venezuela in ruil voor olie.

(mah)

Meer