Daar komt de ‘slimme’ landmijn

In de toekomst zal het mogelijk zijn landmijnen ook gericht in te zetten. Dat moet niet alleen de efficiëntie van het gebruikte materiaal verbeteren, maar zal ook de tol aan onschuldige slachtoffers kunnen beperken. Dat zegt Joseph Pelino, bij het Amerikaanse leger verantwoordelijk voor technologieën voor de strijd op het slagveld.

“In de toekomst zal het mogelijk zijn om mijnenvelden op afstand te laten bedienen en beheren,” verduidelijkt Pelino. “Die verantwoordelijke zou zich zelfs in een controlekamer aan de andere kant van de wereld kunnen bevinden. De communicatie met het mijnenveld kan immers met satellietverbindingen worden gegarandeerd.”

“Dit nieuwe type mijnenvelden laat zich in een tijdspanne van enkele minuten uitrollen. Het is echter ook mogelijk om het materiaal na afloop van de operatie opnieuw op te halen. Het is dan ook mogelijk om ongebruikte mijnen verschillende keren opnieuw in te zetten.”

Verboden

“De veranderde benadering is noodzakelijk om ook in de toekomst nog landmijnen te kunnen inzetten,” zegt Joseph Pelino. “Landmijnen met oude technieken zijn immers in de oorlogsvoering van de toekomst niet meer toegelaten.”

Mijnenvelden hebben in het verleden vaak nog grote schade aangericht nadat het gewapende conflict al lang is gestopt. Kinderen over de hele wereld hebben massaal ledematen verloren omdat ze op terreinen speelden waar – soms vele jaren en zelfs decennia voordien – een gewapende strijd was gevoerd. Volgens Pelino zullen dergelijke incidenten met de nieuwe technologie vermijdbaar zijn.

“Er bestaan momenteel al systemen die mijnen vanop afstand kunnen laten detoneren,” verduidelijkt Pelino. “Die commando’s gebeuren echter met radiogolven. Technologisch onderlegde tegenstanders zijn echter in staat maatregelen te nemen om deze wapens onschadelijk te maken. Dat zal met het nieuw type afstandsbediening, dat met satellietcommando’s werkt, echter niet mogelijk zijn.”

Het Amerikaanse leger beschikt over een brede portfolio landmijnen. In eerste instantie is er de Claymore-mijn, die op het einde van de jaren vijftig op het slagveld verscheen en een massale inzet kende in de oorlog in Vietnam.

Daarnaast is er de Gator-mijn, die helikopters boven het doelwit moeten droppen. Dit wapen is inzetbaar tegen menselijke doelwitten, maar ook tegen tanks. Tenslotte zijn er de modellen Adam en Raam, die met artillerie naar het voorziene terrein werden geschoten.

Betaalbaar

“Deze types voldoen echter niet meer aan de overeenkomsten die door allerhande militaire verdragen zijn afgesloten,” zegt Pelino. Hij voegt eraan toe dat de nieuwe types moeten beschikken over communicatiesystemen die afstanden tussen twee en driehonderd kilometer tot een commandopost kunnen overbruggen.

Een vereiste is verder dat het mogelijk is de munitie vanop afstand scherp te stellen en weer opnieuw te deactiveren. De mijnen dienen tevens over een zelfvernietigende capaciteit te beschikken. Daarnaast moet de munitie ook een rapporteringsfunctie hebben.

Dat moet toelaten te achterhalen of sommige munitie door de vijand is gedetecteerd en gemanipuleerd. Tenslotte moeten de mijnen ook het type doelwit kunnen herkennen.

“De fabrikanten moeten bovendien garanderen dat de mijnen op alle terreinen en onder alle weersomstandigheden inzetbaar zijn,” beklemtoont Pelino. “Daarnaast dient het materiaal gemakkelijk kunnen worden geplaatst, gerecupereerd, hersteld en opnieuw gebruikt. Ook de betaalbaarheid is een belangrijke voorwaarde.”

Meer