Een handelsakkoord? De VS willen wel, maar China kan niet

De Amerikaanse minister van Financiën Steven Mnuchin zei woensdag dat de VS en China dichtbij een akkoord staan dat een einde moet maken aan de handelsoorlog. Hij toonde zich ook optimistisch over de vooruitgang die Donald Trump en Xi Jinping later deze week kunnen realiseren. Beide treffen elkaar zaterdag in de Japanse stad Osaka, waar de jaarlijkse G20-vergadering plaatsvindt.  Volgens Mnuchin is het akkoord voor 90% klaar en zitten beide landen op het pad dat naar een overeenkomst leidt. Maar is dat wel zo?

De beurzen onhoog praten is een bekende tactiek van Mnuchin. Ook nu lijken zijn uitspraken weinig meer dan dat te willen bereiken. Beide landen zoeken momenteel vooral uit hoe ze een hervatting van de onderhandelingen aan het thuispubliek als een overwinning kunnen verkopen. Volgens het persagentschap Bloomberg zouden de VS een opschorting van nieuwe tarieven hebben aangeboden om de Chinezen terug aan de onderhandelingstafel te krijgen. De Chinese onderhandelaars zouden op hun beurt tijdelijk afzien van een restrictie op de export van zeldzame aardmetalen, waarop het land bijna een monopolie heeft.

China, een economisch mirakel?

China heeft de voorbije decennia een nooit gezien inhaalmanoeuvre gerealiseerd. Door hard labeur, slimme investeringen in infrastructuur en onderwijs en grote investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie heeft het land zich een pad naar de welvaart gebaand. Daarbij zijn honderden miljoenen Chinezen uit de armoede gehaald. Maar dat gebeurde vaak op een weinig correcte manier: naast de massale subsidiëring van haar exporteurs, was er de diefstal van intellectueel eigendom, het zich onrechtmatig toe-eigenen van technologie van buitenlandse bedrijven die in China actief zijn en het overtreden van de regels die gelden binnen de Wereldhandelsorganisatie WTO. Het land houdt verder weinig of geen rekening met sociale rechten, iets wat door westerse landen veel te weinig aan de kaak wordt gesteld.

China wil nu zijn zinnen zetten op de twee belangrijkste industrieën van de 21ste eeuw: artificiële intelligentie en elektrische voertuigen. Het eerste om zijn autoritaire controle op 1,4 miljard mensen te bestendigen, het laatste om zijn afhankelijkheid van olie te reduceren

De VS willen wel, maar China kan niet

Dat beide supermachten tot een akkoord zouden komen en een einde maken aan de handelsoorlog is twijfelachtig. Niet omdat de VS dat niet willen, maar eerder omdat het Chinese groeimodel dat niet toelaat.

De Chinese president heeft sinds hij in 2012 aan de macht kwam een ongeëvenaarde machtspositie uitgebouwd. Met een economie die als uitgangspunt dient om de Communistische Partij aan de macht te houden.

De handelsoorlog heeft niet enkel een vernietigende impact op die economie, maar ook op de autoriteit van de Partij. Die heeft decennialang welvaart heeft kunnen creëren dankzij de economische vooruitgang. Het huidige groeimodel vormt dan ook de kern van Xi’s machtsbasis.

De Amerikaanse positie inzake China is duidelijk: Trump eist terecht de liberalisering van de bilaterale handel. Dat gaat ten koste van Chinese staatsbedrijven die er met staatsgeld in zijn geslaagd oligopolies te verwerven op westerse markten.

Op het spel staat hoe de wereldeconomie er in de toekomst uit gaat zien

Dit zijn geen kleine eisen. Een akkoord waarbij China zich bereid verklaart zijn wanpraktijken stop te zetten lijkt onmogelijk, omdat het een schuldbekentenis inhoudt. Zo’n démarche zou de onbedreigde machtsgreep van Xi over zijn partij in gevaar brengen. Maar met minder dan een totale capitulatie kan Trump geen genoegen nemen. Toelaten dat China op eenzelfde manier marktaandeel verwerft in zaken als 5G, artificiële intelligentie, microchips en de ruimtevaart als ze dat in de goederen- en productiesector heeft gedaan is voor de Amerikanen geen optie. Het zou niets minder dan het einde van de Amerikaanse heerschappij op handelsvlak inluiden. Op het spel staat hoe de wereldeconomie er in de toekomst uit gaat zien. Trump weet dat.

Meer