China plundert scheepswrakken: waarom vecht men om het staal van oude slagschepen?

China wordt verdacht van het bestelen van oude wrakken uit de Tweede Wereldoorlog, die worden beschouwd als zeemansgraven. Maar het staal van de schepen heeft zeer zeldzame eigenschappen: deze scheepshulzen zijn niet besmet door het atoomtijdperk. Jammer genoeg, voor de herinnering aan de omgekomen zeelieden.

Maritieme waarnemers hebben de afgelopen dagen hun bezorgdheid geuit over de aanwezigheid van een Chinees schip, de Chuan Hong 68, voor de oostkust van Maleisië. Het is een zeer betwist maritiem gebied waar China soevereiniteit over claimt, waarbij het in conflict gaat met bijna alle omliggende landen in de regio. Bovendien hecht het Middenrijk weinig belang aan het concept van territoriale wateren wanneer het gaat om het exploiteren van zeebronnen, zoals vis of gasvelden. Opmerkelijk is dat de Chuan Hong 68 uitgerust is voor het bergen van wrakken, en juist op de plek vaart waar twee vlaggenschepen van de Britse marine zijn gezonken.

Grafroof op volle zee

De HMS Prince of Wales en Repulse werden op 10 december 1941 tot zinken gebracht door de Japanse luchtmacht, waarmee ze een van de grote nederlagen van de Royal Navy en het verlies van maritieme controle door de geallieerden over een groot deel van de Stille Oceaan in deze fase van de Tweede Wereldoorlog markeren. Deze wateren zijn bezaaid met wrakken van beide zijden, soms op relatief geringe diepte, tussen de eilanden en zeestraten in Oost-Azië. Velen van hen hebben een deel van hun bemanning mee de dood in genomen, en UNESCO beschouwt deze ongelukkige schepen als maritieme begraafplaatsen. Bovendien kan geen enkel land aanspraak maken op een wrak dat zich in zijn wateren bevindt: dit behoort altijd toe aan de natie onder wier vlag het voer.

Maar respect voor de doden weegt niet op tegen winst: al enkele jaren maken marines – voornamelijk westerse – zich zorgen over de acties van wrakrovers. Hierbij gaat het niet alleen om duikers die souvenirs meenemen: in 2016 uitten Nederland en het Verenigd Koninkrijk hun bezorgdheid bij Indonesië over de volledige verdwijning van de schepen HNMLS De Ruyter, HNMLS Java en HMS Electra, allemaal tot zinken gebracht in februari 1942. Ze zijn waarschijnlijk volledig ontmanteld voor hun staal, met volledige minachting voor de overblijfselen van de omgekomen zeelieden.

Indonesië beweert niets met deze kwestie te maken te hebben en heeft geen verplichting om de wrakken van andere landen te beschermen, maar het is moeilijk voor te stellen dat het demonteren en verkopen van duizenden tonnen staal onopgemerkt zou blijven. Volgens een onderzoek van The Guardian uit 2018 werd er 200.000 Indonesische roepia (€12,4) per ton betaald, terwijl de overblijfselen werden weggegooid.

Maar China heeft een stap verder gezet en lijkt schepen te hebben ingezet die gespecialiseerd zijn in illegale ontmanteling van wrakken, zoals de eerder genoemde Chuan Hong 68, die al in 2017 in de regio is gespot bij het plunderen van drie Japanse schepen, meldt Opex360.

Waarom zo’n interesse in deze oude stalen rompen? Simpelweg omdat het gaat om metaal van uitzonderlijke kwaliteit: we spreken van Low-background steel, maar “stralingsvrij staal” zou een correcte vertaling zijn. Om staal te produceren, wordt koolstof geïnjecteerd in ijzererts; vroeger gebeurde dit in de vorm van lucht, en later in het industriële tijdperk vooral met zuivere zuurstof, beide afkomstig van atmosferische gassen, die door de vele kernproeven in de jaren 40 en 60 vervuild raken met radioactieve stoffen. Het metaal dat uit de hoogovens komt, is dus “besmet” en sinds 1945 betekent dit dat het op zijn minst een beetje radioactief is.

Oud staal voor nieuwe wetenschap

De twee bommen op Hiroshima en Nagasaki, en vooral de talloze kernproeven, hebben geleid tot de vervuiling van de atmosfeer, zij het niet in gevaarlijke hoeveelheden voor ons. Dit maakt het staal dat na het begin van het atoomtijdperk is geproduceerd ongeschikt voor het maken van hoogwaardige apparaten, vooral als ze gevoelig moeten zijn voor zelf-radioactieve deeltjes. Deze “antropogene achtergrondstraling” is exponentieel afgenomen sinds het verbod op atmosferische tests, waardoor nieuw geproduceerd staal opnieuw kan worden gebruikt voor precisietoepassingen.

Maar oud staal behoudt zijn waarde. En de plaats waar het het best bewaard blijft en relatief gemakkelijk kan worden gerecycleerd, is op de bodem van de zee. Vandaar het belang van schepen uit de Tweede Wereldoorlog.

Dit staal is ideaal voor geigertellers en bepaalde medische apparaten. Maar waar het belang van China voor dit oude metaal echt van pas kan komen, is in geavanceerde technologieën. Dit “schone” metaal is essentieel voor wetenschappelijke apparatuur, met name op het gebied van fotonica, maar ook voor het bouwen van sensoren voor satellieten. Kortom, alle apparatuur die juist de uitgezonden straling van radioactieve stoffen moet detecteren en dus een omgeving met een uiterst lage straling vereist voor optimale gevoeligheid. Een vreemd einde voor oude oorlogsmachines. (kg)

Meer