Big Data tekent snel het doodsvonnis van de reclamesector

Eens algoritmes en Big Data beter dan wijzelf zullen weten wat best voor ons is zal de advertentiemarkt instorten. Omdat hij totaal overbodig zal zijn geworden.

We leven in een aandachtseconomie. De bedoeling van platformen als Facebook, Instagram, YouTube, Google en andere Alibaba’s is om het publiek permanent gebiologeerd te houden met een niet aflatende stroom aan spectaculaire, flitsende, bizarre, opvallende, vermakelijke en anderszins aandacht trekkende berichten, [filmpjes en foto’s] .

Elk moment van ons leven wordt digitaal opgeslagen en gedeeld via de aanraking van een touchscreen, waarna de strijd om aandacht op een globale en uiterst competitieve markt van start gaat.

“Nieuws moet ons vooral bezighouden, of we er wijzer van worden is van secundair belang”, schreef Rob Wijnberg, de voormalige hoofdredacteur van nrc.next, zes jaar geleden daarover in zijn uiterst informatief en vermakelijk boekje ‘De Nieuwsfabriek’.

Wat wel belangrijk is, is dat we zo veel mogelijk tijd op deze platformen blijven hangen. Zodat we onder zoveel mogelijk advertenties bedolven kunnen worden.

Verkoop van advertenties is voor ‘Big Tech’ niets meer dan een tussenstation

Dat advertenties dus niet het einddoel van deze bedrijven zouden zijn is een boude claim. Samen met Facebook en het Chinese Alibaba heeft Google 61% van de globale advertentiemarkt in handen.

Een bedrijf als Google leeft dan ook van de advertentiemarkt. In 2018 genereerde het moederbedrijf Alphabet ruim 110 miljard dollar aan omzet. Liefst 84% daarvan kwam rechtstreeks uit de verkoop van advertenties op de eigen of op andere sites.

Maar de verkoop van advertenties is voor deze bedrijven niets meer dan een tussenstation. Hun ware doel is onze aandacht vast te houden. Op die manier kunnen ze zoveel gegevens over ons gedrag verzamelen tot ze beter dan wijzelf weten wat goed voor ons is. Het verzamelen van deze data zal tot een gans ander zakenmodel leiden. Het eerste slachtoffer daarvan zal de reclamesector zelf zal zijn.

In zijn boek ’21 vragen voor de 21ste eeuw‘ schrijft de Israëlische denker-filosoof Yuval Noah Harari dat ‘het nieuwe businessmodel van Big Tech gebaseerd is op de transfer van autoriteit van mensen naar algoritmes’. Die autoriteit omvat ook het kiezen en kopen van producten en diensten.

Als het algoritme van Big Data voor ons kiest, welk is dan nog het nut van reclame?

“Eens algoritmes voor ons kiezen en kopen, gaat de traditionele reclame-industrie ten onder. Neem Google. Google wil het punt bereiken waarop we eender welke vraag kunnen stellen en daarop het beste antwoord krijgen. Stel dat je volgende vraag aan Google kan richten: “Hé Google, gebaseerd op alles wat je weet over auto’s en op alles wat je weet over mij (mijn gewoontes, mijn opinie over de klimaatwijziging, mijn eisen inzake comfort en zelfs mijn opinie over politiek in het Midden-Oosten), welke is voor mij de beste auto?

Indien Google ons het antwoord op die vraag kan geven. En indien we Google vertrouwen, eerder dan te rekenen op onze eigen wispelturige en makkelijk manipuleerbare gevoelens. Welk nut zal een advertentie voor een wagen dan nog hebben?”