Bescherming klokkenluiders – Een preventiesysteem? Ja! een kliksysteem? Nee!

België moet tegen 17 december 2021 de richtlijn betreffende de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden, omzetten. Die richtlijn wil schade aan het algemeen belang in professionele context voorkomen door een systeem in te voeren waarmee in een vroeg stadium tekortkomingen binnen overheids- en private organisaties kunnen worden opgespoord en beheerd en dat tegelijkertijd een doeltreffende bescherming van de klokkenluiders garandeert (verbod op represailles, recht op informatie enz.).

Concreet moeten ondernemingen met meer dan 50 werknemers verplicht een intern meldingskanaal opzetten. Dat kanaal kan intern beheerd worden door een persoon die wordt aangeduid binnen de juridische entiteit of kan worden uitbesteed aan een externe derde partij. De klokkenluider zal zich ook kunnen wenden tot een extern meldingskanaal, m.a.w. de bevoegde autoriteiten die werden aangewezen om meldingen te ontvangen, melders feedback te geven en de meldingen op te volgen. Tot slot zal de melder ook de mogelijkheid hebben om, onder bepaalde voorwaarden, de informatie openbaar te maken.

De richtlijn legt de nationale wetgever op om interne meldingskanalen aan te moedigen. Dat is volgens de Europese wetgever de beste manier om ervoor te zorgen dat de informatie terechtkomt bij de personen die kunnen bijdragen tot het snel en efficiënt wegwerken van de risico’s voor het algemeen belang. Voor het VBO is die voorkeur voor een intern kanaal een kwestie van gezond verstand. Het op gelijke voet zetten van interne kanalen, externe kanalen en openbaarmaking zou indruisen tegen de geest van de richtlijn en zou erop neerkomen dat een preventiesysteem wordt gebruikt als aanklachtsysteem of zelfs als kliksysteem. De wetgever zal dus specifieke sancties moeten bepalen in geval van valse aanklachten, voor zover de huidige relevante bepalingen van het Strafwetboek op dit moment niet doeltreffend genoeg zijn.

Het materieel toepassingsgebied van de toekomstige wet is een ander essentieel element. Het VBO vindt dat het breed genoeg moet zijn om de bestaande sectorale bepalingen te harmoniseren en op te heffen. Het toepassingsgebied moet bovendien duidelijk gedefinieerd zijn, om conflicten te vermijden en een helder begrip van het systeem te garanderen, zowel door de melder als door de betrokken juridische entiteit en de bevoegde autoriteiten. Door af te wijken van de keuze van de Europese wetgever – een exhaustieve lijst van wetgevingshandelingen waarbij inbreuken op die handelingen het algemeen belang zouden kunnen schaden – zou het materieel toepassingsgebied een bron van rechtsonzekerheid kunnen worden.

Een systeem voor het melden en beheren van tekortkomingen kan maar correct werken als dat het vertrouwen geniet van de verschillende stakeholders. In de eerste plaats moet de klokkenluider een redelijke bescherming genieten en moet hij er zeker van zijn dat hij serieus wordt genomen. Vervolgens moet de juridische entiteit de meldingen kunnen ontvangen en verwerken in een sereen klimaat, zonder ervoor te moeten vrezen dat de klokkenluiders onrechtmatig aanspraak hebben gemaakt op die bescherming enkel en alleen om hun ontslag te voorkomen of om de onderneming schade toe te brengen.

Het VBO wil die voorwaarden tot wederzijds vertrouwen veiligstellen door te ijveren voor een evenwichtige wettekst.


De auteurs François-Guillaume Eggermont en Arie Van Hoe maken deel uit van het Competentiecentrum Recht en Onderneming bij het VBO-FEB.

Deze opinie verscheen eerst op de website van het VBO-FEB

Meer