Supermarktgigant Ahold Delhaize loopt een belastingvoordeel van zo’n 200 miljoen euro mis. Het bedrijf verloor onlangs een rechtszaak tegen de Belastingdienst, waardoor het naast een aantrekkelijke afschrijfpost grijpt. Dat blijkt uit een recent openbaar geworden uitspraak van de rechtbank Noord-Holland in Haarlem.
Aanvaring
Het Nederlandse supermarktconcern Koninklijke Ahold, bekend van Albert Heijn, rondde halverwege 2016 de overname van de Belgische branchegenoot Delhaize af. Vervolgens raakte het bedrijf in aanvaring met de Nederlandse Belastingdienst over de juiste boekhoudkundige verwerking van deze overname.
Volgens Ahold Delhaize was er door de fusie een boekhoudkundige post ontstaan, die in tien jaar moest worden afgeschreven. Die afschrijving zou de winst drukken, waardoor het bedrijf minder vennootschapsbelasting zou hoeven te betalen.
Belastingvoordelen
Uit een recent openbaar geworden uitspraak blijkt dat de fiscus het daar niet mee eens is, en in de aanslag voor de vennootschapsbelasting over 2016 geen rekening met die afschrijving hield. Volgens de uitspraak gaat het dat jaar om een vermindering van het belastbare bedrag van ruim 38 miljoen euro.
Tegen het tarief voor de vennootschapsbelasting van 25 procent scheelt dat Ahold alleen al in het half jaar na de overname in 2016 dus bijna 10 miljoen euro. Over de totale afschrijvingsperiode van 10 jaar zou het belastingvoordeel ruwweg 200 miljoen euro bedragen.
Nadat de fiscus het bezwaar van Ahold tegen de belastingaanslag had afgewezen, stapte het supermarktbedrijf naar de rechter.
De rechtbank Noord-Holland gaf de Belastingdienst vorige maand echter gelijk, en oordeelde dat er geen post is waarop Ahold kan afschrijven. “De aanslag vennootschapsbelasting 2016 is niet te hoog”, aldus de uitspraak. “Het beroep dient ongegrond te worden verklaard.”
Tweede fiscale tegenvaller
Het is de tweede keer in korte tijd dat Ahold Delhaize een fiscale tegenvaller te verwerken krijgt. In februari moest het supermarktbedrijf de Belgische fiscus een naheffing van 382 miljoen euro betalen na een meningsverschil over de boekhoudkundige verwerking van een transactie met de Amerikaanse winkels van Delhaize.
Het supermarktbedrijf betaalde de Belgische aanslag, maar wil wel proberen om dat geld nog terug te krijgen.
Advocaat Aldo Mariani van KPMG Meijburg, die het retailconcern in de zaak tegen de Nederlandse fiscus bijstond, verwijst voor een toelichting naar Ahold Delhaize.
Een woordvoerder van de supermarktgigant bevestigt de discussie met de fiscus (zie kader). Zij geeft aan dat het concern tegen de uitspraak van de rechter mogelijk nog in hoger beroep zal gaan. “Ahold Delhaize is de diverse juridische alternatieven ten aanzien van deze zaak zorgvuldig aan het afwegen.”
Reactie Ahold Delhaize
“In de grensoverschrijdende fusie van gelijken tussen Ahold en Delhaize in 2016 is door Ahold zogenoemde fusie-goodwill voldaan, gerelateerd aan synergievoordelen die gerealiseerd worden bij beide onderdelen, Ahold en Delhaize. In de huidige wet- en regelgeving zijn meerdere interpretaties mogelijk omtrent de fiscale behandeling van deze goodwill. Om hier duidelijkheid over te verkrijgen hebben partijen besloten om de casus aan de rechter voor te leggen. Belangrijk om aan te geven is dat Ahold Delhaize wel reeds haar belastingen heeft voldaan en geboekt conform het standpunt van de Nederlandse Belastingdienst.”
