Vlaamse bedrijven krijgen vier maanden langer de tijd om hun onroerende voorheffing voor 2020 te betalen. Dat heeft Vlaams minister van Financiën Matthias Diependaele beslist, schrijft De Tijd.

Met de ingreep wil Vlaams minister van Financiën en Begroting Matthias Diependaele (N-VA) de bedrijven met liquiditeitsproblemen meer ademruimte geven. Ondernemingen die op 1 januari van dit jaar de eigenaar van een onroerend goed waren, zijn in principe verplicht de heffing te betalen tegen 31 december 2020.

Die deadline verschuift naar 30 april 2021. Het is ook mogelijk om de verschuldigde voorheffing in schijven af te lossen tegen eind april. Tot diezelfde dag rekent de Vlaamse overheid ook geen interesten aan. De Vlaamse Belastingdienst verleent het uitstel automatisch, behalve bij eenmanszaken. Zij moeten de verlenging zelf aanvragen.

‘Sommige ondernemers hebben het knap lastig om aan hun financiële verplichtingen te voldoen. We willen voorkomen dat de onbetaalde facturen zich opstapelen’, zegt minister Diependaele in De Tijd. ‘Als een onderneming haar factuur aan een leverancier niet kan betalen, kunnen ze allebei in de problemen komen.’

990 miljoen

De onroerende voorheffing levert de Vlaamse overheid jaarlijks zo’n 990 miljoen euro aan inkomsten op. Een groot deel van de bedrijven heeft de belasting al betaald, want volgens het kabinet-Diependaele moet nog25 tot 30 procent van de belasting de komende maanden nog binnenkomen.

Danny Van Assche van zelfstandigenorganisatie Unizo toont zich positief over de beslissing. ‘Het uitstel geeft bedrijven de kans een paar goede maanden te draaien voor ze de heffing moeten betalen. Tussen de eerste en tweede lockdown zagen we ook al dat de economie herstelde, dus we mogen optimistisch zijn over een doorstart’, klinkt het.