Bart De Wever (N-VA) tilt dossier kernenergie over verkiezingen

Bart De Wever is ferm over kernenergie, waar het allen tegen N-VA is. Het dossier is tekenend voor de coalitie: geen eensgezindheid. “Ik denk niet dat iemand het dossier van de kernenergie nog zal ontwapenen voor 2019”, stelt hij. “Dat lijkt mij onwaarschijnlijk. Ik ga dat dossier ook in 2019 in de verkiezingscampagne uitleggen aan de mensen.” “Mijn grootste teleurstelling van deze regering is dat zij niet consistent één verhaal heeft verteld”, zegt De Wever. “De sfeer tussen N-VA en CD&V in die coalitie zit niet goed. Dat is van meet af aan zo geweest. Dat zal blijven wat het is.”

Bart De Wever wordt vaak omschreven als een workaholic. Maar vraag hem naar het hoogtepunt van zijn jaar en de gezinsvakantie naar de VS komt op tafel. Naar eigen zeggen “de langste reis ooit en meteen ook de duurste”. “We zijn met alle kinderen naar het Westen van de VS getrokken en naar New York. Ik had het zo gepland dat het moest lukken in het politieke jaar 2017. Want vanaf volgend jaar zal het zeker niet meer mogelijk zijn. Het was echt wel de reis van mijn, van ons leven.” “Eerst San Francisco, dan het binnenland ingegaan langs de natuurparken, ook de Grand Canyon, dan richting Las Vegas, Los Angeles en dan gevlogen naar New York. Alles samen duurde het 21 dagen. New York had ik zelf al gezien op dienstreis, maar de kinderen nog niet en dat is toch wel een wereldstad zoals we hier in Europa niet kennen, zoals dat bij ons niet bestaat. Het was een existentiële ervaring om dat te kunnen zien. Het was leuk om dat aan de kinderen mee te geven, wanneer ze nog onbevangen zijn. Dus het moest nu wel gebeuren. De oudste is 16. Met mama en papa op reis gaan zal binnen twee jaar waarschijnlijk niet meer tot zijn preferenties behoren.”

Politiek gezien was het woeliger?

“Wel, het jaar eindigt met de goedkeuring van het Zomerakkoord, dat ook de herfst en de zomer heeft gezien, net geen vierseizoenenakkoord. En daarin zit de hervorming van de vennootschapsbelasting als koninginnenstuk. Die is op vrijdag 22 december door de Kamer goedgekeurd. Dat was de belangrijkste hervorming voor ons. Die zet ons qua competitiviteit terug in het Europese peloton.” “Samen met de taksshift zijn dat twee grote werven die deze regering tot een goed einde heeft gebracht in functie van private jobcreatie. Dat is heel mooi om 2017 mee te eindigen.”

2017 was ook het jaar van de Kumbaya?

“Ja, de Kumbaya was eigenlijk nodig om een akkoord te kunnen maken. De sfeer tussen N-VA en CD&V in die coalitie zit niet goed. Dat is van meet af aan zo geweest. Dat zal ook zo blijven, denk ik.” “Die partijen zijn erg concurrentieel. CD&V zit ook wat in de buitenbaan van deze regering. Ik denk dat die partij zich daar niet 100 procent lekker in voelt, nooit heeft gevoeld. Die is graag in het centrum, in het midden van het bed. Die willen naar links en naar rechts kunnen kijken. In deze regering zitten ze op het uiterste. Ze zit daar eigenlijk ook in als kleinere partij. En het is niet de gewoonte van CD&V om die rol te spelen. Dat geeft veel wrijving met de rest van de coalitie op sociaal en economisch vlak.” “Mijn grootste teleurstelling van deze regering is dat zij niet consistent één verhaal heeft verteld. Een verhaal van bijvoorbeeld fiscale rechtvaardigheid. Je kan over de taxshift echt de waarheid in de markt zetten, dat het een transfer is van grote vermogens, naar mensen die voor een laag loon gaan werken. Want die taxshift geeft het meeste rendement aan de lage inkomens. Het gaat toch over 1.200 euro per jaar extra voor een laag inkomen. Dat is een maandloon erbij. En voor een stuk wordt de compensatie gehaald uit de roerende voorheffing, uit de beurstaks, de bankentaks en de Kaaimantaks. Dat zijn allemaal heffingen op vermogen en op kapitaal. Dus men had daar een mooi verhaal over kunnen vertellen.” “Hetzelfde met de hervorming van de vennootschapsbelasting. Dat is een transfer van grote multinationale bedrijven, die heel veel speciale stelsels hebben, en de fiscalisten kunnen betalen die alle aftrekposten benutten. Ook kleinere bedrijven kunnen van die vereenvoudiging profiteren. Ook daar had je dat verhaal kunnen vertellen.” “Maar dat is door die spanning in de coalitie niet gelukt. Altijd moest er nog iets bijkomen, bevestigde men de oppositie in de analyse dat het niet sociaal was. De meerwaardebelasting is heel lang in de running geweest. Dat bleek dan een soort spook dat in de Wetstraat rondging en dat eigenlijk elk akkoord overschaduwde. ‘Zat het erin, zat het er niet in?’ Het ging alleen nog maar daarover. De effectentaks heeft die rol dan overgenomen.” “Waar schijven dan de media over? Over die effectentaks. Die dan eigenlijk een soort smeermiddel is geworden om iedereen mee te krijgen. ‘Wat zal het effect dan zijn van de effectentaks, wat zal de opbrengst daarvan zijn?’. Dat is voor mij dan ook het minst belangrijke van de hele zaak. Dat is een wankel verhaal en dat zal zo blijven. Dat krijg je niet in orde denk ik. Belastingen op vermogen zijn het meest onnatuurlijk, want het menselijk gedrag pas ja aan. En nu wordt dat net de grote focus. Dat is heel spijtig. En dat is een terugkerend verhaal in de meerderheid geworden.”

Dat is dan toch een stuk zelfverminking? Dat is jezelf onnodig pijn doen? “¦

“Ja, u zegt het. Dat vind ik ook.” “Ik vind dat die regering had kunnen aan mekaar hangen met een verhaal, waarin je een sociaaleconomische relancebeleid voert en waarin je echt wel iets kan laten zien over competitiviteit, over private jobcreatie, over economische groei, over de handelsbalans. Dat zijn cijfers die er toe doen. De Nationale Bank bevestigt dat ook. De vooruitzichten zijn nog niet zo slecht. Ook de economische groei is niet zo slecht, in Vlaanderen.” “En je had tegelijkertijd kunnen zeggen ‘het is behoorlijk sociaal’. Er is helemaal geen transfer weg van mensen die het moeilijk hebben, maar wel in tegendeel. Het zijn de kleintjes, de kleine ondernemers en kleine weddes die het meeste profiteren van het beleid. Maar dat heeft men niet willen doen. Het volstaat dat één partner het verhaal niet wil vertellen en je hebt geen verhaal meer. Dat is een zelfverminking. U hebt daarin gelijk, maar je kan daar zeer weinig aan doen.”  

Op 11 juli herinner ik mij dat jullie voor de schermen als drie voorzitters heel broederlijk met elkaar stonden te praten…

“Maar je weet niet wat er gezegd is.”

Ik weet wel dat de journalisten zijn weggestuurd op een gegeven moment. Dan is het meestal toch iets dat interessant moet zijn.

“Maar daarom is het nog niet broederlijk.”

Uiteraard niet. Maar die zelfverminking, dat moet toch onderling in die groep,van mensen die er echt toe doen gedeeld worden? Er moet dan toch gevraagd worden ‘komaan, kunnen we dit niet samen oplossen?’

“Ja, maar dat schijnt altijd maar tijdelijk te lukken. Dat stel ik samen met u vast. Daar zit een middelpuntvliedende kracht op die zich vooral fixeert op de tegenstelling CD&V ““ N-VA. En die is niet te controleren. Je kan die eventjes bezweren, maar dat is een geest die altijd terug uit de fles komt, waarbij ook wel een aantal parlementsleden zich doen gelden door de buitenbaan op te zoeken.”

Eric Van Rompuy bedoelt u dan?

“Eric Van Rompuy, tja. De free speech, dat staat altijd in rechtlijnig verband met irrelevantie. Hoe relevanter je bent in de Wetstraat, hoe minder free speech je hebt. Want je moet met heel veel dingen rekening houden en als je iets zegt dan doet dat er ook toe.” “Het omgekeerde is natuurlijk ook waar. En op een gegeven moment ben je volledig losgeslagen. Dan zeg je altijd wat je denkt en word je een beetje een ruziestoker en wat verzuurt. En dat gaat zo altijd maar door. En zo’n mensen richten veel schade aan. Maar eigenlijk in de echte werkelijkheid, bij de mensen die ertoe doen, heeft dat niet zoveel effect.” “Voor de perceptie is dat natuurlijk dodelijk. Je kan niet zeggen ‘dit is een ploeg die aan elkaar hangt’ als renners uit het peloton voortdurend demarreren en met drinkbussen smijten of met petjes vol “¦”

We gaan niet definiëren met wat ze vol zitten, maar het is natuurlijk niet enkel die eenling. Er zijn ook momenten, waarop een kopstuk als Kris Peeters met jou in discussie gaat over of je al dan niet een hondenliefhebber bent. De rest van Vlaanderen zit te kijken en denkt: ‘waar gaat dit in godsnaam over?’

“Ja ik ben het dan met u eens, hoor. Ik stel vast dat Kris Peeters een appartement gehuurd heeft in Antwerpen en hij komt daar op als kandidaat-burgemeester. Dat is nu niet de grootste daad van vriendelijk politiek nabuurschap.” “Moest ik een vicepremier vragen om naar de gemeente van Wouter Beke te verhuizen en dan te zeggen: ‘Ik kom niet alleen op voor het burgemeesterschap, dus de post van Wouter Beke, maar ik wil ook een wissel in de coalitie doen, in het midden van het bed, dus ik ga niet met iedereen praten”… Ook al zit je daar samen in de coalitie. Dat zijn geen vriendelijke gestes natuurlijk. Dus dan leef je in een vat van een animositeit.” “Ik probeer daar zo weinig mogelijk toe bij te dragen. Ik weet niet of dat opvalt, maar ik doe dat echt. Maar natuurlijk, soms worden er dingen gezegd in interviews waar reacties op gevraagd worden. Dan heb je twee keuzes: je gaat niet reageren, dus de ‘frozen’ reactie: ‘let it go, let it go’… Wat ik in 90 procent van de gevallen doe.” “Of de andere reactie: er toch iets op zeggen. En dat is elke keer een afweging: zal ik het doen, zal ik het niet doen? Maar zo’n uitspraak, dat wordt snel iets anders. Ik ben geen hondenliefhebber, lees: ik ben geen dierenliefhebber, lees: ik ben een nare, antipathieke mens.” Het hele pijnpunt van dat interview zit in dat ene, emotionele zinnetje. En dan komt je woordvoerder en die zegt: ‘Kijk, dit staat in de titel. Gaan we nu reageren of niet?’. Niet reageren: dan laat je het passeren en sluimeren. Wel reageren: dan loop je de kans om in de ring te gaan en als de buitenwereld gezien te worden als twee kibbelende kinderen, waarbij je alleen nog kan zeggen ‘hij is begonnen’. Maar of dat nu zo volwassen overkomt, is dan maar zeer de vraag. Dus dat zijn heel moeilijke afwegingen.”

Maar je kiest dan wel om in de ring te gaan?

“Ja. Omdat in de titel van een veelgelezen weekblad staat dat ik een dierenhater ben. Ik ben dat helemaal niet. Absoluut niet. Ik heb zelf thuis heel veel dieren. Ik heb een allergie voor honden en katten, maar ik heb bijvoorbeeld kippen en een dwerghamster.” “Dierenwelzijn is trouwens een thema waar wij als N-VA heel fel op inzetten. Dat zal men ook wel weten. Dus men treft mij niet alleen persoonlijk, men treft ons daar ook politiek mee. Wij hebben voor de eerste keer een minister van Dierenwelzijn die zijn naam waardig is (Ben Weyts, red.) en die rond die bevoegdheid ook dingen probeert te doen en dat voel je ook aan. Dat verbod op het onverdoofd slachten is er ondanks de CD&V toch doorgekomen. Ze waren tot de laatste moment het verzet. Dat is één van de grootste politieke trofeeën die ik op Vlaams vlak zie. Dat is echt baanbrekend. Dus op die flank wil je ook niet geramd worden.” “En het is bovendien ook gewoon niet waar. Dus er was heel veel in dat statement dat mij noopte om te zeggen ‘ik ga mij niet over mijn kam laten gaan’.” “Ik weet ook wel dat ik dan Wouter Verschelden bij mij zal krijgen en dat die dan zal zeggen ‘wat doen jullie nu toch?’. In het meervoud uiteraard want voor u is het irrelevant hoe die genese van een kibbelpartij precies zat.” “Als iemand je een low blow geeft, dan word je altijd naar beneden getrokken. Dat kan niet anders. Zelfs al blijf je boven, je gaat altijd naar beneden worden getrokken.” “Neen, dat waren geen tranen. Ik was vooral kwaad. Heel erg kwaad”

Over low blow-momenten gesproken: in Antwerpen lijkt de kiescampagne eigenlijk al begonnen. Uw grote uitdager Wouter Van Besien (Groen) lanceert zijn ‘Samen’. Voor u duikt daar het hele verhaal van Land Invest op. Het was geen huilbui, geen Bert Anciaux’tje dat u deed, maar het waren toch tranen?

“Nee, dat waren geen tranen. Ik was vooral kwaad. Heel erg kwaad. Ja, je weet ook wanneer je slachtoffer bent van een gemonteerd verhaal. Als men op 20 oktober naar een receptie gaat, wat ik wel vaak doe, liefst zo weinig mogelijk, want ik ben geen feestmens… Als ik toch naar een receptie ga, dan doe ik dat omdat ik denk dat dat een aan mijn ambt verbonden een plicht is om daar naartoe te gaan en dan blijf ik daar zo kort mogelijk.” “Als zo’n filmpje op 20 oktober wordt opgenomen en men houdt dat in tot 16 november… Men lost dat op de vooravond van een belangrijke beslissing in een bouwdossier. En 40 minuten later komt een klacht binnen van Groen bij het Integriteitsbureau, dan zeg ik ‘dit is een gemonteerd trucje’. De journalist werkt hier samen met de oppositie om ons erbij te lappen. Mooi gespeeld, maar wel zeer laag natuurlijk.” “Dan merk je, dat is wel eventjes hard, dat je in een Amerikaanse toestand terechtgekomen bent. Men voert niet alleen campagne over zichzelf, men voert ook campagne tegen de andere. Dus een negatieve campagne. En men schrikt er niet voor terug om die in een bepaalde context te gaan framen, besmeuren, beschuldigen, insinueren.” “Die website en die politicus zijn natuurlijk één en dezelfde. Ik ben ook niet van gisteren.”

Dus Apache is dan een instrument van Groen zegt u?

“Het is alleszins niet mijn instrument. Dat kan ik u wel zeggen. En het zijn mensen, die fantastische verhalen kunnen schrijven en verzinnen. Meer dan ik ooit zou kunnen beantwoorden. En ik wil dat ook helemaal niet. Men is ons nu al jaren aan het volgen, men volgt en filmt ons op straat, desnoods vanuit het riool. En ik zou nog altijd niet weten of er één ding gevonden is dat men ons ten laste kan leggen.” “Wanneer houdt het ooit op? Wanneer stopt het? Als je op allerlei dingen gaat antwoorden, op zaken die zich puur in de privé afspelen, over wie met wie zaken doet en wie bepaalde dingen financiert “¦ Sorry daar heb ik echt niks mee te maken. En daar moet men mij ook niet op aanspreken. Dat is guilty by association op den duur. Dat is de Amerikaanse stijl. Je probeert dan je tegenstander zwart te maken.” “Ik was vooral kwaad omdat men natuurlijk mij wil raken, maar achter mijn raakt men heel veel mensen. We hebben het dan over een vastgoedbedrijf, een consultancy bedrijf, een bouwmeester, die allemaal mee besmeurd worden. Er worden ook elementen uit een personeelsdossier gewoon op straat gesmeten. Dat heeft voor die mensen, die personeelsleden, zeer grote gevolgen in hun persoonlijk leven. Die worden met naam en toenaam benoemd in verhalen waar men dan een geurtje aanhangt, een maffiasfeertje. Dat zijn mensen die vaak nog moeten solliciteren en je weet hoe het dan gaat: je wordt gegoogeld en je krijgt 30, 40 artikels waar je naam in staat. Vergeet het maar. En die kunnen zich niet verdedigen en ik vind dat oneerlijk. En ik word daar behoorlijk boos van. Dus als u mijn emotie zag, dan waren dat zeker geen tranen. Het was ingehouden woede.”

Hoe kijkt u dan naar hoe het op een gegeven moment kantelt, dat verhaal? Want het ontplofte op een bepaald moment in het gezicht van de oppositie?

“Ja, dat is het verhaal van de put graven en er zelf invallen. En ik stel vast dat met die les nog altijd niet heeft geleerd, want men gaat nog altijd verder.”

Hoe bedoelt u?

Nog altijd die sfeerschepping en insinuaties onder het mom van ‘wij vragen transparantie’. Dat gaat maar door. Dus ik denk dat de put nog niet diep genoeg is.”

Het gaat een hele vuile campagne worden?

“Ja, ofwel gaat dat op een gegeven moment stoppen, omdat men ziet dat men vooral de eigen put aan het graven is. En eigenlijk stoort mij dat nu ook niet meer. Ik ben ook niet meer boos. Ik zou ze aanmoedigen: doe vooral verder. Je maakt je eigen put alleen maar dieper. En de kans dat ze nog eens vallen en dieper vallen, wordt alleen maar groter.” “Ik weet dat je er als stadsbestuur een goede zaak aan doet, volgens mij, in mijn ideologie, om zoveel mogelijk met ondernemers in contact te komen. Of het nu gaat om de petrochemie, waar miljarden in geïnvesteerd worden, of de retail, de toeristische sector of de bouwsector “¦ Als die kunnen investeren in je stad, als ze tewerkstelling kunnen creëren, dan is dat mooi. En als politicus kan je heel veel aan match making doen. Je kan heel veel mensen letterlijk aan tafel brengen als een soort neutraal terrein en mensen op ideeën brengen, ideeën aan elkaar koppelen, “¦ Dat kan je allemaal doen.” “Je weet alleen heel goed: waar is de witte zone, waar is de zwarte zone, waar kom je in het grijs en waar is de zone waar je uit moet wegblijven. Je moet niet in de zwarte zone gaan.” “De reden dat ik goed slaap, is dat ik nooit in die zwarte zone geweest ben. Men mag mij eigenlijk alles vragen. Ik vind alleen niet dat ik verplicht ben om op alles zomaar te antwoorden. Ook vragen waarvan ik zeg ‘dat is helemaal niet aan mij om daarop te antwoorden’.” “Ik wijs niets toe hé. Als er in Antwerpen iemand grond verkoopt, dan kan het dat die daarop een vergunning vraagt. Is dat dan een vergunning die ik conform de procedures en de deontologie mag afnemen, ja of nee? Dat is eigenlijk de enige vraag. En daar eindigt het debat. En dat debat wil ik elke keer aangaan.” “De journalist die ook toegeeft dat hij of zij soms ook iets fout doet, die moet ik echt nog weten geboren worden.”

Het is wel een stuk de transformatie van de N-VA, van kleine oppositiepartij naar de partij op de sleutelposten, met de contacten in de zakenwereld “¦ Zo nemen jullie vandaag toch andere standpunten in, onder andere over kernenergie?

“Nee, dat is helemaal niet juist. Dat standpunt over kernenergie is echt al behoorlijk oud. Wij zijn ook voor de uitstap van kernenergie, maar ik daag u uit om vanaf de eerste wet op die uitstap de analyse van N-VA te lezen: dat die uitstap wellicht veel te optimistisch was.” “En die is alleen maar optimistischer geworden door het feit dat men niet het beleid gevoerd heeft, dat nodig is om die nucleaire capaciteit te kunnen missen. Als men dan de helft van zijn elektriciteit uit kernenergie haalt, en we zijn al 15 jaar met die transitie bezig… We staan maar met moeite op 10 procent hernieuwbare (energie,red.), en nu wil men ons doen geloven dat we op 12 jaar het op 30 procent gaan doen? Wie dat gelooft, mag dat geloven…”

De ministers van energie geloven dat.

“Ja, wel degenen die dat geloven, die mogen dat geloven.”

Bart Tommelein (Open Vld) dus?

“Bart Tommelein heeft de verdienste dat hij het hele beleid op zijn kop heeft gezet. Hij heeft gezegd: ‘Die biomassacentrales gaan we niet doen.”

Hij heeft ze geschrapt.

“Oké, dat is dan hernieuwbare energie die we niet gaan doen. Mijn vraag is dan wat gaan we dan wel doen? Ondertussen is daarvoor de Turteltaks kunnen gestopt. Dat zal veel applaus opgeleverd hebben. Maar het bad is wel leeg. Voluntarisme en zonnepanelen uit de IKEA gaan echt die 30 procent niet dichtrijden. Dus ik wil het nu wel eens horen. Ik wil ook wel eens horen wat het gaat kosten.” “Ik hoorde Open Vld-vertegenwoordigers op Terzake zeggen ‘de burger zal wel iets meer willen betalen’. Maar hoeveel is dat dan, ‘iets meer’?” “Bij het sluiten van de kerncentrales gaat het niet over het vervangen van kernenergie door hernieuwbare energie. Het gaat over het vervangen van kernenergie door gascentrales. Dat is de keuze: niet kernenergie versus hernieuwbaar, maar kernenergie versus gascentrales. En die gascentrales zullen niet rendabel zijn. Dat weten we. Die moeten allemaal nog gebouwd worden en zullen dus gesubsidieerd moeten worden om rendabel te zin, anders zal niemand die bouwen.” “Ik lees een aantal berekeningen van de voorstanders van het stoppen van kernenergie, van de voorstanders hé. Ik zie daar bedragen bij, waarvan ik zeg ‘dat is de Turteltaks maal 3, maal 4’. Wil men dan aan de bevolking zeggen dat men nog altijd vuile energie, die CO2-uitstotend is, zal moeten gebruiken, wat kernenergie niet is. Bovendien zal die veel duurder zijn. Wil men dan zeggen dat dat het energiebeleid zal zijn voor de komende 12 jaar?” “Sorry, ik doe daar dus niet aan mee. Ik ga dat ook in 2019 in de verkiezingscampagne uitleggen aan de mensen. Ik ga zeggen ‘je hebt een duidelijke keuze’, N-VA heeft een duidelijke analyse, alle anderen hebben een andere analyse. En ik denk dat de regeringsonderhandelingen van 2019 uiteindelijk het pleit zullen beslechten.” “Voorlopig blijft dat een beetje in de lucht hangen met heel de tijd becijferen “¦ Je hebt natuurlijk de wet op de kernuitstap, maar die is ook voorwaardelijk gesteld aan de bevoorradingszekerheid, die niet gegarandeerd is, dus de prijs en de duurzaamheid zijn aspecten die allemaal in het gedrang komen. Er zijn heel veel redenen om die wet in vraag te stellen. Ik denk niet dat iemand dat nog zal ontwapenen voor 2019. Dat lijkt mij onwaarschijnlijk.”

Laat ons even vooruitblikken naar volgend jaar. Denk je dat je relatie met de media beter gaat worden ?

“Daar twijfel ik heel sterk aan.”

Heb je daarrond enig voornemen of heb je de net hoop opgegeven?

“Het geldt ook niet voor alle media. Dat geldt vooral voor de kranten van Het Mediahuis: De Standaard en Het Nieuwsblad. Ik vind dat die een zeer vijandige agenda naar de N-VA toe hebben. De Standaard ook naar mij persoonlijk toe. Het ligt er vingerdik bovenop. Op een gegeven moment geef je dan op.” “Dus nee, ik ben niet van plan om daar nog veel in te investeren. Ik denk ook dat de tijd waarin de mainstream media en zeker de kranten van doorslaggevend belang waren voor een politicus, dat die achter ons ligt. En dat de toekomst zeker niet aan hen is. Integendeel. Jaar na jaar zal hun relevantie een beetje afnemen.” “Waar ik het au fond heel moeilijk mee heb, is dat de geest van Manu Ruys (oud-hoofdredacteur van De Standaard, red.) echt wel weg is. Het scheiden van feiten en duiding is weg. Men zegt: ‘We kunnen alleen maar op tegen online, door niet de feiten te brengen, wat die heeft men online veel sneller’. Er wordt echt een soort opinie bij gestoken. De redactie wordt eigenlijk heel ‘subjectiverend’ in wat de krant brengt.” “Dat kan een keuze zijn, maar zeg dat dan ook heel openlijk. Zeg welke kleur je hebt, als krant. Ik moet op een lijst gaan staan om mijn opinie te kunnen uiten. Kranten moeten dat niet, die doen dat op het gezag van kwaliteitsmedium. Maar ik ben bijvoorbeeld niet geïnteresseerd in de opinie van een filmrecensent. Dat die zegt: ‘American Sniper moet je niet gaan zien, want die film is te rechts.’ Ik vind dat gewoon een belediging van mij intelligentie. En ik vind dat met heel veel kleine zinnetjes, insinuaties en intentieprocessen De Standaard zich vooral uit als opinieblad en niet als een kwaliteitskrant.” “Ik heb daar geen moeite mee. Maar als ze eens eindelijk zouden toegeven dat ze dat zijn, dan zij we terug vrienden. Maar zolang zij dat als kwaliteitsmedium blijven brengen, word ik daar opstandig van. Ik wil daar dan ook niks meer mee te maken hebben. De journalist die ook toegeeft dat hij of zij soms ook iets fout doet, die moet ik echt nog weten geboren worden. Men zegt dat politici ijdel zijn, maar het zijn meestal journalisten die zeggen: ‘moest je nu fel reageren op een klaagstuk van een tegenstander, dat is toch een beetje klein?” Je moet eens een klachtenmail naar een medium sturen en zien wat er dan gebeurt. Ik daag je uit.”

Wint u de verkiezingen in 2018?

“Dat denk ik wel. Ik ben optimistisch. Ik ga in Antwerpen mijn palmares voorleggen en ik heb al een aantal kerngetallen die sterk zijn. Het gaat over de afname van de schuld, zo’n kleine 2.000 euro per Antwerpenaar. Wij gaan onder de curatele uitkomen, ik heb destijds een bankroet in handen gekregen. De sanering was onder mijn voorganger begonnen, fair enough, maar wij hebben die sneller kunnen doen gaan.”

Dat kan toch niet uw campagne worden: ‘Ik heb Antwerpen van bankroet gered’?

“Dat is toch niet verkeerd om te zeggen. De kas is in goede handen. Ondertussen is de criminaliteit zeer fel gedaald, feller dan het nationale gemiddelde. Wij zijn nu de veiligste van de grootsteden. Dat waren we niet in het begin.” “Het sociaal beleid, die budgetten zijn met 20 procent opgekrikt. Dat is misschien niet de intuïtie bij het N-VA-beleid, maar het is wel de waarheid. En vooral: men ziet dat de stad van morgen in de steigers stapt. Er is 20 jaar niks gebeurt en je moet nu alles tegelijk doen en dat is vreselijk. Maar ik denk dat een burger perspectief ziet en dat die zegt ‘eindelijk, die Oosterweel-knoop is doorgehakt, men begint aan die werken, die stad wordt verfraaid, dat centrum wordt helemaal opgeknapt, daar worden nieuwe banen aangelegd”¦’ Ik denk dat een burger zoiets waardeert en dat dat de fundamenten zijn, de kerntaken zijn goed verzorgd in Antwerpen.” Antwerpen is de dominosteen: “Als men met CD&V, sp.a en Groen hier een coalitie kan maken, met eventueel PVDA erbij, dan kan dat ook in de Vlaamse regering, en dan staat de PS de dag erop er ook weer bij.”

Misschien nog één ding over Antwerpen: er is een scenario mogelijk waarin u wint en toch de sjerp verliest? Wat dan?

“Dat kan je niet uitsluiten. Wat dan? Dat zullen we dan zien. Ik ga alles doen om dat onmogelijk te maken, maar ik zie ook wel wat er in de agenda van sommigen geschreven staat.” “Als men naar Antwerpen speciaal verhuist, dan is dat niet om mij een plezier te doen. Dan is dat omdat men er vanuit gaat dat men een coalitiewissel kan forceren en dan is het wellicht ook de intentie om dat op Vlaams en federaal niveau te doen.” “Dus, met andere woorden, hier zie je dat alle dominostenen kunnen vallen als men met CD&V, sp.a, Groen een coalitie kan maken en in Borgerhout-model eventueel met PVDA erbij. Dan weet je dat de Vlaamse regering ook die kleur kan krijgen en dan weet je dat de PS de dag erop terug zal opkomen.”

Nog één vraag over uw partij: hoe zorg je ervoor dat in 2018 de N-VA niet het label krijgt dat het ook een traditionele partij is. Dat dook dit jaar voor het eerste op en het bleef kleven.

“Als je gaat deelnemen aan de macht op hoog niveau, dan dreigt altijd dat label van traditionele partij, omdat je natuurlijk benoemingen hebt en in allerlei intercommunales moet stappen.” “Vanuit Antwerpen heb ik heel veel intercommunales. We zijn een heel grote stad. We hebben heel veel financiële belangen te verdedigen. We hebben doelbewust in het begin van de coalitie gezegd: ‘Ik heb liefst dat het bij de schepen van Financiën zit’. Daarvoor zoeken we iemand met een bedrijfsprofiel, iemand die balansen kan lezen, bedrijfsbeheer en ““management kent. We steken dat allemaal daar. En daardoor is Koen Kennis ongelukkig genoeg de mandatenkoning geworden. Die een inkomen heeft, dat niet hoger is dan dat van mij. Alleen, daar zitten heel veel schijfjes in, waardoor het opvalt. Maar die wel fantastisch werk doet in die dingen.”

Goed, maar het ging over de partij.

“Je raakt voor een stuk besmet. Je kan niet in bad zwemmen en dan achteraf zeggen ‘ik ben helemaal droog. Kom maar uit het water, ik ben niet nat geweest’. Je krijgt daar spatten van en natuurlijk, de traditionele partijen hebben er veel plezier in om te zeggen ‘kijk, wij zijn ook in dit bad, maar kijk eens wie naast ons zwemt, ons zelfs voorbij zwemt? Het is de N-VA’.” “Dat kan ik hen niet kwalijk nemen, c’est de bonne guerre. Maar ik denk niet dat wij een traditionele partij zijn. Wij hebben geen zuil naast ons. Wij zijn ook een partij die niet traditioneel omgaat met macht. We zijn nog altijd heel hard op inhoud en structuur gericht. Dus in die zin vind ik de partij niet veranderd door haar machtsdeelname. Alleen, deelnemen aan de macht is complex. En ja, dan kan je niet verwachten dat elk dag een vrolijke dag is. Dat is … (mijmert) Maar als je altijd vrolijk moet zijn “¦”

U gaat toch niet zeggen dat u een ongelukkig man bent dan?

“Nee nee, ongelukkig niet. Maar het is complexer, hè. Het is allemaal niet zo eenduidig. Je hebt politici die daar al heel lang zitten en hetzelfde inkomen hebben als ik en wellicht toch iets minder uren moet doormaken en vooral veel minder stress hebben, veel minder stress. Als je alleen maar je gedacht moet gaat zeggen af en toe… Mij zou het heel snel vervelen, maar sommigen houden zich daar heel hun leven mee bezig.”

Welke goede voornemens voor volgend jaar?

“Goede voornemens “¦ Ik ga, maar dat is ook stilaan een traditionele, ik ga proberen gezond te blijven en sportief. En ik ga voor het eerst in vijf jaar proberen om min of meer een voorbeeldrol te spelen.”

In welke zin?

“Ik doe een oproep: ‘Antwerpen loopt’, aan iedereen om beginnen te bewegen. Ik ga dat doen samen met dokters, coaches, een ziekenfonds, en mensen die zich gratis kunnen laten testen qua conditie. Ik ga trainingen doen, die ook openstellen zodat mensen mij kunnen volgen. Zoals Forrest Gump een beetje.”

‘Lopen met Bart’, is dat het idee?

“Niet alleen met Bart, ook Sofie Goos doet daar aan mee. En nog een aantal andere mensen, die als een soort ambassadeur van gezondheid, beetje Arnold Schwarzenegger-achtig, commit to get fit, zo is die ook begonnen.” “Dat is voor mij wel een nieuwigheid, want ik ben daar altijd heel ver van gebleven omdat ik denk ‘val mensen niet lastig op hun gezondheid’. Maar mijn dokter zegt altijd maar dat die obesitas-plaag steeds erger wordt”¦”

En jij moet daarin een voorbeeldrol gaan spelen?

“Ik ga mijn uiterste best doen, mijn uiterste best. Dat zal mij dan dwingen om terug de marathon van Antwerpen te lopen, wat de bedoeling is. Want als je niks doet, doe dan 5. Doe je 5, doe dan de 10 miles. En zo verder natuurlijk … Dat is een beetje het concept, maar wel alles onder begeleiding van mensen die geschoold zijn om mensen te kunnen begeleiden.”

Meer