Het Europese lucht- en ruimtevaartconcern Airbus heeft meer dan 500 vluchten uitgevoerd met zijn A350-1000 XWB. Niets opzienbarends, ware het niet dat dit werd gerealiseerd zonder piloot van bij het opstijgen tot aan de landing. Dat maakt een einde aan een reeks revolutionaire tests die de weg moet vrijmaken voor onbemande vluchten voor het grote publiek.
Op 29 juni had Airbus het einde van zijn ATTOL-project aangekondigd (Autonomous Taxi, Take-Off en Landing). In het kader van dit project heeft Airbus 24 maanden lang zijn A350-1000 XWB laten vliegen zonder piloot. Het toestel werd begeleid door camera’s binnenin en buiten aan het vliegtuig. Die maken het mogelijk autonoom te vliegen.
Het vliegtuig kende daarbij geen problemen. Niet enkel werd perfect opgestegen en geland; er werden ook een reeks complexe manoeuvres uitgevoerd zonder dat daarbij een mens tussenkwam. In totaal werden meer dan 500 vluchten afgelegd met deze technologie. Airbus heeft ook tests gedaan met autonoom taxiën, traditioneel een complexe handeling, omdat taxibanen minder makkelijk te herkennen zijn dan start- en landingsbanen.
In iets minder dan 450 vluchten werden videogegevens verzameld om de algoritmen van de technologie te optimaliseren. Een camera aan boord van het vliegtuig die gebruik maakt van beeldherkenning stelt het vliegtuig in staat om te ‘zien’ waar het naartoe gaat. Het vliegtuig kan dan zijn gedrag aan die realiteit aanpassen.
Het project moet Airbus helpen om de tussenkomst van piloten in zijn vliegtuigen tot een absoluut minimum te beperken, al benadrukt Airbus dat piloten een belangrijke rol blijven spelen.