Een werknemer zal tijdens zijn carrière een grote financiële reserve moeten opbouwen om later verzekerd te zijn van een kommerloos pensioen. Gerekend moet worden, afhankelijk van de situatie, op een bedrag tussen 150.000 euro en 447.000 euro.
Dat blijkt uit een simulatie van de Immotheker-Finotheker op vraag van de krant Het Laatste Nieuws. Daniël Bacquelaine, minister van pensioenen, wil dat loonverhogingen vooral naar het aanvullend pensioen gaan. Hij wil dat in de toekomst minstens 3 procent van de loonmassa wordt gebruikt voor de opbouw van het aanvullend pensioen. Op dit ogenblik is dat slechts 1 procent. “Een werknemer die tijdens zijn pensioen zijn vroegere levensstandaard wil behouden, moet de beschikking hebben over een budget dat 80 procent van zijn laatste loon vertegenwoordigt,” zegt John Romain van de Immotheker-Finotheker. Met het wettelijk pensioen is dat volgens Romain, met uitzondering van ambtenaren, nooit haalbaar.
Rendement
In de privésector moet men bij een pensioen ongeveer 30 procent van zijn nettoloon inleveren, maar bij hogere lonen loopt dat al snel op tot 50 procent. Met een nettoloon van 2.500 euro en een pensioen van 1.400 euro heeft men volgens Romain dan ook maandelijks 600 euro extra nodig. De werknemer zal in de toekomst volgens Romain zo snel mogelijk voor zijn pensioen moeten beginnen te sparen. Anders wordt het volgens de Immotheker-Finotheker moeilijk om zich van een probleemloos pensioen verzekerd te weten. Op dit ogenblik heeft 75 procent van de werknemers in de privésector een groepsverzekering, die echter lagere rendementen oplevert dan in het verleden. Uiteindelijk zal voor de kinderen in ieder geval minder overblijven. Hun ouders zullen immers meer jaren van hun pensioen kunnen genieten, terwijl de verzorgingskosten sterk stijgen.