Op de laatste dag van de Dubai Air Show heeft de Europese vliegtuigbouwer Airbus een bestelling van liefst 430 vliegtuigen binnengehaald voor de ronde som van 50 miljard dollar. Het gaat om 273 vliegtuigen van het type A320neo en 157 vliegtuigen van het model A321neo. Volgens Airbus gaat het om de grootste verkoop in zijn geschiedenis. De aankoop komt op rekening van de investeringsmaatschappij Indigo.
Airbus’ Amerikaanse concurrent Boeing mocht tijdens hetzelfde evenement een bestelling noteren van 225 Boeing 737 MAX 10-vliegtuigen voor een verkoopprijs van 27 miljard dollar. De order werd geplaatst door luchtvaartmaatschappij FlyDubai. Dat is een lagekostenluchtvaartmaatschappij uit de Verenigde Arabische Emiraten met basis op Dubai International Airport.
Indigo gaat de 430 vliegtuigen plaatsen bij vier luchtvaartmaatschappijen. Het Amerikaanse Frontier, het Chileense JetSMART, het Mexicaanse Volaris en het Hongaarse Wizz Air. Indigo heeft belangen in elk van die luchtvaartmaatschappijen.
Hoe kopen 4 luchtvaartmaatschappijen met een gecombineerd zakencijfer van 5 miljard voor 50 miljard aan nieuwe vliegtuigen?
Bij de transactie kunnen een aantal vragen worden gesteld. Zo hebben de vier voornoemde luchtvaartmaatschappijen een gecombineerd jaarlijks zakencijfer van niet eens 5 miljard dollar. Hoe gaan die bedrijven honderden vliegtuigen betalen voor een tienvoud daarvan? Het antwoord ligt ‘m in het zogenaamde ‘sale-and-leaseback’-concept, waarbij Indigo de toestellen verkoopt aan de voornoemde vliegtuigmaatschappijen, die ze op hun beurt onmiddellijk doorverkopen aan leasingmaatschappijen om ze dan terug te huren.
Indigo doet een goede zaak omdat het door zijn aankopen te groeperen een korting van ruim 50% op de catalogusprijs kon bedingen. Het bedrijf kan de operatie financieren door beroep te doen op het goedkope geld dat nu al jaren de financiële markten overspoelt.
Ook de luchtvaartmaatschappijen doen een goed zaak. Door de toestellen onmiddellijk door te verkopen en terug te leasen blijven eventuele problemen, zoals de mogelijke instorting van de prijzen op de tweedehandsmarkt, daarna ten laste van de leasingmaatschappij.