De Italiaanse banken zijn failliet. Wanneer wordt dat toegegeven?

De beurskoers van ’s werelds oudste bank, de Monte dei Paschi di Siena, daalde maandag tot haar laagste niveau ooit, nadat de Europese Centrale Bank haar nogmaals beval 10 miljard euro in dubieuze bankleningen af te schrijven.

Italië zit op een berg dubieuze leningen, die ondertussen is opgelopen tot 21% van het bruto binnenlands product van het land of in totaal 350 miljard euro. Deze non-performing loans (de term is overgenomen uit de Angelsaksische bancaire sector en wordt soms ook noodlijdend krediet genoemd) zijn sinds 2007 verdrievoudigd. De FTSE Italia All Share Banks Index noteert 56% lager dan begin januari.

Het plan Renzi

De Italiaanse premier Matteo Renzi wil nu van het Brexit-tumult gebruik maken om een maatregel door te voeren die Europa hem al maandenlang verbiedt: hij wil de banken redden met staatsgeld en hen consolidaties opleggen.

In tegenstelling tot Spanje en Ierland, die daartoe werden verplicht door de EU, heeft Italië zijn bankensector nooit opgekuist. Verwacht wordt dat weinig Italiaanse banken de komende stresstest van de ECB zullen doorstaan.

Rome is dus bereid geld in het kapitaal van de banken te injecteren opdat ze de opgelegde solvabiliteitsratio zouden kunnen halen.

Probleem bij deze logische constructie is dat Europa er niet meer van wil horen. Na de crisis van 2008 besliste de EU dat het niet langer de belastingbetaler, maar de aandeelhouders, schuldeisers en uiteindelijk de rekeninghouders zijn die de gebroken potten moeten betalen. Het plan Renzi is voor de EU dus uitgesloten.

Renzi speelt een politiek spel met een dubbele inzet. Eerst wil hij een nieuwe crisis vermijden mocht een van de Italiaanse banken failliet gaan. Daarna wil hij tonen dat ook hij de druk van Brussel kan weerstaan.

Het oktober-referendum

Renzi en zijn partij staan sinds de burgemeestersverkiezingen van vorige maand onder toenemende druk. De oppositie- en eurosceptische partij Movimento 5 Stelle (Vijfsterrenbeweging) van komiek Beppe Grillo haalde toen in Rome en Turijn de burgemeesterssjerp binnen.

In oktober trekken de Italianen naar de stembus voor een referendum. Renzi vraagt de Italianen een reeks hervormingen goed te keuren die het politieke systeem in het land moet stroomlijnen. De plannen zijn niet onverdienstelijk, maar de Italianen zien daarin een kans om tegen hun regering te stemmen. Renzi heeft beloofd te zullen aftreden als hij het referendum verliest. De ‘nee’-stem doet het in de peilingen met de dag beter. Als hij zijn vel wil redden staat hem weinig anders te doen dan – tegen de EU-regels in – zijn banken overeind te houden.